Direct naar artikelinhoud

Het regent ontdekkingen in de ruimte

Elf nieuwe planetaire systemen, een oceaan op Mars, een zwart gat dat kometen vreet: het regent ontdekkingen in de ruimte dankzij steeds spitsere technologie. 'We zoeken nu ook naar plaatsen die op de aarde lijken', zegt astronoom Jan Cuypers.

De mateloos fascinerende vragen of er leven is op Pluto en of je kunt dansen op de maan zorgen voor een explosie aan nieuwe ontdekkingen in het heelal. "Vandaag is het iets kalmer. Maar woensdag zijn zeker tien nieuwe ontdekkingen gemeld", zegt Jan Cuypers, astronoom van de Koninklijke Sterrenwacht. "We plukken de vruchten van geavanceerde supertelescopen en sondes die enkele jaren geleden zijn opgesteldof gelanceerd om in veel meer detail de ons omliggende stelsels te onderzoeken. Dat was onmogelijk tot nu."

Een van de opmerkelijkste recente ontdekkingen zijn 26 nieuwe 'exoplaneten' buiten ons zonnestelsel. De Keplertelescoop van de NASA maakt dat mogelijk. "Voorheen wisten we van 500 exoplaneten. Nu hebben we er in minder dan twee jaar 60 extra ontdekt en zijn er 2.300 kandidaten waarvan het bestaan nog officieel moet worden bevestigd", zegt Doug Hudgins van de Keplermissie.Nu zijn 26 nieuwe planeten, verdeeld in elf planetaire systemen, ontdekt. Daarmee gaat het aantal systemen met meerdere planten in één klap van vijf naar zestien. De planeten variëren in grootte van half zo groot is als de onze tot groter dan de enorme Jupiter. De meeste cirkelen ze sneller en dichterbij om hun zon dan de planeten in ons stelsel.

Cuypers: "We willen een exemplaar vinden dat zoveel mogelijk op de aarde lijkt. Dat blijft ons aantrekken. Aanvankelijk konden we betrekkelijk grote exoplaneten ontdekken die behoorlijk dicht bij hun ster bewegen, maar daar is het te heet om leven mogelijk te maken. Met de nieuwste telescopen kunnen we nu ook kleinere exemplaren zien die op een welbepaalde afstand van hun ster cirkelen waardoor vloeibaar water en dus leven er mogelijk is. Ze bevinden zich ook dichter bij ons."

In december dook zo Kepler 22-b op, op ongeveer 600 lichtjaar hiervandaan. Kepler 22-b is ongeveer 2,4 keer zo groot als de aarde. De planeet staat iets dichter bij zijn zon dan de aarde bij onze eigen zon, maar omdat Keplers zon minder fel schijnt dan de onze, is het op die planeet toch slechts 22 graden Celsius.

Vorige week is in een naastgelegen zonnestelsel nog een exoplaneet ontdekt die griezelig veel op de aarde lijkt. Op de planeet heersen omstandigheden die wijzen op de aanwezigheid van water en dus op leven. Aan die ontdekking van GJ667Cc, op slechts 22 lichtjaar van de aarde, wordt veel belang gehecht, niet alleen omdat die zo dicht bij 'ons' is ontdekt en op de aarde lijkt, maar ook omdat het belangrijk bewijs zou kunnen leveren voor buitenaards leven.

Manen in de achtertuin

Ook wijst Cuypers erop dat we nog altijd nieuwe manen ontdekken, zoals de twee kleine manen in onze achtertuin, bij de enorme Jupiter. Verder zijn resten op Mars gevonden die wijzen op een oceaan waren eerder onmogelijk. De manen zijn ontdekt door de enorme Magellaantelescoop in Chili. Drie jaar geleden waren zulke verre, 'zwakke' hemellichamen niet te zien. Een lagefrequentieradar, Marsis, is er dan weer in geslaagd om voor het eerst ondergrondse diepten op Mars in kaart te brengen die wijzen op een oceaan. Cuypers: "Die ontdekkingen helpen ons eveneens inzien hoe het leven ontstaan kan zijn. Voor de Marsexpedities is water vinden het hoofdthema."

Vreemd genoeg weten we ook sinds vorige week pas in detail hoe de achterkant van onze eigen maan eruitziet, dankzij de beelden van NASA's Grail-expeditie. "De studie van de maan bleek tot nu toe veel minder spannend dan exoplaneten zoeken of Mars analyseren. We wisten meer over de maan van Mars dan over de onze. De totaal andere oppervlakte van de kant van de maan die we normaal niet zien, kan ons leren hoe ze precies is ontstaan tijdens een botsing van 'iets' met onze planeet."

Naast de nieuwe exoplaneten is vooral de recente conclusie over het zwarte gat in het midden van de Melkweg verrassend. Dankzij de Amerikaanse Chandra-röntgentelescoop zien astronomen dat het grote zwarte gat dat zich in het centrum van de Melkweg bevindt, asteroïden en kometen verslindt. Het zwarte gat is ruim vier miljoen keer zo zwaar als de zon en verbrijzelt objecten die zich op minder dan 150 miljoen kilometer bevinden.