Direct naar artikelinhoud

De engste spoken zijn geld en politiek

In tijden waarin het grootkapitaal aan elke controle ontsnapt en de politiek zich van haar minste zijde vertoont, moet je je niet verkleden om Halloween te vieren. De Mexicaanse kunstenaar Pedro Reyes ontwierp in Brooklyn een spookhuis waarin de monsters geen fantasie zijn.

Spookhuizen maken deel uit van de Halloween-traditie, het oer-Amerikaanse griezelfeest dat net achter de rug is. "Ze zijn nooit aanzien als een vorm van kunst maar ze zijn echte folk art", zegt de 44-jarige Pedro Reyes. De monsters die er huizen zijn volgens hem een middel om over onze echte angsten te spreken. Zombies bijvoorbeeld, drukken onze angst voor de armen uit. Frankenstein-monsters doen hem denken aan genetische manipulatie, vampieren aan Wall Street. "Politici gebruiken angst om macht te veroveren", zegt Reyes. "Het is dus een perfect moment voor een spookhuis dat experimenteert met het meest angstaanjagende dat je vandaag kunt vinden: de politiek."

Toch zijn de monsters in zijn spookhuis niet zozeer politici maar de grote bedrijven die uit winstbejag de wereld naar een afgrond duwen. En die zo machtig zijn dat ze grotendeels ontsnappen aan democratische controle. Vandaar de titel van Reyes' project: Doomocracy. "Hieronymus Bosch meets Fox News", zo vat Nato Thompson Doomocracy samen. Thompson, de artistieke leider van Creative Time, de vereniging die Doomocracy organiseert, schreef samen met Paul Hufker het script dat de bijna 50 acteurs in het spookhuis opvoeren. "We houden de maatschappij een lachspiegel voor", zegt hij.

Het spookhuis (spookdoolhof zou een betere omschrijving zijn) bestaat uit veertien vertrekken waarin acteurs ruim 50 keer per avond een korte sketch opvoeren waarin het publiek betrokken wordt. De voorstelling begint na zonsondergang in de Brooklyn Army Terminal aan de dokken, een perfect spookachtig decor. De gigantische verlaten gebouwen - de grootste ter wereld toen ze in 1919 gebouwd werden - doen denken aan films als Metropolis en Brazil. Ze dienden als militair depot. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkten hier meer dan 55.000 mensen. In het enorme atrium van het grootste gebouw staat een door Reyes gemaakt houten beeld. Het is een afbeelding van het Vrijheidsstandbeeld op een tank, gebouwd in de stijl van het Paard van Troje. Het symboliseert de Amerikaanse buitenlandse politiek, zegt Reyes. Onder het mom van de vrijheid wordt oorlog gevoerd.

Hier begint het. Samen met mijn partner en tien andere lotgenoten word ik naar een busje geleid. We rijden over het terrein maar plots wordt het busje tegengehouden door militaire politiemannen. Ze rukken de deuren open, schijnen hun zaklampen in ons gezicht, bevelen ons bars om uit te stappen en drijven ons in een donker gebouw. "Op een rij! Handen tegen de muur!", blaffen ze ons toe. Je weet dat het theater is maar toch gaat je hart wat sneller kloppen. Gelukkig duurt het niet lang. De militairen sturen ons naar een stembureau waar een vriendelijk oud dametje - chihuahua op de schoot - ons inschrijft. We mogen stemmen terwijl we zien hoe in de aanpalende kamer stembriefjes worden versnipperd.

Wachtkamer

Dan belanden we in een huiskamer waar we in comfortabele zetels luisteren naar twee huisvrouwen die ons pastelkleurige pistolen proberen te verkopen - "Je weet toch nooit, met al die vreemdelingen die in de buurt komen wonen". Natuurlijk gebeurt er een ongelukje. Voor we ons daar druk over kunnen maken worden we naar het volgende vertrek geloodst, de wachtkamer van een dokter, met op de muren reclame voor valium, rilatine en andere wonderpillen. Een aan pijnstillers verslaafde vrouw probeert ons te overhalen om van de dokter een voorschrift voor haar te bekomen. Terwijl ze wanhopig pleit, wrijft ze haar vingers zenuwachtig en krijgt ze waarachtig echte tranen in de ogen. Straf staaltje method acting.

Vervolgens belanden we in een rouwkamer waar een begrafenisondernemer op een orgeltje speelt en ons zijn populairste nieuwe modellen van doodskisten toont, gemaakt met het lievelingseten van de overledenen. Kinderen worden het liefst begraven in hun favoriete snoep, legt hij uit. "Every kid wants a candy coffin", zingt hij zacht.

We verhuizen naar de raad van beheer van een multinational en moeten kiezen tussen een plan dat de tewerkstelling veiligstelt en een dat de aandeelhouders bevoordeelt. Wie het eerste kiest, moet langs een trap vier verdiepingen naar boven, krijgt een dienblad met versnaperingen in de handen, wordt behandeld als een latino die nauwelijks Engels verstaat. Wie zoals ik voor de aandeelhouders koos, mag met de lift naar een cocktailparty in de penthouse van een koppel hippe kunstverzamelaars. De diep gedecolleteerde gastvrouw geeft me een air kiss en toont me een schilderij van Christopher Wool dat ze pas gekocht heeft. 'FART', staat er op, in dikke zwarte letters. "I think it's about racism", fluistert de dame in mijn oor.

Kogelvrij

Via een zilveren tunnel komen we in het klaslokaal van de toekomst. Een computeravatar geeft ons geschiedenisles ("slavernij was niet zo slecht") en we krijgen kogelvrije schilden om op onze lessenaars te zetten voor wanneer er weer eens een schietpartij uitbreekt. Dan bezoeken we een winkel van de firma 'Breathe' die "artisanale Himalaya-lucht" verkoopt in een fel vervuilde wereld. "Alleen God ademt zulke zuivere lucht in", zegt de verkoopster.

Vervolgens worden we getrakteerd op een zang- en dansnummertje door anti-abortus-cheerleaders en een virtuele uitstap in de natuur (de echte natuurgebieden zijn geprivatiseerd). De laatste kamer is een grimmige commentaar op de verkiezingen: de helft van ons krijgt een Trump-masker op, de anderen een Clinton-masker en dan mogen we voetballen met een wereldbol als bal. Zo te zien zal de wereld deze verkiezingen niet overleven: na een krachtig schot van een Trump-speler geeft de opblaasbal de geest.

En dan staan we weer op straat. Niet elke kamer was even geslaagd, maar de totaalervaring was overweldigend. Een passende viering van de honderdste verjaardag van de Dada-kunstbeweging. "Het lijkt grappig", zegt Thompson, "maar eigenlijk is het om te huilen." Helaas zullen niet veel Trump-supporters het spookhuis bezoeken. Voor de Clinton-supporters die dat wel doen is het een waarschuwing: als u denkt dat alles beter en rustig wordt na de verkiezingen, vergist u zich.