Direct naar artikelinhoud

'Zowel Emmanuel Lipp als Pearl Sweetlife kennen de lokroep van de nacht'

'Met zijn tweeën een boek schrijven, dat is het ultieme thuiskomen.' Oscar van den Boogaard en Steven Van Watermeulen brachten twee jaar door in het universum van Pearl Sweetlife. Vanuit dat pseudoniem schreven ze Zeeduivel voor Amalia, een hedendaagse kasteelroman. Geen kitsch, maar wel een filosofisch verhaal over een beeldschone vrouw en haar queeste naar zelfinzicht. En over henzelf. Door Jeroen Versteele

'W e zijn Amalia in het echt tegengekomen", vertelt Steven Van Watermeulen, behalve auteur ook toneelspeler in het ensemble van NTGent. "In café Laika in Montreal, waar we te gast waren als writers in residence. We zaten daar elke avond en zagen een mooie, ranke, zwarte vrouw binnenkomen. Een intrigerend, elegant figuurtje. Ze ging zitten en bleef gelaten voor zich uit kijken. Ook toen ze gezelschap kreeg van een man met op zijn kaak een groot litteken, als van een zweepslag. Ze zaten zwijgend tegenover elkaar. Tot hij een bierviltje tevoorschijn haalde en een tekening maakte. Het meisje begon te stralen en er ontstond een vurig gesprek."

"Dat was het begin van een verhaal", gaat Oscar van den Boogaard verder. "We probeerden die vrouw te doorgronden en fantaseerden over haar leven. Er ontstond snel een schwung, een plezier in het verzinnen van een verhaal waarin onze eigen observaties en ervaringen een plaats kregen."

Van Watermeulen: "Die man met zijn litteken herinnerde me aan iemand die ik in Gent had ontmoet toen ik achttien was. Hij legde een enorm pak geld op tafel en zei: 'Ik ben Formule 1-piloot. Ik heb een zwaar ongeluk gehad en ben aan het revalideren. Kom, met dit geld gaan we de hele nacht feesten.' Later ontdekte ik dat het een wapenhandelaar was. Een bedrieger, maar een intrigerend figuur. We lieten hem versmelten met het personage van Vadim, de geheimzinnige minnaar van Amalia in de roman."

Van den Boogaard: "We voeren onszelf op in het boek, als een cameo waarin de filmregisseur even in beeld te zien is. Twee kalende mannen spreken Amalia aan en vragen of ze over haar mogen schrijven. We wilden tussen de bedrijven door onze manier van werken tonen, een tipje van de sluier oplichten. We zijn twee mannen die gefascineerd geraken door een mooie vrouw, en dit boek is onze interpretatie van haar leven."

Van Watermeulen: "Zelf kennen we een aantal vrouwen, vriendinnen tot wie we ons aangetrokken voelen, met wie we uitgaan, in wier omgeving ik mezelf groter voel dan ik ben. Het zijn vrouwen die, als je ze beter leert kennen, een zuigend effect op je hebben. Alsof ze energie uit je slurpen. We hadden de behoefte om het innerlijke leven van zo iemand te beschrijven."

Oscar, u hebt in uw eigen werk al lang ervaring met vrouwelijke personages, op zoek naar het grotere leven en het bijbehorende geluk. Welke invloed heeft Steven op jullie gezamenlijke schrijverschap?

Van den Boogaard: "Steven schrijft ongedwongen, verhalend, onbevangen. Hij heeft het vermogen belangrijke details waar te nemen en die te voeden met zijn fantasie."

Van Watermeulen: "Ik schrijf erg vanuit mijn intuïtie. Mijn geaardheid is heel duister. Ik zou onder een steen kunnen wonen, in een donker hol. Daar kom ik ook vandaan. Die sensatie heb ik geïnjecteerd in Emmanuel Lipp, ons mannelijk pseudoniem van waaruit we Chinchilla Song schreven (zie kaderstuk onderaan, red.), en in Pearl Sweetlife. Beide schuilnamen kennen de donkere spelonken van de menselijke geest. Ze kennen de onherbergzame kant van het leven, de lokroep van de nacht, het verlangen vernederd te worden, de opvatting dat de roes tot geluk kan leiden."

Van den Boogaard: "Steven zit vaak in de donkere binnenkant te wroeten, waar ik niet geneigd ben te komen. Zelf hou ik liever de wereld in mijn hand, spreid ik me uit over de oppervlakte van alle dingen."

Van Watermeulen: "Toevallig bevatten onze sterrentekens de vier elementen: vuur, water, lucht en aarde. We proberen samen zo volledig mogelijk te zijn. Ik denk dat ik Oscar iets kan leren over de duisternis, en hij mij over het licht. Hij heeft me onder mijn steen vandaan gehaald. We zijn nieuwsgierig naar elkaars wereld. Samen schrijven helpt ons daarin. Fragmenten en dialogen gaan eindeloos heen en weer. Alsof we elkaar brieven schrijven. Sommige dingen die je elkaar niet zou vertellen, geraak je wel op papier kwijt."

Van den Boogaard: "Met zijn tweeën een boek schrijven is een daad van vertrouwen. Iemand in je fantasie toelaten, is de ultieme vorm van samenwerken. Onze boekpresentatie van Zeeduivel voor Amalia bestond voor een deel uit een goochelact. Steven werd in drieën gezaagd en de goochelaar legde het kastje met zijn buik op mijn schoot. Daarna moest ik onder de guillotine en raakte Steven mijn hoofd aan. Later drong de betekenis van die act echt tot ons door. Ik ben heel mentaal en visueel ingesteld, dus met mijn hoofd kom ik een heel eind. Aan mijn eigen buik ben ik nooit zo toegekomen. En Steven mag dan weer wat meer naar zijn hoofd toe."

Van Watermeulen: "Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, op de trein van Antwerpen naar Amsterdam, vertelde ik dat ik acteur was. 'O', zei Oscar, 'dan heb je nu eindelijk tekst in je leven. Want je hebt mij leren kennen.'"

Van den Boogaard: "Dat was een grapje, maar tegelijkertijd meende ik het echt. Ik heb toen Lucia Smelt geschreven, een toneelstuk over de scheiding met mijn vorige vriend en mijn ontmoeting met Steven.

"De symbiose is een van mijn favoriete literaire thema's. Boeken schrijven met Steven, dat is een werkelijke symbiose. Het is een daad van vrijheid om twee pseudoniemen in het leven te roepen. Om vol te houden dat de ene, Emmanuel Lipp, in de gevangenis zit. En om Pearl Sweetlife dan weer openlijk te introduceren als onszelf, voor een volle schouwburg met 500 toeschouwers, en de eerste Nederlandstalige kasteelroman aan te kondigen. Samen die zoete duisternis in duiken, ik vind dat schrijverschap met ballen."

Jullie fantasievolle manier van samenwerken lijkt te bewijzen dat het leven vol zit met openingen naar grote avonturen.

Van den Boogaard: "Wie zou eraan twijfelen dat die avonturen niet bestaan? Zelf heb ik mijn leven in het teken gezet van het grote verhaal. Ik ga het aan."

Heb je daar een bepaald soort instelling voor nodig?

Van den Boogaard: "Je moet jezelf op het spel durven te zetten. In elke nieuwe situatie iemand anders worden. Voor mij is dat lang een levensvoorwaarde geweest. Ik ben door een alcoholiste opgevoed. Ik heb me altijd in anderen moeten verplaatsen om me te kunnen verzoenen met situaties waarin ik me slecht voelde. Ik heb me altijd verbonden aan andermans verhalen, om maar een binnenwereld te voelen."

Van Watermeulen: "Bij mij ging het omgekeerd. Ik kom uit een oververhit nest, uit een jeugd vol enorme beperkingen. Mijn ouders woonden in bij mijn grootouders en voortdurend stonden ze met zijn vieren over de kribbe gebogen: groeit het kind wel, plast het wel, huilt het niet te veel? Altijd heb ik me gedragen naar hun regels, probeerde ik te voldoen aan het beeld dat hen trots maakte. Gaandeweg heb ik leren trots zijn op wat ik zelf ben. In het theater heb ik geleerd dat ik mocht huilen, dat ik alle basisgevoelens mocht ervaren. Maar als acteur blijf je een medium tussen schrijver en publiek. Je probeert via je rol wel iets van jezelf kwijt te geraken..."

Van den Boogaard: "En dat lukt je goed."

Van Watermeulen: "Oké. Nu komt daar bij dat ik mee mag formuleren. Daarom waardeer ik onze samenwerking zo. Het helpt me te zien waar ik vandaan kom. Nu heb ik het gevoel het laatste stukje in de puzzel te mogen schuiven. Ik ben de laatste tijd erg bezig geweest met het leren aanvaarden van mijn verleden en het vergeven van mensen, tot iemand me zei: 'Waarom zou je iedereen vergeven? Wees maar verontwaardigd.' Geen eenvoudige instructie. Maar goed, ik begreep ineens dat ik een lange weg had afgelegd, weg van het leven dat anderen voor me wilden, naar de ontwikkeling van een eigen stem."

Amalia lijkt steeds rustiger, evenwichtiger te worden naarmate ze ouder wordt. Ze is 33 op het einde van het boek en eindelijk lijkt ze klaar te zijn om gelukkig te worden.

Van den Boogaard: "Ouder worden leidt niet altijd tot evenwicht en geluk. Dat gebeurt alleen maar op voorwaarde dat je naar jezelf kijkt en aan jezelf werkt. Dan kun je vooruit komen. Niet als je de klok laat lopen. Dan slib je dicht en word je alleen maar ontoegankelijker. Ik ken mensen die heel open waren toen ze jong waren, en langzaam vastgroeien. Ik denk dat Amalia, omdat ze kunstenares is en veel over zichzelf nadenkt, wel kans op slagen heeft. We gaan nog zeven boeken over haar schrijven, het zal nog wel op- en neergaan. (lacht)"

Van Watermeulen: "In het oorspronkelijke scenario hadden we een ander einde bedacht voor Vadim, de minnaar met het litteken. Zijn verhaallijn was afgelopen. Toen dachten we, nee, zo'n intrigerend figuur moet later nog terugkomen. Amalia heeft zich aan hem gekrast. Hij heeft een zaadje in haar achtergelaten en dat is beginnen groeien. We hebben Amalia niet voor niets zo rijk en zo mooi gemaakt. Die uitvergroting legt haar kwetsbaarheid des te duidelijker bloot. Tijdens haar huwelijksnacht kijkt ze in de spiegel en ze ziet de demon die in haar huist. Ik ken dat gevoel zelf ook. Als je te lang in de iris van je eigen ogen kijkt, word je bang van jezelf."

Wat is de aantrekkingskracht van zo'n onberekenbaar beest als Vadim op de elegante, verstandige Amalia?

Van Watermeulen: "Amalia heeft iets verschrikkelijks meegemaakt op haar dertiende, zoals je in het boek leest. Ze is ooit verwond en laat nieuwe verwondingen toe. Dat geeft haar een gevoel van geborgenheid. Er zijn weinig mensen, denk ik, die zijn opgevoed zoals het hoort, met een juiste mix tussen begrenzing en vrijheid. De enkelingen die zo'n jeugd hebben genoten, die hoeven later geen hoogten en laagten op te zoeken. Maar de overige 85 procent zoekt naar nieuwe beschadigingen, om te voelen dat ze leven. Die kennen dat mooie, rustige gebied tussen pijn en geluk niet."

Van den Boogaard: "Die voelen niets als ze in een harmonieuze situatie verkeren. Heel erg eigenlijk."

Ook de onaards charmante, steenrijke kunstcollectioneur Maxim weet Amalia aan hem te binden. Nochtans dringt hij erop aan dat zij een eigen leven opbouwt, amoureuze uitstapjes incluis.

Van Watermeulen: "Hij kent de spelregels van de macht. Hij weet precies wat hij moet zeggen om haar bij hem te laten blijven."

Van den Boogaard: "Ja, maar dat maakt hem nog geen klootzak. Hij wil gewoon een gelijkwaardige partner. Hij laat haar vrij, niet om macht te hebben over haar, maar omdat hij zelf ook vrij wil zijn. 'Wees onafhankelijk, liefste': het lijkt een tegenstrijdige boodschap, maar het is eigenlijk een goeie investering in de toekomst, in een relatie met iemand die echt autonoom is. Vroeger vond ik het zelf moeilijk om mijn geliefde vrij te laten. Maar je moet het leren. Steven en ik zeggen elkaar, doe wat je moet doen om vooruit te komen. In dit stadium van mijn leven betekent liefde: de ander toestaan te worden wie hij is, en daar getuige van zijn. Liefde is niet alleen maar het gevoel hebben dat de ander totaal beantwoordt aan mijn verwachtingen en verlangens."

Zeeduivel voor Amalia gaat eigenlijk niet over kitsch en sensaties die larger than life zijn, maar over heel herkenbare symptomen en ervaringen.

Van den Boogaard: "Ik vind alles wat we hebben beschreven, volstrekt geloofwaardig. Het leven is trouwens altijd larger than life. Omdat je een voorstellingsvermogen hebt, omdat je verlangens hebt. Ik ga er niet mee akkoord dat een boek niet geloofwaardig is als je gevoelens uitvergroot. Als je dat beweert, ontken je de grootsheid van het bestaan."

Pearl Sweetlife

Zeeduivel voor Amalia

De Geus, Breda, 384 p., 22,50 euro.

Oscar Van den Boogaard:

Je moet jezelf op het spel durven te zetten. In elke nieuwe situatie iemand anders worden

Steven Van Watermeulen:

Ik schrijf erg vanuit mijn intuïtie. Mijn geaardheid is heel duister. Ik zou onder een steen kunnen wonen, in een donker hol