Direct naar artikelinhoud

De vernedering is compleet

Al vroeg in de ochtend klinkt er gebrom van achter het Oktoberplein in Slavjansk. De geur van diesel walmt over het plein, verderop klinkt het onmiskenbare geratel van rupsbanden. Zou het Oekraïense leger dan toch zijn binnengevallen?

Nee. Het zijn zes pantservoertuigen van het Oekraïense leger, maar er wappert een Russische vlag aan de antenne van een van de voertuigen. Oorlogsbuit. De pro-Russische milities hebben de tanks met manschappen en al overgenomen. 'Helden!', klinkt het. Het bataljon krijgt een warm onthaal en een maaltijd.

De zwaarbewapende 'groene mannetjes' houden toeschouwers op afstand. Of het nu Russische soldaten, ex-oproeragenten of verklede criminelen zijn, weet niemand, maar behalve een groot arsenaal aan wapens hebben ze nu legervoertuigen.

Overgelopen zijn de Oekraïense soldaten niet, zeggen ze zelf. Er zat simpelweg weinig anders op. Na de maaltijd worden ze door de milities op een bus gezet en naar het station gebracht. Inpakken en wegwezen. Het Ministerie van Defensie in Kiev bevestigd het ontvreemden van de pantserwagens en geeft 'Russische agenten' de schuld. Het is al snel de attractie van Slavjansk. Meisjes gaan met de mannen in de groene pakken op de foto.

Dan breekt de hemel open en maakt een Oekraïense straaljager een duikvlucht over Slavjansk. Dat kunnen de opstandelingen ook. Met veel vertoon maakt een van de pantservoertuigen een paar rondjes over het plein en maakt het een sierlijke halve draai. Applaus.

Bij Ptsjolovka houden de inwoners een complete pantserdivisie tegen. "Ze zijn hier vanmorgen aangekomen. We hebben een auto dwars op de weg gereden, maar dat hield ze niet tegen", zegt Ruslan Izmail, een bouwvakker. "Er werd in de lucht geschoten en we zijn er allemaal voor gaan staan. De spoorwegovergang is de enige plaats waar je vanaf hier naar de luchtmachtbasis van Kramatorsk kunt rijden, daarom houden we hier de boel tegen." Waarom eigenlijk weet hij niet. "Al was het maar omdat alles zo duur is geworden. De bananen zijn in prijs verdubbeld. Kiev moet naar ons luisteren!"

De Oekraïense soldaten zijn uitgeput. Het is de 25ste pantserdivisie uit Dnepropetrovsk, ze zijn al dagenlang onderweg. "Ik ben de tel eigenlijk al kwijt", zegt een soldaat. Over de loop van het boordkanon hangt een doek. Er zal niet geschoten worden. "Ik wil eigenlijk gewoon naar huis, ik heb een gezin. En ik schiet niet op burgers."

Het lijkt wel een popfestival. In de namiddag zitten de dorpsbewoners en de soldaten rustig naast de colonne. Er worden blikjes bier geopend, uit mobiele telefoons klinken Russische smartlappen.

Zoals dat gaat op festivals slaat 's avonds de sfeer om. Het Oekraïense leger wil na een halve dag oponthoud toch verder, maar de buurtbewoners zijn inmiddels dronken. Ze dwingen de soldaten hun magazijnen uit hun automatische geweren te halen. De soldaten stemmen schoorvoetend in, maar later moet de ammunitie ook nog eens worden ingeleverd. "We gooien die kerels hun tanks uit en rijden ze naar het Oktoberplein!", roepen de betogers. "Het is goed geweest", weten anderen. Onder de inwoners en actievoerders ontstaat onenigheid, enkelen gaan met elkaar op de vuist.

Pas als de groene mannetjes uit Slavjansk verschijnen, wordt er orde op zaken gesteld. De Oekraïners mogen vertrekken, maar moeten wel alle kogels inleveren en hun vlag strijken. Pas wanneer het donker is, vertrekt de eenheid. Ongewapend, beroofd. De vernedering is compleet.