Direct naar artikelinhoud

(B)Ryan

Ryan Adams maakt mooie, Amerikaanse rockliedjes. Dat is op zijn splinternieuwe album Prisoner niet anders. De singer-songwriter uit North Carolina krijgt veel aandacht omdat er bijna altijd iets boeiends over hem te vertellen valt. Een nieuw album is interessant, maar een protestnummer tegen Trump of een anekdote over recreatief druggebruik met Keith Richards leveren nog meer mediaruimte op. Om maar te zwijgen over zijn echtscheidingsproces met (voormalig kindsterretje) Mandy Moore.

Het beste artikel over Ryan Adams werd vorige week geschreven door Ryan Adams zelf. De zanger pende in The New York Times een autobiografische tekst bij elkaar over een veelbesproken incident tijdens een concert in Nashville, vijftien jaar geleden. Een reflectie bij een vervelende, luidruchtige reactie uit de zaal die jarenlang niet alleen zijn carrière, maar ook zijn leven veranderde. Een artiest die uithaalt naar iemand in het publiek is niet altijd een aansteller die zijn shit niet onder controle heeft. Soms kun je alleen maar denken: bedankt, iemand moest het doen.

In 2002 speelde Ryan Adams in het legendarische Ryman Auditorium in Nashville. Een droom die uitkomt voor elke muzikant met een meer dan gemiddelde sympathie voor country. Het zou zijn belangrijkste soloconcert ooit worden. En toen ging het fout.

Wie enkel gewapend met een akoestische gitaar voor een publiek van meer dan duizend mensen staat, stelt zich kwetsbaar op. Dat is niet erg, dat zijn de risico's van het vak. 99,9 procent van de aanwezigen luistert in stilte. Ze applaudisseren en schreeuwen na de nummers, als teken van appreciatie. De overige 0,1 procent roept vervelende opmerkingen tijdens de nummers, als teken van dronkenschap. Voorlopig leven we nog niet in een land waar het is toegelaten om de bewuste 0,1 procent op storende momenten in de knieschijf te schieten. Gelukkig maar, er is al genoeg geweld in de wereld.

Op 14 oktober 2002 werd Ryan Adams tijdens zijn show voortdurend lastiggevallen door een luidruchtige bezoeker. Toen de dronken man tijdens het prachtige 'Bartering Lines' op weinig subtiele wijze nogmaals om 'Summer of '69' van bijna-naamgenoot Bryan Adams brulde, knapte er iets in het hoofd van Ryan Adams. Hij stapte op de kerel af, betaalde zijn ticket cash terug en vroeg hem kordaat de zaal te verlaten. Het publiek was opgelucht, maar de aanwezige perslui hadden hun stuk klaar: 'Ryan Adams schopt fan met verzoeknummer de zaal uit!' Waarom zou je enige nuance aanbrengen als je ook iemand recht tegen de muur kunt zetten.

Het voorval ging de wereld rond en werd een zure grap voor Adams. Tijdens de concerten die volgden, schreeuwde altijd wel één sukkel een 'Summer of '69'- gelinkte opmerking in de richting van het podium. Het voorval bleef hem achtervolgen. Hij werd er bijna depressief van. Wie de spotlights opzoekt, moet iets kunnen verdragen, dat is waar. Er moet veel kunnen, maar niet alles. Op bepaalde momenten begrijp je goed waar Morrissey dik dertig jaar geleden over zong: 'That Joke Isn't Funny Anymore'.

Ik hou niet van muzikanten die zichzelf niet kunnen relativeren, maar Ryan Adams behoort niet tot die groep. Hij is niet half zo politiek correct als deze anekdote doet vermoeden. Hij coverde het integrale Is This It van The Strokes, maar ook 1989 van Taylor Swift. Hij kruipt in de studio met Deadmau5, maar ook met Elton John. We moeten om alles kunnen lachen, maar als artiest mag je jezelf af en toe ook even serieus nemen. Op die momenten komt een zatte sukkel die voor de tiende keer 'Summer of '69' vraagt (alleen om je te pesten) niet van pas.

Ryan Adams is intussen goed bevriend met Bryan Adams. Ze verjaren op dezelfde dag en dan sturen ze elkaar een kaartje. Toen Ryan in 2015 herkanste in het Ryman Auditorium, plaatste hij 'Summer of '69' zelf op zijn setlist. Zijn zangstem is niet zo sterk als die van Bryan, maar dat doet er niet toe. Op deze manier sluit je een lastige periode in stijl af. Als Ryan binnenkort zijn nieuwe album live voorstelt in België, zal ik tijdens het concert niets roepen. Dat is beloofd.

Behalve als ik heel zat ben.

Dan kan ik niets beloven.