Direct naar artikelinhoud

'Dit lijkt op een oorlogsmisdaad'

Op zaterdagochtend is een ziekenhuis van Artsen Zonder Grenzen in de noordelijke stad Kunduz gebombardeerd door het Amerikaanse leger. Het dodental staat voorlopig op 23: 13 medewerkers van Artsen Zonder Grenzen en 10 patiënten, waaronder drie kinderen, lieten het leven.

De Afghaanse regering zegt dat de luchtaanval gericht was op taliban die vanuit het ziekenhuis zouden hebben geschoten, maar Artsen Zonder Grenzen ontkent dat er gevechten waren in het ziekenhuis. Het Amerikaanse leger noemde het bombardement op het ziekenhuis collateral damage. "Dit gaat in de richting van een oorlogsmisdaad", zegt Bart Janssens, operationeel directeur van Artsen Zonder Grenzen België. Hij heeft nauw contact met zijn internationale collega's ter plaatse. "Er moet duidelijkheid zijn over hoe dit heeft kunnen gebeuren."

Artsen Zonder Grenzen communiceert in alle conflicthaarden de gps-coördinaten aan alle partijen, klinkt het, waardoor de Afghaanse en Amerikaanse overheid - en zelfs de taliban - op de hoogte waren over de exacte locatie. Meteen nadat de eerste bommen vielen zijn Kaboel en Washington ingelicht, maar de bombardementen hebben nog een half uur geduurd. De Amerikaanse president Barack Obama heeft laten weten dat de zaak onderzocht wordt.

De overlevende patiënten zijn intussen naar een ziekenhuis in Kaboel overgebracht, en ook de ongedeerde Afghaanse medewerkers zijn in veiligeheid, maar Artsen Zonder Grenzen heeft beslist om zich volledig uit Kunduz terug te trekken. "Het ziekenhuis is volledig vernield", zegt Janssens, "ons internationale team kan in die condities onmogelijk werken." De andere operaties van de internationale hulporganisatie gaan door, maar zolang er geen duidelijkheid is over het incident, zullen ze uit Kunduz wegblijven. "We willen terug, maar eerst moet uitgeklaard zijn wie ons gebombardeerd heeft en waarom."