Direct naar artikelinhoud
Economie

Econoom Carsten Brzeski ziet geen reden tot paniek: ‘Een forse recessie zoals in 2008 is onwaarschijnlijk’

Econoom Carsten Brzeski ziet geen reden tot paniek: ‘Een forse recessie zoals in 2008 is onwaarschijnlijk’
Beeld Tim Dirven

In Duitsland heerst ongerustheid over de economie. Het land flirt met een recessie, waarschuwen ondernemers en economen, en dat heeft ook effecten op de Belgische economie. Toch is er geen reden tot paniek, zegt Carsten Brzeski, hoofdeconoom van ING Duitsland.

Vanwaar komt de ongerustheid?

“Er is een recessie in de Duitse industrie, die al sinds vorige zomer duurt. Dat is te lang. En nu begint die vertraging in de industrie ook sporen na te laten bij de binnenlandse vraag naar producten, bij de consumptie dus. Een aantal belangrijke bedrijven, zoals BASF, Daimler en BMW, hebben recentelijk winstwaarschuwingen gepubliceerd en in sommige gevallen ook ontslagen aangekondigd. Tot nu raakte de recessie van de industrie de nu nog gezonde Duitse economie nog niet, maar nu begin je dat wel te voelen. In Duitsland is de industrie verantwoordelijk voor 23 procent van de economie: de angst bestaat dat de hele economie zal worden geraakt.”

Is er dan geen beterschap in zicht?

“De bodem leek enkele maanden geleden bereikt, toen de industrie in maart en april een kleine heropleving kende. Maar nadien is alles weer teruggevallen. Op korte termijn is er geen lichtpunt in zicht.”

Vanaf wanneer kunnen we van een recessie spreken?

“Een zogenaamde ‘technische recessie’ vindt plaats als een economie twee opeenvolgende kwartalen negatieve groei optekent. Het eerste kwartaal van 2019 was de Duitse economie met 0,4 procent gegroeid, maar in het tweede kwartaal van dit jaar is de economie wellicht gekrompen. Als dat in het derde kwartaal opnieuw het geval is, kunnen we van een recessie spreken. Maar op dit moment is dat nog niet aan de orde. ”

Kan de economie weer een fikse klap krijgen zoals dat tien jaar geleden gebeurde?

“Je moet altijd voorzichtig zijn, maar er is geen reden tot paniek. Een forse recessie, zoals in 2008-2009, toen de economie in één klap met 5 procent achteruitging, is onwaarschijnlijk. Dit is meer een afkoeling, en dat is normaal in een economie die al tien jaar onafgebroken groeit. De vraag is alleen hoe de beleidsmakers reageren. Wachten ze af, of grijpen ze tijdig in, door bijvoorbeeld begrotingsmaatregelen te nemen en een deel van het begrotingsoverschot te investeren in infrastructuur en digitalisering van bedrijven? In dat opzicht is dit een best gevaarlijke situatie. Je zit nu met een sluipende stagnatie, en dan komt er niet altijd een tijdige reactie van de overheid.”

Welk effect heeft de situatie in Duitsland op onze economie?

“Als de binnenlandse vraag in Duitsland stevig achteruitgaat, voel je de gevolgen daarvan ook in België. Voor de Belgische export is Duitsland de grootste afzetmarkt.”

Heeft dat ook gevolgen voor de Europese Unie? Bij de Europese Centrale Bank (ECB) heerst ook ongerustheid.

“Ja en nee. De oorzaak van de economische vertraging in Duitsland zit vooral in de afhankelijkheid van de automobielindustrie en de Chinese markt. Maar dat geldt niet voor alle andere EU-landen: die afhankelijkheid is het grootst bij Duitsland en bij Italië. België wordt bijvoorbeeld, meer dan Duitsland, bedreigd door de onzekerheid omtrent de brexit, omdat de exposure van de Belgische economie naar het Verenigd Koninkrijk groter is dan die van Duitsland.

“Tegelijkertijd merk je een economische vertraging in bijna alle EU-landen. Bij de ECB leeft de zorg dat de binnenlandse vraag bij de lidstaten geraakt wordt door externe, geopolitieke onzekerheid.”