Direct naar artikelinhoud

Iedereen Carioca? Afwachten

Hans Vandeweghe volgt na het EK voetbal en de Tour ook de Olympische Spelen in Rio

Weet u wat zo leuk is aan de Olympische Spelen en al die verschillende rassen en culturen? Als je in een basketbalshort even de benen strekt op Copacabana - je accreditatie hangt onder de polo en alleen het lintje is te zien - en er een vrijwilliger op je afstapt die vraagt van welk land je bent en aan welke sport je deelneemt. Echt waar: "Which competition do you participate in?" Het is geleden van Roland Garros 1990, net gestopt als volleyballer, dat men mij verwarde met een tennisser. Ik droeg het Agassi-jeansshortje en men vroeg mij om een handtekening. En nu weer. I love Copacabana.

Maar dan, 35 kilometer verderop. Mijn gratis buskaart had truken gekregen en ik wilde die verwisselen. Waarop de mevrouw aan de problem desk mij licht gegeneerd vroeg: "Mijnheer, ik vraag het maar, u moet er niks achter zoeken, maar als u eventueel 60 bent, dan krijgt u een buskaartje van ons waarmee u een atendimento preferencial, een voorkeursbehandeling krijgt." Ouderen, gehandicapten en zwangeren hebben hier aparte rijen of mogen altijd een hele rij skippen, een vreselijk systeem. Het aanbod kwam een dag nadat men mij als atleet aanzag. De wolk was meteen verdampt en de landing hard. Ik heb geen voorkeurskaartje.

We zijn twee dagen ver - drie met de opening erbij - in het evenement en we hebben er nog veertien te gaan. De Brazilianen hadden ons gewaarschuwd: wij doen alles op het laatst, maar uiteindelijk komt het wel goed. Dat eerste klopt, dat laatste niet altijd. Ik zag een enorme rij van wel 50 meter staan bij de openingsceremonie voor de 'gewone' mensen en ik was opgelucht dat ik een kaart rond mijn nek had. Tot ik aan ingang C kwam, de media-ingang: een rij van 400 meter alstublieft. Ik heb 100 meter gestolen door met collega's te beginnen praten voor en achter mij en zo verder op te schuiven. Dat duurde langer dan een uur.

Het teruglopen naar de bus na afloop nam anderhalf uur in beslag omdat ongeveer de helft van de 50.000 aanwezigen langs hetzelfde treinstation weg wilde. Van crowdcontrol hebben ze hier nog niet gehoord. IOC-voorzitter Thomas Bach loofde nochtans het transport. Daar kan ik mij iets bij inbeelden. Ik heb destijds een paar keer deel uitgemaakt van het gevolg van zijn voorganger, Jacques Rogge, en ik heb nooit meer dan drie rode lichten gezien en nooit langer dan een minuut aan de ingang moeten aanschuiven.

Het transport loopt prima voor de happy few, maar voor alle anderen is het soms een hel. Bussen komen niet of maar een beetje, bij de ene venue loop je zo naar binnen, bij de andere sta je vast als vluchtelingen aan de Macedonische grens.

Negatieve weerklank

Brazilianen zijn kampioenen in de improvisação, maar dat spoort niet met grote evenementen. Als de media niet tevreden zijn, dan schrijven de media over de dingen die ze niet goed vinden. Athene kwam in de buurt, maar toen de Spelen eenmaal waren begonnen, schreef iedereen over het evenement en de sport. Dit weekend heb ik de buitenlandse kranten nog vol zien staan over het water, over de chaos, over diefstallen in het perscentrum en bedriegende verkopers in de winkels (zelf meegemaakt). Over de openingsceremonie was iedereen enthousiast, maar het slechte in het nieuws over Rio de Janeiro overheerste.

Dit zijn de eerste Spelen waarin het negatieve op de een of andere manier zal blijven resoneren, gedurende de volle zestien dagen, en dat hebben de Brazilianen toch voor een deel aan henzelf te danken. Inmiddels is hen dat ter ore gekomen en de verwijzingen naar het wantrouwen van de rest van de wereld en hoe ze daarop hadden gereageerd, waren niet uit de lucht tijdens de openingsceremonie.

Bij elke allusie steeg gefluit op, bij elke zin in het Portugees ook en er werd behoorlijk wat 'geportugeesd', dus behoorlijk wat gejoeld en gekrijst. De Braziliaanse pers is veel beter te lezen dan te verstaan, dat is typisch aan Portugees, en dan las je afgelopen weekend: O mundo é Carioca. De wereld Carioca? Ik wil graag, maar ik hou nog een slag om de arm.