Direct naar artikelinhoud

'Ik word depressief van die bende kakprofs'

'Als ik mijn jeugdteams zie spelen, word ik vrolijk. Maar als ik dan 's avonds in het stadion zit... Ons eerste elftal brengt niets.' Brusselsvoorzitter Johan Vermeersch is 'gedegouteerd' en als het vanavond tegen AA Gent niet betert, ontploft de bom. 'Desnoods roep ik ze allemaal van het veld.'

Door Kristof Windels

Even ter herinnering. In de heenronde tegen AA Gent stapte u het veld op om de scheidsrechter te belagen. Dat is toch not done?

Johan Vermeersch: "Sjeiks doen dat ook, hé. (glimlacht) Ik wilde een signaal geven. En toevallig ken ik nu eenmaal het Ottenstadion goed. Ik heb de tribune waar ik in zat zelf gezet. 82 meter en 59 centimeter lang is ze. Om maar te zeggen dat ik er de weg ken. Ik wilde duidelijk maken dat de scheidsrechter maar beter naar huis kon gaan. En daarom heb ik hem mijn jas willen overhandigen. Hier en daar verscheen dat ik de man mijn portefeuille wou geven. Die zijn goed zot, dat ik zo iemand nog geld ga geven. Vier professionele fouten maakte die arbiter. In één fase! Hij ging serieus over de schreef."

En dan u.

"Dat kun je zeggen, ja. Daarom heb ik ook de boete betaald. Maar ik zeg niet dat ik het nooit meer zal doen."

Zit u niet in met uw imago? De manier waarop u uw club bestuurt bijvoorbeeld, u lijkt een despoot.

"Hugo Camps noemt mij een feodaal iemand. Misschien heeft hij wel gelijk. Maar er zijn dan weer anderen die zeggen dat ik tien jaar voor ben op mijn tijd. Je moet het ook maar doen, hé, sommige zaken erdoor krijgen zoals ik. Ik loop het parlement binnen en zeg: 'Jongens, hier op dat groen knoppeke moet ge duwen.' Je moet op het podium gaan staan, en af en toe eens iemand aan de mouw trekken: Daniel Ducarme, Philippe Moureaux..."

Wat vinden die politici van uw stijl?

"Je moet het hen eens vragen, hé." (glimlacht)

Welke zaken hebt u 'erdoor' gekregen?

"Stadskernvernieuwing in Brussel, en een verhoging van de subsidies voor voetbalclubs - 14 miljoen euro over vier jaar - en voor sport- en recreatie-infrastructuur. We gaan straks zelf bouwen aan een nieuw commercieel centrum, aan het stadion, maar daarnaast wil ik ook nieuwe oefenvelden aanleggen. (toont de plannen). Dit komt naast ons stadion, maar het liefst ook elders. In elk van de negentien gemeenten moeten er veldjes komen.

"Simpele voetbalvelden, met veel, simpele kleedkamers, dat hebben we nodig. Overal. Zodat overal opnieuw kan getraind worden op uren die aanvaardbaar zijn. Daar heeft de gemeenschap meer aan dan grote stadions, zoals Anderlecht er een wil bouwen. Als het privé-initiatieven zijn: akkoord, maar niet met gemeenschapsgeld!

"De clubs moeten verder hun jeugdwerking uitbreiden, in samenwerking met de scholen. En de jeugd die we opleiden, moeten we dan hier houden, door de wetgeving aan te passen.

"Er moet een bocht van 180 graden genomen worden. Je hebt zaterdag de wedstrijd van de Rode Duivels in Portugal toch ook wel gezien? Daar zakt mijn broek van af. En ik kan u verzekeren, dat is niet om aan te zien." (lacht)

Is er alleen een structureel probleem? Mogen we niet klagen over de mentaliteit?

"Is een speler te tam, dan moet daaraan gewerkt worden als hij jong is. Net als aan zijn lichaam. Tegen Portugal hebben we een klasseverschil gezien. In de eerste helft konden we ze wat ontregelen, maar toen het een versnelling hoger ging, was het gedaan.

"Kijk, ik ken Vandereycken, ook Waseige was hier op de club, en toevallig praat ik af en toe eens met Anthuenis. Neem het van mij aan: geen enkele van de drie ziet een licht aan het eind van de tunnel."

Ook Vandereycken niet?

"Nee. Dat voel je als je met hem praat. Geen van die bondscoaches kan met zekerheid zeggen dat het gaat lukken. Je strijdt niet met gelijke wapens. Er is een fundamenteel verschil, en dat is gemaakt door de clubs. Als je met de duiven speelt, kun je ook niet winnen met die die rond de kerktoren vliegen.

"De beloften zijn misschien het enige lichtpunt. Bouw een nieuwe groep en ga ermee naar de Spelen. En ondertussen moeten de clubs in actie schieten: begeleiding, jeugdinfrastructuur. Geen luxe, dat is niet nodig. Hoeveelste staat België op de Fifa-ranglijst? Togo staat voor ons. En daar hebben ze geen gras en spelen ze op blote voeten. We moeten stoppen met blèten! En mensen in de arm nemen die wat willen maken van de jeugd, zoals Johan Boskamp."

Die u aan de slag wilt zien met 'uw' Brusselse jeugd.

"Inderdaad. Ik wil hem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zien functioneren, hem een project geven. We hebben er hier over zitten praten. Ik weet wat hij kan betekenen, maar hij moet nu nog zelf overtuigd zijn dat hij alles ter beschikking krijgt wat hij nodig heeft. En hij is dat nu aan het analyseren."

Voor de duidelijkheid: u wilt hem niet als hoofdtrainer bij uw ploeg?

"Nee, voor de jeugd. Chief executive voetbalopleidingen, -scouting en -rekrutering. We moeten voetballers maken, en dat is de roeping van Boskamp."

U zag daar ook een roeping voor Albert Cartier, uw huidige hoofdcoach.

"Ik had inderdaad in hem een man gezien met een visie. Hij heeft de Franse 'Centres de Formations' gekend, zodus. Maar het is niet gelukt, omdat het zijn grootste interesse niet was om met de jeugd te werken. Hij vindt zijn carrière als trainer belangrijker. Op dat vlak ben ik dan ook enorm teleurgesteld in die man. Ik ben gefrustreerd, gedegouteerd... Niet over wat er allemaal rond de club gebeurd is de jongste jaren. We staan met de jeugd in zowat alle categorieën in de top drie. Er leeft iets. Maar daar heeft Cartier maar weinig verdienste aan. Kijk, ik ben blij met de piramide, maar bij het topje stokt het."

Het A-elftal.

"We brengen niets."

U ging van de interlandonderbreking gebruikmaken om de boel door te lichten. Wat leverde dat op?

"Mijn physical trainer heeft deze week zijn conclusies getrokken en ontslag genomen. We zitten momenteel met tien spierblessures. Tien! Dat is niet normaal. Ik weet niet of het daarbij blijft, daarvoor wacht ik de wedstrijd tegen AA Gent af. Er zit iets fundamenteel fout, ook qua mentaliteit bij sommige spelers, die het meer als een passage zien. Ik word vrolijk als ik mijn jeugd zie spelen. Maar als ik dan 's avonds in het stadion zit, word ik depressief van die bende kakprofs."

Kakprofs?!

"De helft van de groep heeft de juiste mentaliteit niet. Ze zijn daar omdat ze een contract hebben. Ze hebben geen ambitie. Mijn kapitein Richard Culek geeft nochtans het goede voorbeeld. Ik heb het hem al vaak gezegd: 'Ga door met wie meewil, en geef de rest slippers om verder te slaapwandelen.' Die laatsten zijn niet bezig met hun vak. Négouai bijvoorbeeld: een kakprof! Daar komt niets meer van."

Twee jaar geleden dreigde u ermee om uw spelers in de Noordzee te kieperen.

"Zoiets zit er nu ook aan te komen. Ik heb je net verteld waar ik allemaal mee bezig ben. Ik laat dat niet als een pudding in elkaar zakken."

Moet Cartier zich zorgen maken?

"Dat hij maar gewoon zijn match speelt, en maakt dat we niet verliezen. We hebben een déclic nodig. Als morgen jouw krant niet meer verkoopt, gaan ze er daar bij jullie toch ook iets aan doen, niet? Ik heb al gezegd aan de spelers dat er eens een match komt dat ze geen negentig minuten op het veld mogen blijven. Want zoiets kun je niet verkopen. Desnoods roep ik ze vijf minuten voor het einde van de wedstrijd van het veld. Tegen Standard hebben ze geluk gehad dat mijn gezondheid niet fantastisch was, of ik had ze er allemaal afgehaald.

"Ik heb verscheidene chantiers in het Brusselse. Ik zou ze eens om zeven uur 's morgens moeten laten optrekken naar een werf, die profs. Beton naar boven sleuren, en zo. Dat ze eens weten wat werken is."

Misschien moet u eens op vakantie gaan?

"We moeten daarmee stoppen, dat brengt niets op. Ik ga nooit op vakantie. Of toch, ik ga volgende week een dagje naar de Ronde van Vlaanderen."

Het moet gedaan zijn met blèten! En er moeten mensen komen die wat willen maken van onze jeugd. Zoals Johan Boskamp