Direct naar artikelinhoud

Kijk daar, piepschuim op een ijsschots

Hoe noordelijk kun je varen met een zeilschip in tijden van smeltend ijs? Extreem ver, ontdekte een Noordpool-missie. Pas gisteren liepen ze vast op het ijs, met een wrang wereldrecord op zak.

Het Brits-Nederlandse team Arctic mission kwam verder uit de kust en noordelijker dan een zeilboot ooit kwam in de Noordelijke IJszee.

Het record komt op een moment dat vaarroutes in voorheen onbegaanbaar gebied in rap tempo toegankelijk beginnen te worden. Zo voer vorige week nog een Russische olietanker in negentien dagen van Noorwegen naar Zuid-Korea, via de noordelijke route, voor het eerst zonder hulp van ijsbrekers. Vorig jaar voer voor het eerst in de geschiedenis een cruiseschip door de voorheen met ijs bedekte Noordelijke IJszee en de nauwelijks bevaren Noordwestpassage boven Alaska en Canada. En nu dus de Brits-Nederlandse zeilschepen die ongekend noordelijk weten te varen. De opvarenden kozen bewust voor een zeilschip, vanwege de lage ecologische voetafdruk, en de symboliek.

"We kunnen met een klein zeilbootje op een plek komen waar voorheen alleen nucleaire ijsbrekers konden varen", zegt schipper Erik de Jong, via de satelliettelefoon vanaf het schip. "Dat maakt onze boodschap extra duidelijk."

Die boodschap is: laten zien hoe de opwarming van de aarde dit kwetsbare gebied raakt, en regeringsleiders oproepen de Noordelijke IJszee beter te beschermen.

De bemanning van de twee zeilboten die op 14 augustus vanaf Alaska via de Beringstraat vertrokken, bestaat uit een expeditieleider, vier schippers, twee wetenschappers, een fotograaf, een filmmaker en een dokter. Om de dag ontvangen de opvarenden satellietbeelden van het ijs om hen heen. "Veel mensen denken dat de Poolzee een platte pannenkoek van ijs is", zegt de tweede schipper Jaap van Rijckevorsel. "Maar het is meer een mozaïek van ijsplaten, richels en geulen die constant verschuiven."

De kunst voor de twee boten Bagheera en Snow Dragon 2 is om niet in een geul te varen die achter ze dicht vriest. Af en toe leggen de schepen aan op een ijsschots om onderzoek te doen. Van Rijckevorsel: "Onze wetenschapper is in de weer met lijnen van 100 meter lang om op grote diepte de genetische samenstelling van bacteriën vast te stellen. We nemen ook vele reageerbuisjes met watermonsters mee terug om te checken of er hier via stroming al plastic terecht is gekomen. Al hoeven we daar misschien geen onderzoek naar te doen, we zagen een week geleden al een stuk piepschuim op een ijsschots."

Verder doet de bemanning akoestische experimenten. Walvissen communiceren met geluid. Maar als het achtergrondgeluid van de Noordelijke IJszee verandert door smeltend ijs, kunnen de walvissen dan nog wel zo goed contact leggen? Om dit te testen hangt de wetenschapper een microfoon in het water en duwt vanaf zijn rubberboot een speaker met geluid op een surfplank enkele meters verderop. Zo kun je meten hoe geluid zich verplaatst en vergelijken of dat verandert als er meer water is dan ijs.

Spannende uurtjes

Van Rijckevorsel: "Echoot sonargeluid dat walvissen gebruiken bijvoorbeeld nog wel als er minder ijsschotsen zijn waar dit geluid op kan reflecteren? Dat zijn spannende uurtjes: wij liggen met de schepen op 2 kilometer afstand zonder draaiende motor of zelfs maar naar de wc te gaan. Maar ijsberen houden ook van stilte. Dus de rubberboot in de open zee heeft vuurpijlen mee om ijsberen af te schrikken als het mis dreigt te gaan."