Direct naar artikelinhoud

Geachte heer De Ridder, beste Sven,

Jules Hanot steekt elke week een schermgezicht een hart onder de riem (of een dolk in het hart)

De wegen van de media zijn even onvoorspelbaar en ondoorgrondelijk als onrechtvaardig. Er valt immers nooit te voorspellen wie zich dankzij het zaligmakende scherm al dan niet in de volksgunst zal mogen verheugen.

Dat aanleg en/of stielkennis daartoe niet altijd doorslaggevende vereisten zijn, werd overtuigend bewezen door de bonte stoet inhoudsloze fenomenen die van de kijkers een lucratieve BV-status cadeau kregen. Holle vaten als pakweg Tanja Dexters, Astrid Bryan en Showbizz Bart werden om vooralsnog onverklaarbare redenen tot het sterrendom geroepen, en de rondborstige Lesley-Ann Poppe hoefde enkel even haar kroonjuwelen te showen om het land te veroveren. Een mens zou - zeker in een wereld waar zelfs een losgeslagen brulboei het tot machtigste man van de planeet schopt - bijna geloven dat toeval, geluk en een grote mond eerder dan talent en werklust over het welslagen van iemands toekomst beslissen.

Daarom deze brief, Sven. Mijn bewondering voor schermgezichten die niet op de eerste rij stonden toen moeder natuur de looks uitdeelde, maar die zich toch naar een plaatsje onder de lucratieve mediazon wisten te knokken, is immers oneindig veel groter dan voor alle aanstellerige poseurs samen.

Al moet ik toegeven dat de verleiding groot was om mee te surfen op de waanzinnige hype die momenteel rond Olga Leyers woedt. Niemand hotter dan de 'babe van Boechout', wier lach en tranen Vlaanderen in collectieve trance brachten. Ze wordt ongetwijfeld the next big thing. En dat doet plezier. De jongste Leyers-dochter manifesteert zich als een toppertje in wording, dat - zeer in tegenstelling tot voornoemde leeghoofden - een leuke verpakking met jeugdige charme en een gezond stel hersens combineert. De lawine aan coverfoto's en 'diepte-interviews' waaronder het nieuwe enfant chéri momenteel wordt bedolven, deed me echter het zinloze van die onderneming inzien. 'Het slimste meisje ter wereld' heeft immers geen extra aanmoediging meer nodig en haar mediabedje lijkt nu al voor jaren gespreid.

Bovendien ligt the proof of the pudding in the eating en daarom richt ik me liever tot een klein, kaal en met licht overgewicht kampend mannetje dat zich wél al bewezen heeft. Een door pure wilskracht en hard labeur gestuurde backbencher die uitgroeide tot een amper nog van het scherm te branden tv-persoonlijkheid. Tweeënveertig jaar geleden bijna op het podium van het Echt Antwaarps Teater geboren als een olijke pocket-entertainer die luidop droomde van Hollywood, maar veroordeeld leek tot rolletjes in volksverheffende deurenkomedies als daar zijn Haar boeleke heeft mijn smoeleke, Drie mannen in Tirol of het hyperfijnzinnige Alarm in mijnen darm. Die kelken liet ik - overigens met alle respect - volgaarne aan mij voorbijgaan.

Tot vluchten niet meer kon, omdat je ook het scherm met dit nauwelijks veredeld amateurtoneel begon te teisteren. Als de artistiek bevlogen tooghanger Picasso in Familie bijvoorbeeld, of in grappig bedoelde en gelukkig lang vergeten vehikels als Drie mannen onder een dak en Den bompa. Ik was er getuige van hoe je in Spoed in witte kiel en met stethoscoop rondhuppelde als de meest ongeloofwaardige urgentie-arts van de voorbije millennia, en voelde zelfs plaatsvervangende schaamte bij het wraakroepende Zomerrust. Om maar te zeggen dat je fameus op mijn zenuwen werkte als de grotesk overacterende voyageur in goede luim en ik je destijds genadeloos weglachte als een onderdeurtje van het zevende knoopsgat.

Daar heb ik geen spijt van, Sven. Het was nu eenmaal niet om aan te zien. Maar ik neem je evenmin iets kwalijk. "Elk nadeel heb zijn voordeel", poneerde de grote Nederlandse filosoof Johan Cruijff ooit en tv-watchers die naam waardig moeten tegen een stootje kunnen.

Maar ik stelde ook vast dat je dankzij die hardnekkige aanwezigheidspolitiek nooit om werk verlegen zat en zo je grote droom kon blijven koesteren om ooit voor 'serieus' acteur te worden versleten. En dat is je, eerlijk is eerlijk, met verve gelukt. Tot mijn niet geringe verbazing merkte ik dat die koddige kleine in staat bleek ook geloofwaardig rollen 'met vlees aan' te spelen en begon ik je langzaam maar zeker als méér dan een noodzakelijk kwaad te beschouwen. Overtuigend als de door Kevin Janssens opgejaagde pedofiel in het onderschatte Vermist, oer-Vlaams herkenbaar als ritselende schepen in Met man en macht, door verdriet overmand als de verweesde vader in Deadline 14/10 en een van de weinigen die overeind bleef in het bij momenten ridicule De bunker. Zelfs gecharterd door de grote Jan Eelen om in De ronde gestalte te geven aan de ellendige technicus Patrick en, ondanks je kleine formaat, imponerend als de criminele flik Nald De Poorter in Cordon.

Meer moet dat niet zijn, Sven. Quod erat demonstrandum. Bij deze buig ik diep het hoofd voor een onderschatte laatbloeier die klinkend revanche nam op de perceptie door af en toe de bijna ondraaglijke lichtheid van zich af te schudden, en die toonde veel meer te zijn dan de zoveelste televisionele paljas.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Hoewel het niet mijn gewoonte is me in Antwerpse humor onder te dompelen, verzeilde ik ooit op een bonte avond in het Oostendse Witte Paard. Daar zorgde je mee voor een portie platte onderbroekenlol die enkel met talloze halve liters kon worden doorgespoeld. Ik zag je bezig op het witte doek in Frits & Franky, als Bad Boy Boeleke in Bowling Balls en als de met opzichtige blonde pruik versierde çois in je eigen lowbudgetfilm Bingo. Infantiel tijdverlies dat me geen moment kon boeien, laat staan liet lachen. Onlangs nog gebruikt als eeuwige risee die - iemand moet het doen - gewillig met zijn voeten liet rammelen door Jonas Van Geel door zich te wagen aan een halsbrekende bungeesprong vanop... de begane grond. Je doet al twee jaar trouw en gewillig dienst als malse boksbal voor het verbale vrouwelijke geweld van Nathalie Meskens en Tine Embrechts in Beste kijkers en met groeiende tegenzin zie ik hoe je naast Frieda Van Wijck, Guga Baúl en, jawel, Olga Leyers allerlei idiote opdrachten uitvoert in Het grootste licht. Professioneel in elkaar geflanste formats die wellicht royaal je rekeningen betalen, maar onwillekeurig doen terugdenken aan de tijd dat ik niet vermoedde dat je meer in je mars had dan enkel op commando de enerverende onnozelaar uit te hangen.

Precies daarom blijf ik een trouwe, maar niet onvoorwaardelijke fan, Sven. Al begrijp ik ook wel dat iemand die zo lang op erkenning heeft moeten wachten, zich nu met gulzige teugen laaft aan het applaus en zich met welbehagen wentelt in zijn status van populair schermgezicht. Je zult het me hopelijk dan ook niet kwalijk nemen dat ik - te veel is trop - even genoeg van je heb gezien. Toch wens ik je bij deze nog veel al dan niet goedkoop succes toe en zal ik je, tot je weer je tanden in een beklijvende rol mag zetten, met warme sympathie doch vanop veilige afstand blijven volgen.

Hopelijk tot dan.

Met hartelijke groeten,

je vriend Jules