Direct naar artikelinhoud

Duitsland boven alles op de Biënnale

De 20ste eeuw zette oude maatschappelijke verhoudingen onder druk. Nationale architecturen kreunden eronder of stortten in. Op vraag van Rem Koolhaas, curator van de Biënnale van Venetië, documenteerden de landenpaviljoenen dat verhaal. Dat levert een indrukwekkend overzicht op, waarin Duitsland de kroon spant.

Eerst een bekentenis. Ik zag maar 50 van de 66 landenpaviljoenen. Tien paviljoenen in de stad vielen af, wegens tijdgebrek. Om dezelfde reden sneuvelden een handvol andere landen. Aan sommige besteedde ik maar een vluchtig moment. Zelfs dan kostte dit anderhalve dag. Reken daarbij minimaal één dag voor de hoofdtentoonstellingen en je weet: deze Biënnale is werken. Maar vaak ook genieten.

Deze keer verzuipen de landenpaviljoenen immers niet in nationale dada's. Koolhaas legde ze één thema op: Absorbing Modernity 1914-2014. Versta: hoe ondergingen landen de schok van de modernisering? 'Absorberen' is niet enkel 'verwerken', gaf hij mee. Je mocht het ook interpreteren als 'incasseren', zoals een bokser meppen incasseert. Geen onrustiger eeuw dan de twintigste immers.

Veel landen vulden die oefening al te braaf in. Maar dan nog krijg je als architectuur- of geschiedenisliefhebber een duizelingwekkend panorama van de vorige eeuw. De jury van de Biënnale kende de Gouden Leeuw toe aan Zuid-Korea en de Zilveren aan Chili. Maar er was veel meer. Een thematische dwarsdoorsnede met highlights.

Niet de meest geslaagde, maar wel een informatieve insteek: Brazilië pronkt met zijn rijke erfenis van onversneden modernisme. Al hinkte het land in de twintigste eeuw economisch achterop, zijn architectuur was mondiaal toonaangevend.

Spanje etaleerde een rist gebouwen die door hun exuberante interieurs het modernistische puritanisme een neus zetten. Actuele projecten (o.a. het administratief centrum van Oostkamp van Carlos Arroyo) moeten bewijzen dat Spanje daarin nog steeds uniek is. Magere troost als er in dat land nauwelijks nog gebouwd wordt sinds de crisis...

De VS bepaalden het beeld van de architectuur in de twintigste eeuw. Dat lag minder aan extravagante genieën als Frank Lloyd Wright of 'émigrés' als Mies Van der Rohe dan aan 'architectural firms' als SOM. Die exporteerden wereldwijd niet in de eerste plaats wolkenkrabbers, ziekenhuizen en industriegebouwen, maar een managementstijl en levenswijze. Het Amerikaanse paviljoen documenteert die mondiale revolutie maar registreert ook zijn 'Werdegang'. Intrigerend.

Nauwelijks 50 jaar geleden vierde de utopie hoogtij in Europa. Ideeën konden niet wild genoeg zijn. Normen en regels waren er om te schenden. Nederland was toen, voor ons alvast, gidsland. Een figuur als Jaap Bakema pleitte op de nationale televisie voor een open samenleving. Onvoorstelbaar nu, een lid van het 'establishment' die door zijn architectuur en denken daadwerkelijk dingen in beweging zette. Dor en saai daaren-tegen is de manier waarop het Nederlands paviljoen dat ensceneert. Wetenschappelijk verantwoord, allicht. But hey, this was rock'n'roll!

De Zwitsers voeren Julius Burckhardt, een Zwitsers socioloog, en Cedric Price, een Brits architect, op. Ze ventileerden de radicaalste ideeën ooit over moderne cultuur. Ook hier slaat über-curator Hans Ulrich Obrist alle fun plat met zijn academische natte dweil. Toch gaan kijken!

Modernisering, ammehoela. Zowel Japan als Engeland detecteren tegenstromen. De Engelsen hadden het nooit voor de industrialisatie, ook al waren ze schizofreen genoeg om er koploper in te zijn. Clockwork Jerusalem toont hoe de 'garden cities' van de twintigste eeuw diep getekend worden door een onnavolgbaar Britse mix van pastoralisme, utopisme, historische obsessies en hervormingsdrang. Als je wil weten waar Joy Division of Kubrick de mosterd haalden: één adres.

Rond 1970 bekroop de Japanse samenleving het gevoel dat er iets grondig fout zat met de rücksichtslose modernisering van hun land. Jonge ontwerpers zochten inspiratie in volkse tradities. Grote namen als Riken Yamamoto, Tadao Ando of Toyo Ito zetten hier hun eerste stappen. Tijdrovend, maar wonderbaar!

Oostenrijk presenteert op Plenum. Places of Power alle parlementen van de wereld, op een schaal van 1 op 500. Zo blijkt dat de omvang en de vorm van het gebouw bitter weinig vertelt over de impact ervan. Het Roemeense parlement van Ceaucescu is bijvoorbeeld het grootste... Reden genoeg om in de binnentuin de stem te laten horen van al wie in dit cenakel niet gehoord werd.

Fair enough, de Russische inzending, is een beurs voor architecturale ideeën, schreeuwerig en lelijk. El Lissitzky als koopwaar. Bunkerappartementen voor de superrijken. Je wordt niet goed van zoveel cynisme. Maar de spiegel liegt niet.

Nog krasser is het Israëlische paviljoen: drie plotters tekenen op een zandtapijt nederzettingen in bezet gebied uit.

Nationale trauma's

Bungalow Germania is de sterkste bijdrage van alle landenpaviljoenen. Binnen het door Albert Speer voor Hitler gebouwde Duitse paviljoen werd de bungalow van de Duitse bondskanselier in Bonn uit 1964 op ware grootte nagebouwd. Een hallucinante mash-up van twee ideologisch beladen architectuurvormen, nazistisch versus democratisch. Radicaler en griezeliger dan Hans Haackes vernieling van het paviljoen in 1991. Tegelijk besef je hoe weinig die grote verhalen er nog toe lijken te doen. Tot je in het Koreaans paviljoen weer beseft dat politiek en architectuur een innige band hebben. Bereid je voor op minstens een uur studie van de gedemilitariseerde zone tussen Noord en Zuid. Propaganda, architectuurprojecten, onderzoeken en getuigenissen analyseren een conflict waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Buitengewoon verhelderend maar uitputtend.

Intérieurs. Notes et figures, de Belgische inzending van de Franstalige gemeenschap, is een installatie van Sébastien Martinez Barat, Sarah Levy, Bernard Dubois en Judith Wielander. Ze scoorde uitstekend. De Britse Guardian gaf haar de eerste plaats in hun top tien. Het is ook een verademing na de tsunami van informatie elders op deze Biënnale. Het project is gebaseerd op honderden foto's van doodgewone interieurs. Die zie je hier in een geabstraheerde vorm die precies toont hoe mensen via hun interieur 'de moderne tijd' negeren. Met één heerlijk anarchistische noot: via de achterdeur van dit paviljoen betreed je 'stoemelings' de volkswijk achter de Giardini (en sluip je gratis de expo binnen). Dat konden alleen Belgen bedenken.

Tot 23 november in Venetië. www.labiennale.org