Direct naar artikelinhoud

Succesvolle groep zkt. zelfvertrouwen

BRUSSEL

Starsailor heeft het allemaal: uitstekende songs, op gezette tijden een hit en een zanger die er niet slecht uitziet en over een stem beschikt waarbij de rillingen je over de rug lopen. Zelfs de rest van de band heeft iets wat je charisma zou kunnen noemen. Toch onderstreepte het al maanden uitverkochte concert in de Ancienne Belgique vooral dat Starsailor nooit een échte topgroep zal worden.

De reden daarvoor lijkt een beetje ongebruikelijk, maar niettemin merkte je dinsdagavond in Brussel dat het een doorslaggevende factor was: James Walsh is niet arrogant genoeg. Voor een rockgroep van dit kaliber - ze bestaan straks tien jaar - mag je stilaan verwachten dat ze vol zelfvertrouwen het podium opstappen en vanaf de eerste song het publiek bij de strot grijpen. Ze hebben er tenslotte de songs voor.

Tweede thuis

En zoals gezegd: Walsh is een uitzonderlijk zanger. Alleen staat hij achter de microfoon met een houding die een en al verontschuldiging uitstraalt. Alsof hij zich niet wil opdringen aan de mensen die uitgerekend voor hém een kaartje hebben gekocht. In de AB - een zaal die hij nota bene “onze tweede thuis” noemde - werkte die verlegenheid zeker het eerste uur flink op de zenuwen, zéker omdat songs als ‘Tie Up My Hands’ en ‘On the Outside’ er ongemeen lijzig door klonken. Die houding had ook een weerslag op de rest van de groep, die geroutineerd en zelfs bezadigd door het eerste uur van de set slenterde. Een set waarin, mag het even onderstreept, niet één slecht nummer te bespeuren viel. Van het weemoedige ‘All the Plans’ over het verstild ingezette ‘Alcoholic’ tot het nieuwe ‘Boy in Waiting’: allemaal waren het songs waar je als conculega alleen jaloers op kon zijn, en Starsailor heeft nu al genoeg singles om een foutloze best of mee te vullen.

Tandeloos

Maar live vlijden die nummers zich eerder in een comfortabele zetel neer dan dat ze hun tanden lieten zien. Zelfs ‘Silence Is Easy’, een song als een statement nochtans, miste de kracht om het optreden een niveau hoger te tillen. Dat gebeurde pas bij ‘Four to the Floor’, waar Starsailor eindelijk leek te beseffen dat het tijd werd om wakker te worden. En kijk: zelfs Walsh durfde plots vooraan op het podium te staan om er een psychedelisch stukje gitaar te spelen. Zijn akoestische versie van de Beatlesclassic ‘Let It Be’ maakte indruk, en ‘Tell Me It’s Not Over’, de hit die de groep onlangs weer op de kaart zette, klonk live zelfs nog beter dan op plaat. Ook de bisronde - waarin het van U2 geleende ‘All I Want Is You’ nog even langs kwam - overtuigde, en het op een bolle bas voortwalsende ‘Good Souls’ was zelfs goed voor kippenvel. Daarmee werd het optreden in extremis toch nog rechtgetrokken. Maar gezien al de troeven die de groep in huis heeft, had het beter, véél beter gekund.