Direct naar artikelinhoud

'Het is de schuld van Nederland'

Minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) schuift de schuld voor de eiercrisis door naar Nederland. Hij neemt de druk weg bij het voedselagentschap, al blijven er nog vragen open.

België ligt al enkele dagen vanuit de buurlanden onder vuur voor de aanpak van de fipronilcrisis. Waarom aarzelde ons land tot 20 juli om Europa in te lichten, terwijl het eerste geval al op 2 juni opdook? Minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) speelde tijdens de spoedzitting in de Kamer de bal simpelweg door naar onze noorderburen.

Het Nederlandse voedselagentschap kwam maar niet met de nodige info over de brug, klaagde hij aan. De Belgische collega's hadden hen tot drie keer toe vragen gesteld. "Onbegrijpelijk voor een van de grootste eierexporteurs ter wereld", zegt Ducarme. Hij baseerde zich op een uitgebreid rapport van het Belgische FAVV dat de chronologie van de fipronilcrisis in kaart bracht. "We hebben een maand verloren. Zoiets is toch niet mogelijk?"

Bovendien was Nederland al vanaf half november vorig jaar getipt over het mogelijke gebruik van de bloedluizenverdelger in de pluimveesector. Dat blijkt uit een vertrouwelijke nota van het Nederlandse voedselagentschap aan de bevoegde minister, uitgestuurd op 22 juli. Waarom werd ons land niet ingelicht? "Als we dat hadden geweten, hadden we zelf sneller en alerter kunnen optreden", zei de minister daarover.

'Procedures gevolgd'

Door de schuld door te schuiven, zadelt Ducarme de Nederlandse regering (van lopende zaken) met een crisis op. Het fipronilschandaal heeft onze noorderburen veel harder getroffen dan ons land. De minister lichtte vorige week per brief het parlement in over de stand van zaken. Alleen werd de info over de tip in november weggelaten.

Van de Nederlandse regering komt voorlopig geen antwoord. Wel wijst het Nederlandse voedselagentschap de beschuldiging vanuit België af. De melding uit november ging over het schoonmaken van stallen, niet over eieren, benadrukte inspecteur-generaal Rob van Lint bij de openbare omroep NOS. Er werd onderzoek uitgevoerd, maar eieren werden niet getest. "We hadden geen redenen om aan te nemen dat die besmet waren. Er was geen gevaar voor de volksgezondheid."

Ook de uitwisseling van informatie tussen België en Nederland verliep normaal, stelde hij. "Er is veelvuldig contact geweest met de Belgen. Van zodra we goede informatie hadden, hebben we hen gemeld langs welke correcte weg ze deze konden krijgen."

Hoe dan ook blijven er nog vragen. Waarom is Europa bijvoorbeeld zo laat ingelicht? De Europese autoriteiten werden bij de eerste positieve test niet ingelicht omdat het op dat ogenblik ging om eieren uit slechts één bedrijf. De schaal is relatief klein en er bestaat geen kans dat de eieren naar het buitenland gaan, zo redeneerde het voedselagentschap. Bovendien waren de Europese drempels voor mogelijke schade aan de volksgezondheid lang niet overschreden.

Half juli bereikte het onderzoek een doorbraak, waardoor de besmetting kon worden gelinkt aan een Nederlands en een Belgisch bedrijf dat stallen reinigt. Het aantal potentieel geraakte pluimveebedrijven steeg daardoor aanzienlijk. Bovendien: het probleem stak ook de grens over.

Voor het voedselagentschap was dát het sein om Europa in te lichten, al gebeurde dat pas enkele dagen later, op 20 juli. Nog eens vier dagen later werd pas de regering ingelicht. Waarom werd er nog getreuzeld? En waarom werd de bevolking niet sneller ingelicht over de situatie?

FAVV-topman Herman Diricks maakte zich in de commissie sterk dat hij alle procedures heeft gevolgd. "We krijgen 910 verdachte meldingen per jaar. Die kunnen we toch niet allemaal aan de minister melden? Er moet een selectie gemaakt worden, ook naar Europa toe."