Direct naar artikelinhoud

Meer jobs, en toch meer werklozen

De afgelopen tien jaar was de Belgische werkloosheid nooit hoger dan nu, met een werkloosheidsgraad die in juni tot 8,7 procent is opgelopen. Tegelijk ligt de werkgelegenheidsgraad ook op een recordniveau. De paradox van onze hybride arbeidsmarkt.

In absolute zin ligt het aantal niet-werkende werkzoekenden met 610.893 mensen op het hoogste niveau in tien jaar. Uitgedrukt in procenten bedraagt de werkloosheidsgraad 8,7 procent. Dat blijkt uit de laatste bijwerking van het Statistisch Tijdschrift van de Nationale Bank.

Wie de arbeidsmarkt een beetje van nabij volgt, schrikt niet van de stijgende curve op zich. Wel doet het hoge cijfer even naar adem happen. "Dit is geen explosie van de werkloosheid, maar intussen is die op kousenvoeten wel almaar gestegen tot op dit huidige hoge niveau", zegt ook arbeidsmarktdeskundige Jan Denys.

Voor professor Arbeidspsychologie Frederik Anseel (UGent) vooral het bewijs van de hardheid waarmee deze crisis, die zijn oorsprong kent in 2008, heeft toegeslagen. Daardoor zijn er letterlijk jobs verloren gegaan: met zowel de grote collectieve ontslagen, als het schrappen van banen in kleinere bedrijven. Dat effect heet dan pure jobdestructie.

De lichte herneming van de economie in 2010 was ook niet van die aard dat ze het jobpeil terug op het niveau van voor de crisis bracht. Het was hooguit even een adempauze. Maar intussen blijft de aanhoudende crisis een probleem voor veel bedrijven en sectoren, die stilaan op hun tandvlees zitten.

Seizoensarbeid

Toch is dit aspect slechts één van de verklaringen van de forse stijging. Tegelijk spelen ook de seizoenseffecten mee. Dat net juli het recordcijfer laat optekenen van het voorbije decennium, is geen toeval. In de zomermaanden is het op economisch vlak altijd wat rustiger, waardoor bedrijven minder een beroep doen op tijdelijke krachten. Desondanks blijft het cijfer hoog. En de cijfers van de interimkantoren laten niet meteen enig herstel optekenen.

Uit dit alles moet blijken dat de werkloosheid nog niet eens zijn piek heeft bereikt. De eerste voorzichtige tekenen van een langzaam economisch herstel zijn er misschien wel. Die scheuten zijn nog onvoldoende voor een effect op de arbeidsmarkt, die altijd met enige vertraging reageert.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) verwacht dat de werkloosheidsgraad in België in 2014 nog stijgt tot 8,9 procent. Wat de werkloosheid betreft, doet Vlaanderen het beter dan België als geheel. In juli telde Vlaanderen 235.980 niet-werkende werkzoekenden. Dat komt neer op een werkloosheidsgraad van 7,95 procent. Maar uit de prognoses van HERMREG (een regionaal macro-econometrisch model dat ontwikkeld werd tussen de gewesten en het Federaal Planbureau) zal Vlaanderen volgend jaar ook zijn werkloosheid nog zien toenemen, tot 8,9 procent, om pas tegen 2018 het precrisisniveau te bereiken.

Demografie

Een beetje troost voor die vele werkzoekenden is dat de werkgelegenheid ook gestegen is. Vorig jaar had ruim 4,55 miljoen Belgen een job. Dat getal is eveneens het hoogste niveau in het voorbije decennium. Daar is geen discrepantie mee gemoeid: een hogere werkloosheid én toch een groter jobaanbod betekent alleen dat de beroepsbevolking zelf ook gestegen is. Een puur demografisch gegeven.

En dan komt het hybride karakter van onze arbeidsmarkt aan de oppervlakte. Omdat de beroepsbevolking sneller groeit dan het aantal beschikbare banen, stijgt netto de werkloosheid. Het is die cocktail die zorgt voor een grote uitdaging. Want de vrees dat ook de groei van de werkgelegenheid stagneert, neemt toe.

Niet iedereen deelt die sombere analyse. Zo denkt Frederik Anseel dat eenmaal de economie aantrekt het heel snel in de omgekeerde richting kan gaan. Met de gekende war for talent tot gevolg. Al is dat voor de huidige generatie werkzoekenden een magere troost.

En zeker wie vandaag al aankijkt tegen een langdurige werkloosheid kan het moeilijk krijgen om in de toekomst alsnog aan de bak te geraken. Als de beleidsmakers iets kunnen doen, dan is het wel hun aandacht en beleid richten op die groep.