Direct naar artikelinhoud
Syrië-strijders

Gevaar voor ‘nieuwe club van ongewensten’ in de Maghreb

Een soldaat van de Syrische Democratische Strijdkrachten bij gevangengenomen IS-strijders.Beeld REUTERS

Het afnemen van de dubbele nationaliteit van terreurveroordeelden creëert een nieuwe club van ongewensten in de Maghreb. Dat zegt een rapport van het Egmont-instituut. ‘Ze zullen niet enkel wrok koesteren tegenover Europese overheden, maar ook contact houden met vrienden en familie bij ons, buiten het zicht van onze veiligheidsdiensten.’

Van de 422 Foreign Terrorist Fighters (FTF) die België officieel telt, hebben twee op de drie de Belgische nationaliteit. De rest heeft een wettelijk verblijf in ons land. Van die Belgen heeft de meerderheid de dubbele nationaliteit, voornamelijk Marokkaanse Belgen. Een wetsvoorstel van NVA’er Koen Metsu om hen automatisch de dubbele nationaliteit af te nemen ligt al een poos stof te vergaren. 

Bij meerderheidspartijen CD&V en Open Vld is weinig animo voor de wet. De Raad van State wees erop dat die strijders met een dubbele nationaliteit disproportioneel zwaarder zou straffen dan strijders met enkel Belgische nationaliteit, die je niet staatloos kan maken. In Duitsland is er sinds deze maand nochtans zo’n wet. Verschillende Europese landen hebben de nationaliteit afgenomen van terreurveroordeelden met een dubbele nationaliteit en hen het land uitgezet. Sinds 2014 heeft Italië 362 ‘vermoedelijke extremisten’ uitgezet, hoofdzakelijk naar Marokko, Tunesië en Egypte. 

Wrok tegen Europese overheden

Een rapport van het Egmont-instituut naar de aanpak van Syrië-strijders in die Noord-Afrikaanse landen plaatst ernstige vraagtekens bij die strategie, “die steeds meer wordt gehanteerd in heel Europa”.

“Slechts in uitzonderlijke situaties kan het een goed idee zijn, als je een radicaal netwerk kan doen ineenstorten door een of twee sleutelfiguren eruit te verwijderen, maar over het algemeen riskeer je vooral een veiligheidsprobleem”, zegt Thomas Renard, de auteur van de Egmont-studie. Het risico is dat er “een nieuwe jihadigemeenschap van ongewensten” ontstaat, zo staat in het rapport. “Deze gemeenschap zal niet enkel een diepere wrok koesteren tegen hun Europese overheden, maar ook contact houden met hun vrienden en familie in Europa, en dat alles buiten het zicht en de controle van Europese veiligheidsdiensten.” 

Op dit moment zijn een handvol terreurveroordeelden hun Belgische nationaliteit kwijt, zoals de Al Qaida-jihadi’s Bilal Soughir, Tarek Maaroufi, Amor Sliti, Mohammed El Haddouti en Mohamed Reha. Ronselaar Fouad Belkacem, de voormalige leider van Sharia4Belgium, heeft enkel nog de Marokkaanse nationaliteit. Als hij, ten laatste in 2027, uit de gevangenis komt, zal hij het bevel krijgen om het Belgische grondgebied te verlaten. 

Fouad Belkacem op zijn procesBeeld Belga

In de Belgische gevangenissen zitten 98 FTF’ers, van wie er 41 niet de Belgische nationaliteit hebben. Van hen zijn er 13, geen 30 procent dus, van wie het verblijfsrecht is ingetrokken. Maar hen ook het land uitzetten blijkt niet eenvoudig. Malika El Aroud, die jihadisten ronselde voor een netwerk in Afghanistan, verloor in 2017 de Belgische nationaliteit en haar asielaanvraag werd in februari dit jaar in beroep afgewezen, maar ze zit nog altijd in het gesloten centrum van Brugge. Dat bevestigt haar advocaat. 

Niet alleen lopen er nog extra procedures, ingewijden in het dossier wijzen op een ander probleem. Het is namelijk allesbehalve zeker dat Marokko haar zal identificeren als een onderdaan, een voorwaarde om haar terug te nemen. “Ze hebben al problemen genoeg met hun eigen jihadisten”, zegt Renard. “In totaal trokken er 5.000 strijders uit Maghreb-landen naar Syrië en Irak.”