Direct naar artikelinhoud

EU viseert vismijn Oostende

De Europese Commissie eist dat de vismijn van Oostende alle onrechtmatige subsidies terugbetaalt. De privatisering van de vismijn betekent niet dat het probleem van die oude ‘illegale’ staatssteun verdwenen is, luidt de beslissing die de Commissie vandaag goedkeurt. “De privatisering maakt geen einde aan de voordelen die zijn verschaft in de jaren daarvoor.”

De Europese beslissing is een uitloper van een klacht van concurrent Zee- brugge in 2006. De Commissie eist dat de onterechte steun binnen vier maanden is teruggevorderd. Maar eigenlijk weet de Commissie niet om hoeveel subsidies het gaat. Daarom eist ze binnen twee maanden een overzicht van het terug te vorderen bedrag, met rente, en van alle maatregelen die werden genomen om aan de Europese beslissing te voldoen.

De onterechte bedragen waarvan de Commissie wel weet heeft, zijn het startkapitaal voor de Exploitatie Vismijn Oostende (EVO) van bijna 4 miljoen euro en voor het autonoom gemeentebedrijf AVGO voor 6,2 miljoen euro. Beide bedrijven kregen ook gratis garanties voor leningen. Voor de exploitatiemaatschappij EVO gaat dat over circa 4,3 miljoen euro.

De Europese Commissie valt ook over het gratis gebruik van gebouwen en gronden van de vismijn door EVO en AVGO. De gronden van de vismijn zijn eigendom van het Vlaams Gewest. Ook de erfpachtregeling die Pakhuizen in 1989 sloot met de stad Oostende, is voor de Commissie ‘niet verenigbaar met de interne markt’.