Direct naar artikelinhoud

Hocus pocus op de oliemarkt

De vraag naar olie groeit, maar de prijs daalt: een ongewone combinatie. Voormalige zekerheden over de relatie tussen prijs, schaarste, wereldpolitiek en olievoorraden staan op de helling. Wat is er aan de hand?

Zijn de Saoediërs wanhopig geworden?

Saoedi-Arabië geeft raffinaderijen in de Verenigde Staten extra korting, omdat het anders met zijn ruwe olie zou blijven zitten. Het land is weliswaar niet meer de grootste olieproducent (dat is Amerika), maar nog wel de grootste bruto-exporteur van ruwe olie. Met een korting van 45 dollarcent per vat (35 eurocent) voor Amerikaanse klanten wordt het gevecht geopend tegen de goedkope schalieolie, zo luidde de eerste reactie van veel analisten. Als de prijzen nog iets verder zouden zakken, is de exploitatie van Amerikaanse schalieolie immers niet meer rendabel.

De stap bewijst ook dat Saoedi-Arabië niet van plan is zijn productie te beperken. Dat zou slecht nieuws zijn voor oliekartel OPEC, dat de olie-exporterende landen groepeert en later deze maand bijeenkomt om productieafspraken te maken die de prijs weer moet laten stijgen.

Zo simpel is het echter niet, denkt olieanalist John Kemp van financieel persbureau Reuters. Sinds de zomer is Saoedi-Arabië 30 procent van zijn marktaandeel kwijtgeraakt in de Verenigde Staten. Nog meer exporteren naar de groeimarkten in Azië is op dit moment geen optie, zegt hij, dus zit er weinig anders op dan met de Amerikaanse prijs te gaan stunten.

Met wanhoop heeft dat weinig te maken. De olie in Saoedi-Arabië komt veel goedkoper uit de grond dan elders, en de voorraden zijn groot. Zelfs aan een olieprijs wordt goed verdiend. Trouwens: de korting voor de Amerikaanse markt wordt deels gecompenseerd door een extra opslag in rekening te brengen bij Aziatische en Europese klanten.

Waarom laten producenten de prijs dalen?

Niet onverwacht leidde de prijskorting tot een wereldwijde daling van de olieprijs met ruim 2 procent. De prijs is daarmee weer op het niveau van 2010 (Europa) en 2011 (Amerika) beland. De Saoedische olieminister Ali al-Naimi hult zich sinds september in stilzwijgen over zijn verkoopstrategie, maar over de politieke redenen van zijn houding wordt heftig gespeculeerd.

Een lage olieprijs is nadelig voor de grootste regionale politieke vijanden van Saoedi-Arabië: Iran en Syrië. Met name Iran heeft wanhopig hogere olie-inkomsten nodig. De binnenlandse uitgaven zijn hoog en de productie wordt beperkt door sancties. Ook voor Rusland, een van de weinige vrienden van Syrië, is een lage olieprijs slecht nieuws. Dat zou de Russische president Vladimir Poetin kunnen leren om beter naar Saoedische argumenten te luisteren.

Grote oliehandelaren geloven niets van zulke geopolitieke theorieën. Het blijft voor Saoedi-Arabië een rationele keuze om de oliekraan een beetje dicht te draaien teneinde de prijs te stabiliseren, zegt directeur Torbjörn Törnqvist van Gunvor, een van de grootste oliehandelaren ter wereld. Zo zal het volgens hem ook gebeuren, later dit jaar na de OPEC-conferentie.

Ging olie niet net heel duur worden?

Olie is ook duur. Het woord 'goedkoop' wordt gebruikt door handelaren met een kort geheugen. In 2008 schoot de prijs omhoog naar 148 dollar per vat, een historisch record. De huidige prijs ligt tussen 70 en 80 dollar. Dat is nog steeds heel veel, vergeleken met de prijzen die enkele decennia geleden werden betaald. Tussen 1983 en 2005 lag de voor inflatie gecorrigeerde olieprijs ruim onder de 60 dollar, en in 1998 was het zelfs even minder dan 20 dollar.

Olie zou schaars worden; is dat ook een mythe?

Schaars is olie niet, althans niet op korte termijn. "De toevoer is hoog en de vraagverwachting wordt bijna elke dag naar beneden bijgesteld", zegt energieanalist Hans van Cleef van ABN Amro. De extra productie komt deels uit onverwachte hoek. Brazilië bereikte in september een record van 2,3 miljoen vaten per dag. En anders dan werd verwacht is de productie in Libië en Irak, die door conflicten was stilgevallen, weer snel op gang gekomen.

De productie van conventionele olie groeit echter al tien jaar niet meer. De groei van het wereldwijde aanbod komt volledig voor rekening van schalieolie, teerzandolie en biobrandstof. Energiebedrijf Shell produceert nu minder olie en gas dan tien jaar geleden. De productie van Exxon is gezakt tot het laagste niveau in vijf jaar. Volgens het Internationaal Energie Agentschap is de mondiale olievoorziening waarschijnlijk gegarandeerd tot ongeveer 2035.

Waarom is benzine aan de pomp nog steeds zo duur?

Automobilisten in de Verenigde Staten klagen niet. Daar is de benzineprijs voor het eerst sinds vier jaar gedaald tot onder de 3 dollar per gallon, omgerekend 64 eurocent per liter. Europese automobilisten merken veel minder van de prijsdaling doordat die deels teniet wordt gedaan door de dure euro. Ondertussen zakt de prijs wel degelijk. In juli kostte een liter Euro95 nog 1,77 euro, nu 10 procent minder: 1,60 euro.