Direct naar artikelinhoud

Yamila Idrissi Weg met de Google-imam

Pleidooi voor een Europese islam

Uit onderzoek blijkt dat een op de vier Brusselaars een islamitische achtergrond heeft. Dat zijn 250.000 mensen, van wie 125.000 praktiserend en actief binnen religieuze bewegingen. Alleen voetbal mobiliseert in onze hoofdstad meer mensen dan de islam. Daarom is het tijd dat we op een open en gezonde manier over de islam praten.

Afgelopen week was de Marokkaanse islamfilosoof Rachid Benzine in Brussel. Benzine wil moslims wereldwijd een nieuwe benadering van de islam en de Koran tonen. Hij is opgegroeid in de banlieues van Parijs. Als ex-kickbokser vecht hij graag tegen stereotypen en vooroordelen. Noem hem gerust een guerrilla-intellectueel. Over zijn Le Coran expliqué aux Jeunes zegt Benzine dat hij het boek geschreven heeft dat hij graag zelf als zestienjarige moslim had gelezen. Hij houdt moslimjongeren een spiegel voor: "Wees kritisch en denk voor jezelf."

Maandag nodigde ik Benzine uit voor een debat over de Europese islam in Brussel. Ik bracht hem samen met KVS-directeur Jan Goossens. Een totaal andere achtergrond, maar net als Benzine een bruggenbouwer avant la lettre. Met de KVS bouwt Goossens aan het Brussel van morgen.

Het resultaat: een tot de nok gevulde zaal in de gloednieuwe Muntpuntbibliotheek en een pittig debat. Ik zag een heel verscheiden publiek: jongeren, ouderen, met of zonder hoofddoek, moslims en niet-moslims, kortom Brusselaars van allerlei pluimage.

De Brusselse gemeenschap bestaat ook uit jongeren die honger en dorst hebben naar informatie over hun geloof en hun identiteit. Vandaag missen we kansen om ze een open kijk op de islam te geven. Om andere klokken te laten luiden dan de karikaturen die deze wereld van de islam maakt. Karikaturen die gretig worden overgenomen door anderen om die jongeren in dezelfde zak te stoppen.

Een discours van vernieuwing, hoop en moed over een thema dat te vaak negatief belicht, verdient aandacht. We moeten die Brusselse jongeren emanciperen en zorgen dat ze sterk staan. We moeten hen aanzetten om zelf actie te voeren, kritisch te zijn en te tonen dat het ook anders kan.

Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de politiek, intellectuelen of artiesten, maar van een hele samenleving. Net daarom moet de overheid actief een Europese islam promoten.

Islamitische theologie

In de eerste plaats betekent dit dat we zelf imams en islamconsulenten moeten opleiden. De meeste imams komen uit het buitenland en hebben geen voeling met de sociale en culturele normen van onze maatschappij én spreken zelden een van onze talen. De nieuwe academische masteropleiding Islamitische theologie aan de KU Leuven is alvast een eerste stap om dat seculariseringsdebat in de islam te stimuleren.

Daarnaast moeten we dringend werk maken van een centrum voor de Europese islam in Brussel. Dat moet de Europese islam naar een breed publiek vertalen, zowel moslims als niet-moslims. Moslimjongeren zijn nu nog te vaak vogels voor de kat voor radicale stromingen binnen de islam, die bovendien heel toegankelijk zijn op internet. Wij moeten een tegenwicht bieden voor de 'Google-imam'. Een centrum voor de Europese islam kan alternatieve interpretaties aanbieden en werken zoals die van Benzine naar het Nederlands vertalen.

Als we samen dat pad bewandelen, kan de moskee op termijn uitgroeien tot de oplossing, eerder dan een probleem te blijven. En kunnen de kiemen van een Europese islam écht ontspruiten.