Direct naar artikelinhoud

Pierre Chevalier vrijuit na verjaring

Gewezen staatssecretaris Pierre Chevalier (Open Vld) moet niet voor de rechtbank komen voor schriftvervalsing, witwassen en heling. De raadkamer oordeelde dat de feiten verjaard zijn.

Chevalier kruist in 1996 het pad van Jean-Claude LaCote, een Frans-Ivoriaanse oplichter. LaCote heeft dan al tientallen oplichtingen op zijn naam staan. In de meest spectaculaire daarvan valt dat jaar een dode: de Britse ingenieur Marcus Mitchell wordt in de duinen van De Haan gevonden met twee kogels in het lichaam. LaCote zit voor de moord vier maanden in voorhechtenis in Brugge. Chevalier is zijn advocaat. Wanneer de oplichter door de kamer van inbeschuldigingstelling wordt vrijgelaten, neemt hij de benen naar Zuid-Afrika.

Speurders ontdekken later dat er in 1998 voor miljoenen Belgische frank geld van LaCote is doorgesluisd naar andere bestemmingen via een rekening bij KBC in Assebroek. Die rekening blijkt door Chevalier geopend, op vraag van LaCote. Advocaat Chevalier reisde ook naar Luxemburg om op vraag van LaCotes echtgenote een rekening van het paar leeg te halen terwijl zij in de gevangenis zat.

Eind 2007 wordt Chevalier in dit dossier door de toenmalige Brusselse onderzoeksrechter Thierry Freyne in verdenking gesteld wegens schriftvervalsing, witwassen en heling. Uiteindelijk duurt het tot april 2010 vooraleer het parket aan de raadkamer vraagt om Chevalier naar de rechtbank te verwijzen. De raadkamer beslist eind april om niet op die vraag in te gaan, meldde De Standaard. De verjaringstermijn voor de feiten uit eind van de jaren '90 bedraagt tien jaar. Door het getreuzel van het gerecht moet Chevalier dus niet voor de rechtbank komen. LaCote en zijn vrouw zijn wel verwezen naar de rechtbank.

Chevalier heeft ondertussen de politiek verlaten. Hij behield alleen zijn mandaat in de Brugse gemeenteraad. Sinds 2008 is hij voltijds aan de slag voor de groep van George Forrest die belangen heeft in de Congolese mijnsector. Hij is onder meer ook bestuurder in de Banque Comerciale du Congo, waar Forrest hoofdaandeelhouder is.

Zijn banden met Forrest betekenden het einde van zijn politieke carrière. Toen Chevalier begin 2007 Belgisch gezant werd bij de VN-Veiligheidsraad werd hij door toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (Open Vld) aangemaand zijn bestuursfunctie bij de mijngroep neer te leggen. Nadat hij het een jaar later in alle discretie opnieuw had opgenomen, moest hij de handdoek in de ring gooien als VN-gezant. Daarmee kwam een einde aan een woelige politieke carrière.

In 1988 werd hij voor de SP staatssecretaris, eerst van onderwijs, daarna wetenschapsbeleid. Maar een Parijse hotelrekening van 2.870 euro voor twee nachten verblijf nekte hem. Als hij in 1999 staatssecretaris voor Buitenlandse Handel wordt in de eerste regering-Verhofstadt, leek het met zijn carrière alsnog goed te zullen komen. Hij zwoer bij die gelegenheid voor zichzelf een dure eed. Het zou hem niet opnieuw overkomen: gedwongen worden tot ontslag voor een 'onbenulligheid'. Na amper een jaar moest hij echter opnieuw opstappen na vermoedens over medeplichtigheid aan oplichting in de zaak-LaCote.

Ook als advocaat was hij niet onomstreden. Na klachten bij de Orde van Advocaten over laattijdige betalingen en onvolledig doorgestort geld aan cliënten kreeg hij ooit een tijdelijke schorsing aan zijn broek.