Direct naar artikelinhoud

De wil van de Brusselse kiezer

Vlaanderen zal rekening moeten houden met de keuze voor een meertalig stadsproject

Politicoloog Dave Sinardet (VUB) heeft gelijk in zijn analyse van de kiesuitslag in Brussel Deze Week: "Brussel en Vlaanderen zijn twee democratieën." Als men dan toch elk verschil in politieke geografie tot 'democratie' uitroept, dan heeft België er geen twee, maar zeker drie, zo niet vier in het licht van de uitslag in de Oostkantons.

Brussel vertoont inderdaad een eigen profiel. De Nederlandstalige uitslag in Brussel staat haaks op die in Vlaanderen en is goed leesbaar op verschillende vlakken. Allereerst is er het opmerkelijke feit dat het aantal stemmen op Nederlandstalige lijsten is opgelopen tot ruim 55.500 stemmen, terwijl het aantal Vlamingen in Brussel terugloopt. Dat is het effect van het feit dat er vandaag meer Nederlands wordt gesproken in taalgemengde gezinnen dan in eentalige huishoudens. Een aantal anderstaligen vervullen hun burgerplicht dus door op Nederlandstalige lijsten te stemmen en niet alleen zij die gevolg gaven aan de stemoproep van Philippe Van Parijs. Twee derden van de Brusselse huishoudens zijn immers al taalgemengd en dat van die twee gemeenschappen is nog alleen een institutionele kwestie.

Dat verklaart ook grotendeels het matige succes van de N-VA in Brussel. De partij haalt maar de vierde plaats en dan nog dankzij het totale verval van het Vlaams Belang. N-VA en VB samen zijn maar net goed voor vier zetels. De andere partij met een uitgesproken Vlaams profiel in Brussel, de CD&V, gaat ook sterk achteruit en valt terug op twee zetels. De 'Brusselse Vlamingen' zijn dus samen goed voor zes zetels. Daarmee is de dreiging van een verdere splitsing van allerhande voorzieningen volgens taalrol en de uiteindelijke invoering van een soort subnationaliteit voor een tijdje van de baan. Wil men dat vanuit de andere gewesten aan Brussel opleggen, dan kan men zich wel aan sterke tegenstand verwachten.

Stedelijk verhaal

Daartegenover staan elf zetels voor de 'Vlaamse Brusselaars'. Terwijl de sp.a plafonneert - Pascal Smet was niet alleen de oppositie maar ook minister in de Vlaamse regering - winnen zowel Open Vld als Groen fors in stemmen en ook in zetels. Hoezeer ze ook verschillen op diverse inhoudelijke punten, het gaat om een doorbraak van het stedelijk verhaal. Guy Vanhengel heeft zich als sociaal liberaal sterk geprofileerd als tweetalige Brusselaar en als dwarsligger voor de plannen van N-VA. De Brusselse sp.a was 100 procent Brussel en komt op voor de uitbouw van een echte stadspartij. En hoewel Bruno De Lille, de voorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, in conflict kwam met het middenveld en vooral de gemeenschapscentra, maakte zijn partij Groen toch een sprong van +7 procent. Dat heeft te maken met de algemene positionering als radicaal progressieve stadspartij die in elke centrumstad vooruitgang boekt. Reken daarbij nog de Vlaamse verkozenen bij de vier PTB-PVDA-mandatarissen, dan kom je tot een duidelijke keuze voor een meertalig Brussels stadsproject, zelfs voor een 'région-à-part entière'. Vlaanderen zal daar rekening moeten mee houden.

Kosmopolitisch

Die uitslag is natuurlijk geen puur partijpolitieke kwestie. Het is het effect van een diepe evolutie in het Brusselse middenveld. Al diegenen die in het onderwijs, de cultuursector of in welzijn en zorg met Brussel bezig zijn, ondervinden aan den lijve de diepgaande herstructurering van de Brusselse bevolking. Dat stedelijk gewest is geconfronteerd met een geweldige demografische boom, die niet alleen de bevolking doet toenemen met zo'n 20.000 eenheden per jaar, maar meteen ook die bevolking sterk verjongt, verkleurt en minder vermogend maakt. De meerderheid heeft vandaag geen belgo-Belgische referenties, waardoor de twee officiële taalgemeenschappen in de minderheid zijn.

Daarenboven is al twee derden van de gezinnen taalgemengd. En met de Staten-Generaal van Brussel in 2008-2009 en de daaropvolgende projecten in de kunstensector, het onderwijs, de sociale bewegingen of het Brusselonderzoek, heeft die nieuwe kosmopolitische realiteit ook een maatschappelijke uitdrukking gekregen. Het Brusselse middenveld wil een eigen geïntegreerd project en dat bericht is in beide kiescolleges aangekomen.

De uitdagingen inzake onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en mobiliteit zijn bijzonder groot. Steeds meer ontstaat de indruk dat de instellingen van het federale België eerder deel zijn van het probleem dan wel van de oplossing. Te veel gemeenten die niet genoeg samenwerken met het gewest, twee gemeenschappen die nauwelijks met elkaar overleggen. Afspraken met de rand die nog moeten beginnen... Wat daarover in de andere gewesten en vooral in de eentalige media en partijen wordt verteld, lijkt veraf te staan van de Brusselse realiteit. De communautaire bril blijft bijziend voor wat in deze wereldstad gebeurt en nodig is.

Tactische berekening

Het is in die context vreemd vast te stellen dat de Vlaamse politieke wereld haar eigen belangen weerom boven de vertegenwoordiging van de Brusselse civiele maatschappij stelt. Het smeden van een coalitie onder de Nederlandstalige Brusselse partijen lijkt sterk af te hangen van berekeningen op federaal of Vlaams niveau. Eerder dan om een interpretatie van de wil van de Brusselse kiezer lijkt het om een evenwichtsoefening en politique-politicienne te gaan. Wil men de verliezende en erg traditioneel Vlaamse CD&V absoluut aan boord houden, dan zal die haar programma moeten herzien op het vlak van een reeks noodzakelijke Brusselse keuzes inzake kosmopolitisch onderwijs, meertalig cultuurbeleid of een herschikking van Brusselse bevoegdheden en regels. Een voor de hand liggende keuze voor een Brussels stadsproject en een duidelijk signaal naar Vlaanderen wordt zo doorkruist door ondoorzichtige en tactische berekeningen. Dit zou een grote vergissing zijn, want het zou vandaag net mogelijk zijn om de politiek opnieuw in lijn te brengen met de hoofdstroom in het Vlaams-Brusselse middenveld en om op trouwe manier uitdrukking te geven aan wat de Brusselse kiezers hebben aangegeven.