Direct naar artikelinhoud

Bedrijfsauto blijft koning van de weg

Het aantal bedrijfswagens in ons land blijft toenemen. De gebruikers tonen maar weinig interesse in de 'cash for car'-regeling die de regering uitwerkte. De mobiliteitsorganisaties roepen nogmaals op om werk te maken van een mobiliteitsbudget.

In 2017 werden 292.734 nieuwe bedrijfswagens ingeschreven. Dat is een groei van 3,2 procent ten opzichte van 2016, ook al een recordjaar, zo meldt De Tijd. Die evolutie valt eenvoudig te verklaren, meent Johan De Mol, mobiliteitsexpert aan de UGent: bedrijfswagens zijn voor werkgevers fiscaal veel voordeliger dan extra loon. "Ik ken een aantal mensen die met de trein naar het werk gaan en toch een bedrijfswagen hebben."

Het gaat verder dan louter een fiscaal voordeel, zegt Frank Van Gool, algemeen directeur van leasefederatie Renta. "Als je een ongeval hebt, wordt dat allemaal voor jou afgehandeld. Je hoeft je ook geen zorgen te maken of je het onderhoud kunt betalen. Dat is allemaal comfort. Eens je gewend bent aan een bedrijfswagen, wil je die niet meer afgeven."

Meerderheids- en oppositiepartijen willen het aantal bedrijfswagens nochtans al jaren een halt toeroepen om zo het steeds grotere fileprobleem aan te pakken. Zo werkte de federale regering een 'cash for car'-regeling uit. Daarbij kunnen werknemers hun bedrijfswagen omzetten naar een cashvergoeding. Dat systeem trad echter nog niet in werking omdat er heel wat kritiek op kwam. De sociale partners en de mobiliteitsorganisaties schoten het af omdat het systeem volgens hen weinig te maken heeft met mobiliteitskeuzes, maar vooral gebruikt zal worden als fiscale bonus.

"Met 'cash for car' los je niets op", zegt Joost Kaesemans van autofederatie Febiac. "Je zegt gewoon tegen de mensen die nu al een salariswagen hebben: 'Je krijgt een enveloppe met geld, zet daar de helft van op de bank, en koopt met de rest een kleine tweedehandsauto'. Zo maken we ons wagenpark alleen maar ouder."

Bovendien blijkt uit een bevraging van 1.000 bedrijfswagengebruikers door Febiac en Renta dat 80 procent van hen 'cash for car' zelfs niet wil overwegen, net vanwege het comfort. Slechts een klein deel van de gebruikers zal dus voor cash kiezen. "Bijvoorbeeld koppels die in de stad wonen en allebei een bedrijfswagen hebben. Dan moeten we als sector eerlijk durven zijn: die mensen hebben een bedrijfswagen niet echt nodig", zegt Van Gool.

Maar ook hij benadrukt dat dat amper invloed zal hebben op het mobiliteitsprobleem. "Welke wagens ga je zo uit het verkeer halen? Vooral diegene die nu al weinig kilometers doen. Dat zal er wel voor zorgen dat er minder parkeerproblemen zijn, maar het mobiliteitsprobleem zal je niet echt oplossen."

Volgens De Mol is vooral de tankkaart het probleem. "70 procent van de bedrijfswagengebruikers heeft een tankkaart, 30 procent heeft zelfs een tankkaart voor heel Europa. Het is inderdaad zo dat sommigen, zoals verpleegsters of postbezorgers, moeilijk zonder bedrijfswagen kunnen. Maar probeer dat te beperken tot de kilometers die werkelijk voor het werk gereden worden."

Mobiliteitsbudget

Net als De Mol zien Febiac en Renta in een volwaardig mobiliteitsbudget een mogelijke oplossing. Met zo'n budget kan elke werknemer kiezen tussen een bedrijfswagen, een abonnement op bus of trein, of een fiets. "Zo kun je mensen een pakket op maat aanbieden", zegt Kaesemans.

De regering besliste om tegen eind januari met een concreet wetsontwerp te komen, op basis van het voorstel van de sociale partners.

"De situatie is onhoudbaar. Weer bijna 300.000 nieuwe bedrijfswagens erbij. Zo kan het echt niet verder. Er moet een mobiliteitsbudget komen", vindt Open Vld-Kamerlid Egbert Lachaert. Daar moet 'cash for car' volgens hem een onderdeel van zijn. "Dan gaan de mensen echt een keuze hebben." Hij wordt bijgetreden door Jef Van den Bergh (CD&V). Die wijst erop dat ook langs werkgeverskant de vraag naar een mobiliteitsbudget toeneemt. Lachaert hoopt dat beide maatregelen - 'cash for car' én het mobiliteitsbudget - tegen de zomer goedgekeurd kunnen worden door het parlement.