Direct naar artikelinhoud

Dragonders

Vrouwen en mannen, mannen en vrouwen. Zoveel boeken staan er al bol van, van die spanning tussen de seksen. Verklaringen tot op celniveau, relatietips tot in de zevende hemel. Vindt daar toch nog iemand een gaatje, zeker, in die bomvolle markt waar cafépraat amper te onderscheiden is van zinvolle analyses?

De Nederlandse Lisette Thooft noemt zichzelf mythosofe. Ze onderzoekt mythes en verhalen, peilt naar de dubbele bodems, en probeert daar iets uit te leren. Haar analyses zijn op zijn minst opmerkelijk. In haar boek De onverzadigbare vrouw (en de afwezige man) stelt ze dat vrouwen draken zijn. We zijn helemaal niet zwak en machteloos. Wel integendeel, we beschikken over een gigantische kracht. We zijn venijnige controlfreaks. Veeleisend. Nooit tevreden. Mannen zijn gewoon bang voor ons, en zo is het volgens de oude verhalen altijd al geweest.

Je hoeft het niet eens te zijn met die stelling, maar ze triggert wel. Toen ik het boek las, schoten er voortdurend verontwaardigde reacties door mijn steeds bozer wordende lijf. Oh, zuster- verraad! Oh, hoe durft ze! Oh, al die onderdrukte vrouwen zoeken het zelf! Komt daar bovenop de meer dan gemiddeld enthousiaste reactie van mannen. 'Eindelijk iemand die het toegeeft...' Zelden kon een aangekondigd Wax-artikel op zoveel bijval rekenen bij mijn mannelijke collega's. Behalve dan dat over schaamhaar dat enkele maanden geleden verscheen. Kun je nagaan.

Nee, even ernstig nu. Het is niet zo dat Thooft hoogverraad pleegt aan de sisterhood. En ze bouwt haar redenering ook erg goed op. Ze haalt er mythes en verhalen uit allerlei culturen bij. Prechristelijke en christelijke tradities, maar ook de oosterse en hedendaagse westerse verhalen. Bovendien oordeelt ze niet. Wel hangt ze als een helikopter boven het verhalenlandschap, en stelt ze vast. Vrouwen waren, en zijn nog steeds gevaarlijke wezens. En diep vanbinnen, meiden, weten we dat ze een heel klein beetje gelijk heeft.

Er schuilt een kenau in elk van ons. Als we willen, kunnen we allemaal een manipulatieve bitch zijn. Alleen heeft de een haar innerlijke dragonder beter onder controle dan de ander. Heeft de een begrepen dat je met kijven en stoken ook jezelf pijn doet, en blijft de ander blind van god-weet-wat zichzelf telkens opnieuw in de voet schieten. Figuurlijk, welteverstaan, want de meeste oorlogjes worden intussen - in tegenstelling tot de tijd dat elkaar de kop inslaan dagelijkse kost was - toch wel op mentaal niveau gevoerd. Het is deloser die uiteindelijk instinctief naar fysiek geweld grijpt.

Dat is nu net waar Thooft naartoe wil met haar betoog. Beschaving ontstaat als mensen hun instincten leren controleren. Ze legt de evolutie van de beschaving naast de mate waarin de mens aan zelfbeheersing won. De mens, dus zowel man als vrouw. Als vrouwen in ver vervlogen tijden echt zulke onhandelbare en gevaarlijke wezens waren, houdt het steek dat ze in toom moesten worden gehouden. Dat de slinger daarbij te veel doorsloeg naar de andere kant, klopt ook. Vandaar dat ook het feminisme nodig is. Om mannen weer manie-ren te leren. Ziedaar la guerre des sexes in een notendop. Slotsom, zo zegt Thooft, een beschaving evolueert naarmate mensen elkaar opvoeden. Tot geen van de twee partijen nog de behoefte heeft om de ander eronder te krijgen. Klinkt logisch. Alleen jammer dat het zo traag gaat.