Direct naar artikelinhoud

Nederland verbiedt pedovereniging Martijn

De hoogste rechter in Nederland verbiedt de pedovereniging Martijn omdat ze seksueel contact met jonge kinderen 'bagatelliseert en zelfs verheerlijkt'. Schrijvers als Grunberg en Wieringa waren fel gekant tegen zo'n verbod .

De Nederlandse Hoge Raad heeft gisteren een einde gemaakt aan een bizar stuk Bovenmoerdijks erfgoed. Martijn, een in 1982 opgerichte club van pedoseksuelen en sympathisanten, telde op haar hoogtepunt meer dan zeshonderd leden. Maar vooral als gevolg van een ommezwaai in het maatschappelijk denken, leidt ze nu enkel nog een marginaal bestaan.

De verdediging van Martijn had aangevoerd dat een verbod op de vereniging een aantasting van de vrije meningsuiting zou betekenen, maar dat argument werd door de rechtbank te licht bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de lichamelijke en seksuele integriteit van het kind een belangrijker principe is dan het fameuze recht op vrije meningsuiting.

Consensus

Martijn is het geestekind van Theo Gerritsen, een pedoseksueel die eind jaren zeventig in de gevangenis zat vanwege een zedendelict. In de gevangenis richtte hij een blad op dat hij Martijn doopte, naar zijn toenmalige vriendje.

Uit het blad groeide in 1982 de vereniging Martijn, een herenclub die ijverde voor de maatschappelijke aanvaarding van seksuele relaties tussen volwassenen en kinderen. Onomstreden was Martijn toen al niet, maar de maatschappelijke consensus omtrent pedofilie was duidelijk lang nog niet zo groot als vandaag. Zo konden gerespecteerde politici in de jaren zeventig en tachtig nog zonder gevaar voor eigen carrière of leven de pedofilie verdedigen.

Een notoir voorbeeld was voormalig PvdA-senator en ridder Edward Brongersma. Hij bestond het eind jaren zeventig om op de televisie te verklaren dat er "een stuk pedofilie in elke mens" zit. "Kinderen hebben behoefte aan affectie en aan genegenheid. Dat kan niet alleen geestelijk gebeuren, een kind is ook heel lichamelijk ingesteld. Dan wordt er geknuffeld, dan wordt er gekust, dan wordt er gestreeld, dan wordt er geaaid. En je moet maar eens kijken naar de uitdrukking van dat kind wanneer dat gebeurt: die verzaligde, verrukte uitdrukking die het kind erbij krijgt."

Martijn was aanvankelijk zeker niet de marginale vereniging die ze in deze eeuw is geworden. De club had goeie contacten met sommige geledingen binnen de homobeweging en nam jaarlijks deel aan Roze Zaterdag, de Nederlandse versie van de Gay Pride Parade.

Roze Zaterdag

Tekenend voor het kantelende denken voor pedofilie en pedoseksualiteit is dat de vereniging eind jaren negentig niet meer welkom was op die Roze Zaterdagen. Ook het ledenaantal begint dan fors terug te lopen.

Als een mogelijke oorzaak voor die omslag wordt, ook in Nederland, naar Dutroux gekeken. Volgens De Volkskrant zorgde die zaak voor een plotse halvering van het ledenaantal.

Vandaag telt Martijn nog nauwelijks aanhangers. Toch leidde het nakende verbod nog tot enige commotie. Aan de vooravond van de uitspraak door de Hoge Raad, werd via de media nog een pleidooi verspreid tegen het verbieden van Martijn. In de brief werd gesteld dat een verbod "de vrijheid van vereniging en van meningsuiting, almede de mogelijkheid van meningsvorming" in gevaar zou brengen. De brief werd ondertekend door, onder veel anderen, Arnon Grunberg, Freek de Jonge, Charlotte Mutsaers en Tommy Wieringa.

"Het medicijn lijkt mij in dit geval ook kwalijker dan de ziekte", liet Grungberg optekenen. "Nog afgezien van het feit dat de rechterlijke macht niet voor zedenmeester moet spelen."