Direct naar artikelinhoud

'Eerst ellende, dan pas hoop'

Er was amper budget, maar toch maakte regisseur Alain Gomis een prachtfilm in Congo. Goed voor de Zilveren Beer in Berlijn en een brede release.

Eigenlijk zou zijn film zich in Senegal afspelen, het land waar zijn vader vandaan kwam. Maar dan zag de Franse regisseur Alain Gomis een onlinevideo van de Kasai Allstars, een Congolees collectief van muzikanten. "De frontvrouw wás Félicité", vertelt Gomis. "Ik wist meteen, deze film moet zich in Kinshasa afspelen. Alleen, de zangeres bleek iets te oud om het personage te spelen. Dus zijn we op zoek gegaan naar een actrice." Dat werd een vrouw zonder speelervaring. "Maar zo sterk, zo intelligent. Een echte ontdekking."

Zijn personages baseerde Gomis op mensen die hij zelf goed kent. Dus ook met al hun miserie. "Kijk, dit is heel gewoon in het grootste deel van de wereld. Zij overleven op het absolute minimum. Zelfs de situatie van Samo, het personage dat betrokken raakt in een zwaar verkeersongeluk, ken ik persoonlijk. Een goede vriend van me heeft iets soortgelijks meegemaakt. Medische verzorging is duur, zeker wanneer er geen sociaal vangnet is. Mensen sterven er dagelijks, omdat ze de hulp niet kunnen betalen."

Ode aan sterke vrouwen

En ook Félicité zelf is een ode aan de sterke vrouwen die hij zelf kent. "In Afrikaanse steden zijn het de vrouwen die het leven in stand houden", vindt Gomis. "Hoewel het er soms onmogelijk is, maken zij alles toch mogelijk. Félicité weerspiegelt die kracht. Ze is heel onafhankelijk, heeft een sterke wil en tegelijk is ze erg alleen en ongelukkig. Het is alsof ze zich verschuilt achter een schild, om niet stil te hoeven staan bij haar eigen geluk." Tot haar leven plots door elkaar wordt gegooid, door het ongeval van haar tienerzoon.

Gomis weeft ook Afrikaanse, maatschappelijke thema's door zijn verhaal, zonder er een opvallend politiek statement van te maken. Zo wordt Félicité beroofd door een ogenschijnlijk onschuldige dame, of moet ze steekpenningen betalen aan corrupte agenten. "Als iedereen voldoende betaald wordt, zou er geen corruptie zijn", zegt hij. "Het is niet alleen een morele kwestie, maar ook een economische realiteit. Daar kan ik niet om heen."

Door die zaken uit het dagelijkse leven te tonen zoals ze ook gebeuren, krijg je het eerlijkste resultaat, vindt de regisseur. "Dit is gewoon het echte leven, en dat ga ik niet uit de weg. Natuurlijk wou ik een verhaal maken over hoop, en de mooie kant van de stad tonen. Tegelijk wou ik het leven van de straat niet verbloemen, dat zou liegen zijn. Dus om hoop te tonen, moet je eerst door de ellende."

Het is daarom dat Gomis koos voor een haast documentairestijl van filmen. Maar ook het beperkte budget zit daar voor iets tussen. "Ik heb me verzoend met de middelen die ik heb en daar probeer ik het maximale uit te halen", zegt hij. "Mijn werk bestaat er niet in om na te denken over wat ik wil tonen, maar over wat ik niet toon. Ik geloof heel erg dat een film zich afspeelt in je hoofd, en niet op het scherm. Het gaat dus niet om wat je ziet, maar om wat je ervaart." Zo laat hij bewust de behandelingen van Samo achterwege, omdat de suggestie het verhaal ook wel vertelt. En zelfs met een groter budget had hij het op precies dezelfde manier aangepakt. "Omdat het zo sterker is."

In juni zal Félicité pas in première gaan in Congo zelf. Een spannend moment voor Gomis, die voor de verhuis van de productie nooit eerder in Centraal-Afrika was geweest. "Daarom ben ik er ook eerst een jaar gaan wonen om de sfeer op te snuiven", zegt hij. "Tegelijk was het een groot voordeel om een soort buitenstaander te zijn. Wanneer je filmt in een vertrouwde omgeving, ga je voorbij aan de dingen die je zelf als normaal ervaart. Op andere plekken kijk je meer met een open geest. Kinshasa heeft deze film ook veranderd, en ik hoop dat de mensen daar hun hoofdstad in de film zullen herkennen."