Direct naar artikelinhoud

STANDPUNT

"De Zweedse coalitie vindt de welvaart van Wouter Torfs belangrijker dan die van de magazijnier van Wouter Torfs." Als verkiezingen gewonnen werden door diegene met de scherpste quotes, dan zat de sp.a gebeiteld met Bruno Tobback. Helaas.

De dodelijke maar niet altijd juist gemikte verbale kogels van de sp.a-voorzitter zijn misschien wel een van de vele, kleinere redenen waarom de socialisten in Vlaanderen ook op 25 mei weer zo belabberd scoorden. Veel warmte spreekt er niet uit deze woorden, afkomstig uit het weekendinterview met Tobback in deze krant. Wat jammerlijker is: veel juistheid ook niet.

Wat Tobback bedoelt te zeggen, en waar hij wel degelijk een punt heeft, is dat de centrumrechtse regeringen in Vlaanderen en straks in België liever geven aan wie al (veel) heeft, en menen dat dat dan wel de samenleving als geheel ten goede zal komen. De openbare dienstverlening en sociale verzekering mag ingeperkt worden, zo luidt de (centrum)rechtse redenering, want straks heeft iedereen het beter, als de welvaart naar beneden druppelt.

Bruno Tobback heeft gelijk als hij erop wijst dat het zo niet werkt. Maar Wouter Torfs, meervoudig werkgever van het jaar, is dan de vijand niet. Hij deed weliswaar menige wenkbrauw fronsen met zijn emotionele oproep voor een centrumrechts kabinet, maar hij is niet de woordvoerder van het harteloze neoliberalisme. Bedrijven zoals dat van Torfs zijn niet verantwoordelijk geweest voor het uitbreken van de crisis. Ze zijn in zekere zin evenzeer slachtoffer geweest van de financieel-morele onverantwoordelijkheid bij grotere banken en ondernemingen.

De quote van Tobback opent wel de vraag naar welke oppositie we mogen verwachten. Als Peeters I beëdigd raakt, zullen de posities helder zijn: zowel in Vlaanderen als in België zit rechts in de regering en links in de oppositie. Dat opent mogelijkheden voor een helder beleid en een harde oppositie en dus een deugddoende aanscherping van de ideologische tegenstellingen.

Maar hoe maakt links die oppositie ook effectief? Regeringsdeelname op de rug van de PS heeft het structurele probleem van links in Vlaanderen lang onder het tapijt geveegd, maar feit is dat de linkse partijen hier samen dik 25 procent wegen.

Vijf jaar oppositie is lang, maar rood en groen denken beter nu al na hoe ze de oppositie tot vijf jaar beperken. Werkgevers individueel aanpakken lijkt dan niet de juiste weg, structureel samenwerken wel. Het probleem van de sp.a - en van links als geheel - is inderdaad niet wie de partij(en) leidt. De vraag gaat zoveel dieper: hoe wordt links weer relevant?