Direct naar artikelinhoud

Wonen in de wachtrij

Vlaanderen zit in een wooncrisis. 125.000 mensen staan op de wachtlijst voor een sociale woning. Van de private huurders houdt 30 procent te weinig budget over om menswaardig te leven. Veertien middenveldorganisaties vragen ingrepen op de korte en de lange termijn.

Zowel op de private als op de sociale huurmarkt is er een structureel tekort aan woningen. Dat is de conclusie van een rapport van het Crisisplatform Wonen, een samenwerking van veertien organisaties zoals de centra voor algemeen welzijnswerk, Netwerk Tegen Armoede, het Vlaams Huurdersplatform en Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Enerzijds kampt Vlaanderen met een tekort aan sociale huurwoningen. Die beslaan 6,7 procent van de woningmarkt. In Vlaanderen zijn er 150.000 sociale huurders, maar 125.000 mensen staan op een wachtlijst. Om die wachtlijst weg te werken, is dus bijna een verdubbeling van de capaciteit nodig.

"De gemiddelde wachttijd voor een sociale woning is 1.131 dagen", zegt Joy Verstichele van het Vlaams Huurdersplatform. "Dat is meer dan drie jaar. Het kan oplopen tot tien jaar voor gezinnen die een woning nodig hebben met vier slaapkamers."

Er zijn nog meer mensen die officieel niet op de wachtlijst staan maar er wel recht op hebben. In totaal zou het om 240.000 gezinnen en alleenstaanden gaan.

Vlaanderen investeert nochtans in sociale woningbouw. Minister van Wonen Liesbeth Homans (N-VA) heeft sinds 2014 meer dan 2,9 miljard euro vrijgemaakt voor de nieuwbouw en de renovatie van sociale woningen. In 2018 zal het gaan om 825 miljoen euro.

Huurpremies

"Het aantal sociale huurwoningen stijgt, maar onvoldoende als je rekening houdt met de toename van het aantal huishoudens", zegt Charlotte Vandycke van Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Wie geen sociale woning krijgt, moet op zoek op de private huurmarkt. Minister Homans heeft ook die budgetten verhoogd. Het bedrag voor huurpremies voor wie in afwachting van een sociale woning op de private huurmarkt aangewezen is, gaat van 8,8 miljoen euro in 2014 naar 18,7 miljoen euro in 2018. Het budget voor de huursubsidie steeg in die tijd met meer dan 25 procent. Het Vlaams Huurdersplatform vreest dat dat te weinig is. 84 procent van alle woonsubsidies gaat naar eigendomsondersteuning, zoals de woonbonus. "14 procent gaat naar sociale woningen, en 2 procent naar de private huurmarkt", zegt Verstichele. "In die laatste categorie zit de grootste kwetsbaarheid."

In heel Vlaanderen proberen vrijwilligersorganisaties de gaten dicht te rijden. Bij De Olijfboom in Gent schuimen vier vrijwilligers drie dagen per week het internet af op zoek naar woningen, samen met de gezinnen in armoede. Het afgelopen jaar hebben 127 mensen zich bij De Olijfboom gemeld met een woonprobleem, in 41 gevallen vond de organisatie een oplossing.

Alle kwetsbare Gentenaars zijn welkom, maar de grote meerderheid zijn nieuwkomers. Zoals een Somalisch gezin dat met zeven in een woning met vier slaapkamers verblijft. De verwarming werkt amper en het regent binnen. "De huisbaas wil ons eruit, om te kunnen verbouwen", zegt de moeder van het gezin. "Ik weet niet waar we heen kunnen. Hij kan ons er elk moment uit zetten."

Dramatisch hoogtepunt

Volgens het rapport van het Crisisplatform Wonen bereikte de wooncrisis het afgelopen jaar "een dramatisch hoogtepunt", onder andere doordat erkende vluchtelingen binnen twee maanden de asielopvang moeten verlaten. Die komen dan op de private huurmarkt. "In werkelijkheid hebben vluchtelingen zes maanden tot een jaar nodig om een woning te vinden", zegt Charlotte Vandycke van Vluchtelingenwerk Vlaanderen.

Daardoor komen ze in tijdelijke woningen terecht, bij huisjesmelkers, of op straat. In sommige steden zijn er vzw's die zelf woningen huren, om ze onder te verhuren aan vluchtelingen.

"Ondertussen vallen de middelen weg die steden krijgen van de Vlaamse regering om vluchtelingen te helpen", zegt Rudi van Landeghem van De Olijfboom. "De vluchtelingencrisis zou voorbij zijn, terwijl bijvoorbeeld de gezinshereniging nu pas op gang komt."