Geen negatief advies over Huawei aan regering

© AFP

Het Chinese technologiebedrijf Huawei wordt beschuldigd van spionage. Na maanden onderzoek heeft het Belgische Centrum voor Cybersecurity geen concrete aanwijzingen van die dreiging gevonden.

Nikolas Vanhecke

Spioneert de Chinese overheid via apparatuur van Huawei bij westerse landen? De Verenigde Staten zijn rotsvast overtuigd van wel en uiten al jaren beschuldigingen. Vorig jaar bereikten die een hoogtepunt toen Amerikaanse inlichtingendiensten afraadden om producten van Huawei te gebruiken. De Chinese tech-gigant mag bij het grote publiek dan vooral bekend zijn voor zijn smartphones, in de wereld van de telecom speelt hij vooral een rol als fabrikant van apparatuur voor datanetwerken. Overheidsinstanties kregen zelfs het verbod nog Chinese apparatuur, waaronder die van Huawei, aan te schaffen.

In ons land werkt Huawei samen met Proximus, Orange en Telenet/Base. Sinds december, toen de kritiek op Huawei een forse opflakkering kende, gaat het Centrum voor Cybersecurity België (CCB) op zoek naar concrete bewijzen voor de verdenking van spionage. Het CCB valt onder de kanselarij van de eerste minister.

De Standaard vernam dat er van het CCB geen negatief advies over Huawei komt. ‘Tot op vandaag hebben we geen aanwijzingen die voldoende zijn om van een dreiging vanuit Huawei te kunnen spreken’, zegt Katrien Eggers, woordvoerster van het CCB. ‘Een eindrapport over de kwestie komt er niet, want wij blijven dit voortdurend opvolgen.’

Om zijn oordeel over Huawei te vellen, deed CCB onder meer een beroep op buitenlandse partners die van plan zijn het Chinese bedrijf te bannen. ‘We hebben hun gevraagd of ze studies hebben met aanwijsbare elementen om zo’n beslissing te staven’, zegt Eggers. ‘Die hebben we nergens kunnen krijgen.’ Daarnaast heeft het CCB ook academische rapporten over de technologie van Huawei bestudeerd.

Eind januari verklaarde Phédra Clouner, de adjunct-directeur van het CCB, op een conferentie in Rijsel dat er op dat moment nog geen aanwijzingen waren gevonden voor een risico door Huawei-technologie (DS 24 januari). Onder meer naar aanleiding daarvan kwamen er parlementaire vragen over het standpunt van België met betrekking tot Huawei. Premier Charles Michel verklaarde eind februari dat hij de analyse van het CCB hierover, die hij deze maand verwachtte, zou afwachten. Zo’n eindverslag komt er dus niet wegens geen bezwarende elementen.

Het is nu aan de premier om op basis van de beoordeling van het CCB een standpunt over Huawei in te nemen. Zijn woordvoerder reageerde niet op een vraag van De Standaard over de materie. Behalve de technische veiligheidsanalyse kunnen ook politieke en diplomatieke factoren een rol spelen in de bepaling van dat standpunt.

Vanuit de VS is er behoorlijk wat druk op bondgenoten om Huawei te weren, al zit daar ook wat speling op. De VS eisten lange tijd van Duitsland dat het niet in zee zou gaan met Huawei voor de uitbouw van het 5G-netwerk, de volgende fase in mobiel internet. Maar volgens de Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung trokken de VS recent die eis in omdat de Duitsers voldoende veiligheidscontroles inbouwen. De landen waarmee de VS nauw samenwerken op het vlak van inlichtingen, de zogeheten ‘Five Eyes’ Nieuw-Zeeland, Australië, Canada en het Verenigd Koninkrijk, delen grotendeels de kritiek op Huawei. Alleen het VK ziet geen graten in samenwerking met de Chinezen voor zijn 5G-ontwikkeling. In Nederland vinden regeringspartijen VVD en CDA dat er niet in zee mag worden gegaan met Huawei. Dat heeft te maken met het nieuws dat Chinese spionnen bedrijfsgeheimen hebben gestolen bij de Veldhovense chipmachinemaker ASML.