Direct naar artikelinhoud

Schrijvers zijn armoezaaiers

Het artikel over de benarde financiële toestand van onze auteurs (DM 25/3) zegt in feite weinig nieuws: op enkele uitzonderingen na heeft nooit een Vlaams auteur van zijn literaire pen kunnen leven.

Wat mij stoort is de denigrerende uitlating: ‘Het beeld van de Vlaamse schrijver als leraar of ambtenaar die na zijn uren schrijft, klopt allang niet meer’. Het zijn de woorden van Patrick de Rynck van de Vlaamse auteursvereniging.

Jeroen Brouwers is lector geweest bij Manteau, Paul de Wispelaere was eerst leraar en daarna professor. Boon heeft altijd voor een krant gewerkt. Claus moest ‘schnabbeltjes’ aanvaarden zoals vertaal- en reclamewerk. En in een verder verleden had je de bakker Stijn Streuvels. Kortom, romanschrijvers en dichters hebben in Vlaanderen nooit van hun pen kunnen leven en dat heeft hen niet belet om uitzonderlijk werk te produceren.

Ons taalgebied is zo klein dat het slechts uitzonderlijk zal gebeuren dat een auteur enkel zijn brood zal verdienen met zijn pen. Tenzij hij een ‘commercieel genre’ beoefent zoals de thriller.

Staf De Wilde, De Haan