Direct naar artikelinhoud

Prinses Astrid onder vuur aan hoofd handelsmissies

Prinses Astrid vertrekt zondag voor het eerst als koninklijk vertegenwoordiger op een economische missie naar Angola en Zuid-Afrika. Volgens de N-VA kan Astrid de handelsmissies wettelijk niet leiden.

Premier Elio Di Rupo (PS) liet in een brief van 17 juli aan minister-president Kris Peeters (CD&V) weten dat koning Filip erevoorzitter van de raad van bestuur van het Agentschap Buitenlandse Handel zou blijven, maar dat prinses Astrid de twee volgende missies zou leiden.

"De federale regering heeft geïmproviseerd, terwijl de wet van 2002 duidelijk zegt dat het de erevoorzitter is die missies moet leiden", stelt Vlaams parlementslid Karim Van Overmeire (N-VA). "Niemand staat boven de wet. Niet het Agentschap Buitenlandse Handel, niet de federale regering, en ook niet het koningshuis."

De N-VA'er heeft er ook problemen mee dat de federale regering op 18 juli een formele beslissing nam. "Zonder ook maar even te wachten op het antwoord uit de Vlaamse regering. Het antwoord was onderweg, maar de regering werd voor voldongen feiten gesteld."

Officieel heeft de N-VA geen bezwaar tegen gemeenschappelijke handelsmissies. "Vlaanderen organiseert gemeenschappelijke missies met Nederland en Catalonië, dus waarom niet met Wallonië. Maar dan moet men Vlaanderen daar ook effectief in kennen en niet doen alsof. Bovendien hebben we daar geen aparte structuur met tientallen personeelsleden voor nodig."

Nu Filip koning is geworden, willen de Vlaams-nationalisten dat de structuur achter de buitenlandse zendingen herdacht wordt "in plaats van gewoon een nieuwe prins of prinses te zoeken en alles bij het oude te laten".

Peeters verklaarde eerder in het Vlaams parlement dat de inschakeling van Astrid een tijdelijke oplossing kan zijn. "Er zijn twee missies gepland voor dit najaar." Maar in een adem voegde hij eraan toe dat de tijd moet worden genomen "om te bekijken hoe de prinselijke begeleiding van handelsmissies er in de toekomst zal uitzien".