‘Bijbel’ van de Inca’s ontdekt

In de Peruviaanse Andes hebben archeologen drie van de meest heilige objecten ontdekt van de Incabeschaving. Deze zogenaamde ‘voorouderlijke stenen’ zouden een schakel zijn tussen de hemel en de onderwereld. Tot voor kort werd gedacht dat de stenen verloren waren gegaan.

De Inca’s kenden geen schrift en de voorwerpen vormden daarom een belangrijk element in hun religie en maatschappij. De heilig geachte koning bracht via de stenen een verbinding tussen de hemel en de onderwereld van de voorouders tot stand. De wetenschappers wisten van de kegelvormige objecten omdat ze beschreven waren door de 16de-eeuwse Spaanse conquistadores.

De kegels representeren de goden, de voorouders en de zon. Ze werden gevonden op tweeënhalve meter diepte onder een stenen platform. De archeologen achten het waarschijnlijk dat de roodgekleurde stenen als koninklijke symbolen van ultieme politieke en religieuze macht dienden. Volgens de conquistadores werden ze op een platform geplaatst als de koning de hoofdstad Cuzco verlaten had. Ook werden de objecten gebruikt in zonnerituelen, waarbij een gouden doek ze omhulde.

Bergen als heiligen

Een platform werd gebouwd op plekken hoog in de Andes. De bergtoppen werden door de Inca’s namelijk gezien als heiligen. Op dit moment zijn twintig van zulke bouwwerken bekend. In de constructie was een diepe inkeping gemaakt, waarin onder meer maïsbier gegoten werd. Tijdens feesten en heilige rituelen gebruikten de koning en zijn vazallen het als podium. Als het rijk instabiel werd, offerden de Inca’s op zulke plekken ook kinderen.