Brandbommen en waterkanonnen bij gewelddadige protesten in Albanië
Bij gewelddadige confrontaties tussen politie en betogers in de Albanese hoofdstad Tirana zijn zaterdagavond verschillende personen gewond geraakt. Duizenden betogers gooiden met brandbommen en vuurwerk.
De betogers waren voor het parlementsgebouw bijeengekomen. Ze eisten dat regeringsleider Edi Rama zou opstappen. Toen betogers molotov-cocktails en vuurwerk naar de politie voor het parlement begonnen te gooien, zette die het waterkanon en traangas in, berichten tv-zender Vizion Plus en agentschap ATA.
De betogers trokken nadien naar het hoofdkwartier van de politie en wierpen ook daar volgens mediaberichten met molotov-cocktails. De politie zette opnieuw het waterkanon in om de mensenmassa uiteen te drijven. Verschillende betogers zijn opgepakt. Bij de politie vielen zeker twaalf gewonden. Over het aantal gewonde betogers zijn er geen betrouwbare cijfers.
De Albanese oppositie eist al maandenlang het aftreden van Rama. De oppositie beschuldigt de regerende Socialistische Partij van Rama van verkiezingsfraude en corruptie. Meer dan zestig parlementsleden van de rechtse Democratische Partij (PD) en haar bondgenoten legden eind februari uit protest hun functie neer. Al drie decennia, sinds het einde van de communistische periode, zijn de sociaaldemocratische PS en de rivaliserende PD in een felle machtsstrijd verwikkeld.