Oliver Naesen hoopt dat een antibioticakuur hem redt: ‘Alsof ik met één long rondrijd’

Hij gooide gisteren zo'n 80 kilometer de benen los, mét sjaaltje. Na de verkenning meteen naar de hotelkamer om zijn medicijnen te slikken. De luchtwegen van Oliver Naesen sputteren op een cruciaal moment. Door zijn bronchitis kon hij woensdag niet met de besten mee in Dwars door Vlaanderen. Zondag hoopt hij zonder hoestbuitjes op te staan.

"Ik leef op hoop", zei Naesen in het teamhotel. "Ik heb nog anderhalve dag, maar kan echt niet voorspellen of het helemaal goed komt. In principe zit ik nog tot maandag of dinsdag aan de medicatie, dan moet ik dus mijn vorm weer te pakken hebben. Maar ik ga vol voor de Ronde. Alleen kan ik niet zeggen hoe ik me zal voelen als de favorieten aan de boom trekken. Anders is er altijd nog Parijs-Roubaix. Daar moet ik in principe sowieso weer top zijn."

Rekent Naesen zichzelf dan nog tot de favorieten? "Ik ben realistisch: als ik goed herstel, zet me er dan maar bij. Dan kan ik wachten tot de laatste keer Kwaremont of Paterberg. Anders moet ik misschien anticiperen. De motor is goed, maar als je weinig zuurstof binnenkrijgt, is het lastig. Normaal kom je boven op een helling en haal je even diep adem. Maar nu... (hijgt). Alsof ik met één long rondrijd."

Naesen ziet een hele waslijst aan kanshebbers. "Vroeger wist je dat het tussen Boonen en Cancellara zou gaan. Nu heb je veel renners die aan elkaar gewaagd zijn. Matthews en Trentin zijn in principe sprinters, maar zondag moet je ze ook bij de kanshebbers rekenen. Van der Poel kan zeker meedoen. Hij won zijn tweede WorldTour-koers. Je kunt moeilijk geen fan zijn."