Direct naar artikelinhoud

Lichtvanger

Pascal François heeft in twintig jaar tijd een indrukwekkend portfolio aan particuliere woningen opgebouwd. Geen architect die zich zo richt op het binnen-halen van daglicht als de Aalsterse ontwerper. 'De zon schijnt dan ook voor iedereen', lacht François. En toch, de manier waarop hij het daglicht vangt, doet altijd dromen.

Sinds hij in 1994 startte als zelfstandig architect, heeft hij nooit om opdrachten verlegen gezeten. Opmerkelijk is dat hij vrijwel uitsluitend privéwoningen uittekende. En hoe breed het scala aan die woningen ook is, steeds zijn ze terug te brengen tot een uitgesproken hedendaagse vormgeving geënt op drie belangrijke sporen. Althans, zo verwijst hij zelf naar de drie architecturale peilers in zijn werk.

"We bouwen ten eerste altijd in functie van de bouwheer", klinkt het. "We bedrijven geen stijlarchitectuur enkel om de stijl; het gaat steeds om de door de bouwheer vooropgestelde wensen. Daarnaast zijn de details en de materialisering van essentieel belang. Daarin speelt vaak de context. Een fraai vergezicht, of eerder een uitzicht dat je moet verhullen. En een derde belangrijke peiler in onze architectuur is licht. We proberen altijd te spelen met het licht. Dat is de brandstof waarop onze motor draait. We trachten ook de veranderende banen van het licht zo veel mogelijk mee te laten spelen in het ontwerp. Al de rest - van materiaal tot structuur - is dan flexibel."

Het oriënteren naar de zon om te allen tijde het daglicht tot diep in het bouwwerk te laten binnenstromen, heeft bijgedragen tot de signatuur van de architect. De manier waarop Pascal François lichtstraten of raampartijen weet in te schakelen in een bouwvolume, heeft een bepalende impact op de bijzondere woonervaring. "En als we het met één lijn kunnen doen, hoeven we er geen twee te tekenen", verwoordt hij bijkomend het heilzame credo van het minimalistische wonen.

Niet dat François de vrijheid van de bouwheer daarin aan banden legt, wel de wildgroei aan visueel verstorende elementen. "We gaan nogal ver in het detailleren van plannen", duidt hij. "Dat maakt dat we een arbeidsintensief ontwerpproces hebben, maar goede detailleringen vooraf leiden tot een goede materialisering nadien. Dan maakt het niet meer uit of je met bakstenen werkt of met staalbouw of wat dan ook."

Aan adelbrieven geen gebrek. De voorbije twee decennia heeft Pascal François een indrukwekkend aantal woningen gecreëerd en pas sinds 2007 staan er ook grotere projecten op het palmares. "Dat is vrij laat in mijn professionele carrière, maar de vraag of de aanleiding kwam er pas voor het eerst toen een bevriende collega me vroeg om samen een voorstel in te dienen voor een wedstrijd voor sociale woningen in Liederkerke. Die hebben we gewonnen en nu zijn er al zeventien aaneengeschakelde

woningen gebouwd", klinkt het trots. "Binnenkort wordt er zelfs een tweede bouwfase opgestart."

De manier waarop François daar de woonvolumes aan elkaar schakelde, laat zien hoe ook sociale woningbouw discreet en persoonlijk kan zijn. De negen woningen aan de ene zijde van de straat openbaren zich aan het straatbeeld als waren het strakke, hedendaagse villa's.

Gidsland Zwitserland

Pascal François is geboren (°66) en getogen in Aalst en deze stad heeft hem ook architecturaal voor een groot stuk gevormd. Nadat hij afstudeerde aan het Gentse Sint-Lucas, liep hij eerst stage bij Achiel Hutsebaut. Deze gereputeerde Aalsterse architect staat bekend als stille pleitbezorger van de postmodernistische architectuur en heeft een grote invloed op François gehad. Vooral in het streven naar tactiliteit in de architectuur en de nooit aflatende zorg voor detaillering. "Hutsebaut was de zoon van een schrijnwerker; hij heeft mij als architect leren omgaan met details. Details die we vervolgens materialiseerden tot meubels", luidt zijn lofzang aan het adres van de uomo universalis die Hutsebaut is.

Ook die andere Aalsterse architect, Christian Kieckens - zelf eveneens als stagiair gevormd door Achiel Hutsebaut - heeft een subtiele hand gehad in de verdere ontwikkeling van Pascal François. De manier waarop hij het geheel van lijnen telkens zowel extern als intern op elkaar weet uit te plotten, is een talent dat onder Kieckens sterker tot uiting kon komen. "In de architectuur is er nooit één oplossing", klinkt het. "Er is niet één zaligmakend antwoord. Dat maakt architectuur net zo interessant. Elke keer opnieuw treed je een ander creatief zoekproces binnen en blijf je streven naar de juiste balans tussen woonfuncties, context en de bindende factor in alles: licht."

Van Christian Kieckens is bekend dat hij erg tuk is op Zwitserland als gidsland in de architectuur. "Zwitsers hebben respect voor architecten", zei hij ooit in een interview, er prompt aan toevoegend dat het contrast met België nadien hem telkens deprimeert.

Pascal François kan dat beamen. Hij trok in 1991 voor een jaar naar Zwitserland om er te werken bij Hans & Linus Meier. "Een fantastische tijd. Ik heb heel veel geleerd bij Meier. Het beroep van architect wordt in Zwitserland bovendien erg gewaardeerd, terwijl je in België toch eerder als de pispaal van de bouwsector wordt gezien. Dat zullen veel collega's met me eens zijn."

In Zwitserland worden ontwerp en uitvoering losgekoppeld, zoals dat ook in Nederland gangbaar is, maar de inbreng van de architect wordt er meteen ook veel hoger ingeschat. "De honoraria zijn er bijna het dubbele van hier, terwijl de hele bouwopvolging in tegenstelling tot bij ons niet op conto van de architect komt. Dat maakt dat ze veel dieper kunnen gaan in het creatieve ontwerpproces."

Temperamentia

François blijft Zwitserland een warm hart toedragen en mochten de Zwitsers in 1992 de toetreding tot de Europese Unie niet hebben weggestemd, dan was de kans groot dat hij daar zijn loopbaan zou hebben uitgebouwd.

"Mijn carrière zou zich anders hebben ontwikkeld, daar ben ik van overtuigd. Al heb ik me mijn terugkeer naar Aalst nooit beklaagd, hoor. De afstand tot Zwitserland is er emotioneel gezien ook niet groter op geworden. We hebben er nog heel nauwe banden."

Hij zegt "we", want François leerde uitgerekend in Zwitserland zijn echtgenote kennen die er als kinesist werkte. "Ook zij is van Aalst en al woonden we hier op een boogscheut van elkaar, de tientallen kilometers afstand tussen ons in Zwitserland werden veel sneller overbrugd via gemeenschappelijke vrienden."

Misschien heeft de consequente lijn van zijn architecturaal elan nog steeds met Zwitserland te maken. Het jonge bureau Pascal François Architects heeft zich nooit op een rabiate vernieuwingsdrift laten betrappen, maar volgde een gedegen en getemperd parcours. Een parcours waarin nieuwe methodes, materialen en verhoudingen als bouwparameters met elkaar in overeenstemming werden gebracht.

Een kantelmoment daarin, zoals dat vaak bij architecten het geval is, was de bouw van zijn privéwoning. "Dat was zowat de moeilijkste opdracht tot nu toe. Omdat je je nek wilt uitsteken. Je wilt tonen waar je voor staat én tegelijk wil je niet etaleren, want dan verlies je het van de tijd. Je wilt geen schaamrood op de wangen krijgen na tien jaar..."

Het is zoals de Nederlandse auteur Christiaan Weijts optekent in zijn recente roman Euforie: "De beste bouwmeesters paren genie aan de klassieke deugd van matigheid en zelfbeheersing, van temperamentia". Francois: "In mijn eigen huis wilde ik zo veel mogelijk mezelf tonen en tegelijk zo weinig mogelijk de architect in de verf zetten. De keuze om voor een verlijmde gevel uit baksteen te gaan, ging toen in tegen het met crepi beklede ideale woonbeeld van de modernisten. Alsof je niet hedendaags kunt bouwen zonder gevelpleister. Je had wel bakstenen, maar toentertijd domineerde bij lijmwerk de maatvastheid van machinale stenen. Geen millimeter tolerantie was er, alle stenen moesten exact even groot zijn waardoor gevels een steriele indruk nalieten. Ik heb echt moeten zoeken naar een handvormgevelsteen die toch maatvast genoeg was om hem te kunnen lijmen. Ik wou hiermee uitdrukking geven aan de idee van een beschermende huid en detailleerde het gevelmetselwerk zo als was het slechts één millimeter dik."

De volgende stap in zijn carrière wordt de verbouwing van de Couverture, een industrieel litteken in het hart van Aalst waarin Pascal François zijn architectenkantoor wil onderbrengen. Enkele jaren geleden kocht hij er een pand en intussen heeft het overleg met de andere eigenaren van de overige gebouwen geleid tot algehele ontwikkelingsplannen. Een groots opgezette transformatie waarvoor François de visie mag uittekenen en de Couverture mag regisseren. Het wordt een nieuw ijkpunt, daar kun je van op aan.

Geen doordruk

Ook werkt hij intussen samen met de Hasseltste toparchitect Bart Lens om een ontwerpvoorstel in te dienen voor een project in Oostende. "Bart is al jaren collega-docent van me aan Sint-Lucas en het wederzijdse respect was altijd zodanig dat we zeiden: ooit moeten we eens samenwerken. En kijk, nu komt het er eindelijk van.

"Ik ben blij dat ik van het ene project in het andere ben kunnen rollen, maar ook dat ik daardoor steeds nieuwe klanten heb gekregen die architectuur naar waarde schatten. Bouwheren met grotere bouwbudgetten bieden uiteraard meer mogelijkheden, maar ik ben van mening dat we er als bureau ook hard voor werken. We zijn gedreven door een architecturale visie, beoefenen geen stijlarchitectuur waarin elk nieuw bouwproject een doordruk is van het vorige.

"We volgen een arbeidsintensief ontwerpproces; voor één huis zitten we al snel aan tientallen detailtekeningen. Dat vergt veel. Van mezelf én van mijn vier medewerkers. Maar alleen zo zijn we kunnen groeien. Dat is ook wat ik mijn studenten wil meegeven: architectuur gaat niet om de huls, maar om de kern. Het zijn de details die zich naar volumes zullen vertalen. Niet omgekeerd."