Direct naar artikelinhoud

‘We kunnen hier alleen maar bidden’

Meer dan 36 uur heeft meneer Ozeki moeten wachten op nieuws over zijn gezin. ‘Ze zijn in shock, maar stellen het goed’, knikt hij vermoeid. De chef-kok van het Brusselse restaurant Izaka-Ja staat alweer achter het fornuis, maar ook in de keuken spookt de ramp door zijn hoofd. ‘De situatie is ingewikkeld. De komende weken worden nog moeilijk’, meent een klant.

Meneer Ozeki wijst naar zijn hart. “We hebben geluk gehad. Geluk dat we het er levend vanaf hebben gebracht.” De chef-kok van restaurant Izaka-Ja in Elsene woont en werkt al 25 jaar jaar in België, zijn gezin is in Japan achter gebleven. Zijn vrouw en dochter wonen in de havenstad Sendai, midden in het getroffen gebied, zijn zoon verblijft in Tokio. Meer dan 36 uur heeft Ozeki moeten wachten op enig teken van leven, de telefoonlijnen weigerden immers alle medewerking. “Ze zijn in shock, maar stellen het verder goed.”

Hij zucht. Hij is erg opgelucht, zegt hij, maar oogt vermoeid. “Mijn familie woont in een flatgebouw, redelijk hoog”, legt Ozeki uit. Wellicht is dat hun geluk geweest. Dat en het feit dat ze redelijk ver van de kust wonen. “Want niet de aardschok, maar de tsunami heeft de meeste schade aangericht. Binnen is alles vernield, heb ik gehoord. Maar het gebouw staat nog recht. Inmiddels hebben ze ook water en elektriciteit.”

Het is middag, en ober Masa Nakamaso loopt en af en aan met gefrituurde vis en kommetjes dampende rijst. Hij komt uit het zuiden van Japan, dat minder getroffen is, en hoorde het nieuws via een journalist die het restaurant belde met de vraag om een reactie. “Het is een catastrofe”, zegt hij. “Ik heb een broer die in Tokio werkt, het heeft lang geduurd voor ik hem kon bereiken. Hij vertelde me dat hij de hele nacht op kantoor heeft doorgebracht omdat er geen enkele vorm van transport was om hem thuis te brengen. Het is de eerste keer dat hij zoiets heeft meegemaakt. Wat hij die nacht gedaan heeft? Gedronken met zijn collega’s. (lacht)”

Het valt op, de terughoudendheid waarmee de Japanners vertellen over de ramp. Alsof het niet alleen letterlijk ver van hun bed gebeurd is. Toch zitten ze er wel duidelijk mee. “Natuurlijk maak ik me zorgen, zeker over de problemen met de kerncentrale”, knikt Nakamaso. “Maar wat kunnen we hier doen? Niets toch? Alleen maar bidden.”

Terughoudendheid

Een andere Japanse restauranthouder uit Brussel vertrouwt ons toe dat zijn personeel ons niet te woord zal willen staan. “Het zou onkies zijn uitspraken te doen over deze ramp, het voelt aan alsof we de slachtoffers niet het respect vertonen dat ze verdienen.”

Luk Van Haute woonde jarenlang in Japan en heeft als vertaler onder meer Murakami op zijn palmares staan. Hij herkent die terughoudendheid. “Japanners hebben geen grote mond. Hysterisch huilen of met grote gebaren hun beklag doen, dat wordt niet als een goede omgangsvorm beschouwd.” Van Haute verwijst ook naar de eilandmentaliteit van de Japanners. “Het idee dat de aardbeving en zijn gevolgen hun probleem zijn en dat de buitenwereld daar weinig mee te maken heeft, speelt wellicht ook voor een deel. In Japan zelf wordt bijvoorbeeld wel actief getwitterd en geblogd.”

Volgens Nakamaso heerst er bij de Japanners wel enig ongenoegen over het optreden van de overheid na de schok. “Ze zijn te traag in gang geschoten, alweer. Ik denk dat velen kwaad zijn.” Zakenman meneer Uchida luncht met een collega in Izaka-Ja. Hij woont al anderhalf jaar in België en heeft geen familie in de getroffen regio’s. “Ik was op vakantie, vorige week. Ik heb het nieuws pas laat gehoord”, glimlacht hij verlegen. “Ik heb wel het hele weekend de toestand gevolgd, via internet. Ik maak me vooral zorgen om een nucleaire ramp.” Volgens hem worden de komende weken nog moeilijk. “Veel mensen zijn hun huizen ontvlucht en het zal nog wel even duren voor ze terug kunnen. En de winkels zijn leeg, er is niets” Hij maakt een klein balletje met zijn hand. “Wat je dat sommige mensen maar één rijstbal per dag te eten hebben?”