Direct naar artikelinhoud

Hulplijn voor ouders Syrië-strijders blijft dode letter

Van de beloofde hulplijn voor bezorgde ouders van mogelijke Syrië-strijders is weinig in huis gekomen. Dat blijkt uit een rapport van de Vlaamse regering over het deradicaliseringsplan van Liesbeth Homans (N-VA). Ook uit haar eigen partij klinkt kritiek.

Een helpdesk waar bezorgde ouders terechtkunnen als ze vermoeden dat hun zoon of dochter zich inlaat met moslimfundamentalisme. Het moest hét sluitstuk van het antiradicaliseringsplan van de Vlaamse regering worden. Nu blijkt dat er zelfs nog niet eens een echte aanzet is geweest. Dat staat te lezen in een rapport van de Vlaamse regering, waar een eerste stand van zaken wordt opgemaakt. Deze krant kon de tekst inkijken.

Hallucinant

Op 10 december staat er een vergadering over de hulplijn op het programma, met onder meer Kind en Gezin, Welzijnswerk, ouderverenigingen en het onderwijs. De werkgroep moet een "bevraging van de huidige noden op het terrein organiseren". Ambtelijke taal voor: "We moeten er eigenlijk nog aan beginnen."

Zo'n hulplijn was nochtans de expliciete vraag van de ouderverenigingen van Syrië-strijders die begin dit jaar emotionele getuigenissen aflegden in het Vlaams Parlement. De politiek schaarde zich al snel achter het idee: het werd opgenomen in het actieplan dat Vlaams minister Liesbeth Homans (N-VA) in april voorstelde.

"Ik ben erg teleurgesteld", vertelt Saliha Ben Ali van oudervereniging SAVE Belgium. Zij verloor een zoon in Syrië en getuigde in het parlement. "Zo'n lijn is bijna even belangrijk als wat de veiligheidsdiensten doen. Zo weet de overheid waar de radicalisering zich situeert, maar het kan vooral een directe steun en troost bieden voor de ouders."

"Hallucinant", vindt ook Vlaams Parlementslid Yasmine Kherbache (sp.a). "Dat de regering de belofte aan de ouders breekt, getuigt van weinig sérieux en dadendrang." Ze wijst ook op het succes van de hulplijn die in Nederland eind vorig jaar werd opgericht door bezorgde ouders zélf.

Extra hulp

Opvallend daarbij is dat ook N-VA-parlementslid Nadia Sminate (N-VA) zich aansluit bij de kritiek. "Die lijn moet er zo snel mogelijk komen, daarover moet je niet nog maanden debatteren", zegt de voorzitter van de commissie Deradicalisering. Tegelijk geeft ze aan dat er op andere vlakken wel degelijk vooruitgang is geboekt. "Zo is er bijvoorbeeld extra financiële hulp gekomen voor de gemeenten met radicale jongeren."

Het is nochtans haar partijgenote Homans die als minister van Inburgering het deradicaliseringsplan coördineert. Let wel, het is minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) die specifiek bevoegd is voor de hulplijn. Geen van beiden wenst te reageren voor maandag, want dan pas wordt het rapport voorgesteld in het parlement. Het belooft alvast een pittig debat te worden.