Direct naar artikelinhoud

'Deze bommen gaan dwars door schuilkelders'

Aleppo zweeft tussen dood en leven. Inwoners getuigen: 'Het zal niet lang meer duren voordat mensen sterven van de honger.'

Hozaifa Dhmaan zat afgelopen zaterdag thuis in Aleppo toen hij tussen de hevige bombardementen opeens het geluid van zingende en dansende mensen hoorde. Even dacht hij dat hij droomde. "Ik liep naar mijn balkon om te kijken. Bleek er hier vlakbij een bruiloft aan de gang te zijn."

Juist deze bizarre tegenstrijdigheden - dood versus leven, verdriet versus blijdschap - maken het zo lastig om de situatie in zijn stad goed te beschrijven, zegt de 22-jarige verpleger via Skype. Maar over één ding kan hij heel helder zijn: nooit eerder waren de bombardementen zo hevig als nu.

De Russen gebruiken bommen die kraters van zeven meter diep in de grond slaan en tien gebouwen tegelijkertijd kunnen wegvagen. "Het voelt alsof er een aardbeving is", beschrijft Dhmaan het effect. "Deze bommen gaan dwars door schuilkelders heen. Niemand is meer veilig."

Gekke rust

Nog geen week geleden heerste er relatieve rust in de grootste stad van Syrië. Het in Genève beklonken staakt-het-vuren deed de wapens even zwijgen. Dat voelde gek, haast onnatuurlijk, zegt Abu al-Khair, die voor de islamitische rebellengroep Ahrar al-Sham vecht. "We zijn zo gewend geraakt aan de bombardementen, dat het voelde alsof er iets miste. Nu zijn we weer terug bij de situatie zoals we die gewend zijn. We rennen heen en weer, verstoppen ons en krijgen puin over ons heen."

Wat de situatie nog nijpender maakt, is dat het zwaar beschadigde waternetwerk sinds afgelopen weekend plat ligt. Zowel de naar schatting 250.000 inwoners in rebellengebied als de miljoen inwoners in het westen van de stad, dat in handen is van van regeringstroepen, zitten zonder water.

Inwoners graven diepe kuilen om aan water te komen, met alle risico's van dien. Hulporganisaties waarschuwen voor de uitbraak van epidemieën door vervuild drinkwater.

"Kinderen lopen met kannen en potten over straat, op zoek naar water. Terwijl de bombardementen doorgaan", zegt Zein Alsham, een 25-jarige hulpverlener uit Aleppo. "Ik heb wat water opgeslagen in huis. Daar teer ik nu op, maar als het zo op is, zou ik niet weten wat ik moet doen."

Karam, een media-activist, vreest voor het lot van zijn familie. Zelf zit hij veilig in het Turkse grensgebied, maar zijn vader, broer, zus en haar man en kinderen wonen nog in Aleppo. "Ik sprak mijn zus gisteren", zegt Karam. "Ze heeft een deel van haar meubilair verbrand om te kunnen koken. Hun voedselvoorraad raakt op. Ze hebben alleen nog wat ingeblikt voedsel en rijst. Het zal niet lang meer duren voordat mensen sterven van de honger of door het gebrek aan medicijnen."