Direct naar artikelinhoud
Zuid-Korea

Deze Zuid-Koreaanse homomilitair moest een pin met een ‘smiley face’ op de ­kleding dragen

25 juni 2019: Zuid-Koreaanse soldaten salueren tijdens de herdenking van het begin van de Koreaanse oorlog in 1950.Beeld Jung Yeon-Je/AFP

In het Zuid-Koreaanse leger worden homoseksuelen vernederd en zelfs mishandeld. De legerleiding treedt niet op, want alles draait om ‘discipline en gevechtskracht’.

De luitenant wist dat zijn carrière bij het leger onherstelbaar was beschadigd toen hij in 2017 bezoek kreeg van de militaire politie. Hij werd onder druk gezet om te bekennen dat hij seks had gehad met een andere militair, een man. Binnen de Zuid-Koreaanse strijdkrachten is dat een misdaad.

Op een gegeven moment confronteerden zijn ondervragers hem met zijn voormalige minnaar en hoe die tijdens een videoverbinding de relatie toegaf. Daarop vond de ‘verdachte’ dat hij wel moest bekennen. Meteen pakten de verhoorders zijn smartphone af en eisten dat hij andere gay militairen op zijn contactenlijst aanwees. De vernedering ging verder met vragen als ‘welke seksposities gebruikten jullie?’ en ‘waar heb je geëjaculeerd’?

De luitenant, die alleen als ‘Kim’ in de krant wil, had naar de gevangenis kunnen gaan, maar de aanklacht werd opgeschort, omdat hij ‘berouw’ had getoond. Toch verliet Kim het leger, in de overtuiging dat hij daar geen toekomst meer had.

Hoge officieren van het Zuid-Koreaanse leger ontkennen dat ze leden van seksuele minder­heden discrimineren. Kim hoort echter bij een toenemend aantal gay of transgender militairen die zijn vervolgd op basis van artikel 92 van het wetboek van militair strafrecht, dat volgens Amnesty International wordt gebruikt om te identificeren en te bestraffen. Op ‘anale seks en andere onfatsoenlijke daden’ staat een maximumstraf van twee jaar, zelfs als het contact buiten de basis plaatsvond, de soldaten vrij hadden en de seks vrijwillig was. Advocaten hebben namens homo’s en transgenders herhaaldelijk en vergeefs geprobeerd de wet afgeschaft te ­krijgen.

Mishandelingen

“De Zuid-Koreaanse strijdkrachten moeten ophouden deze mensen te beschouwen als ­vijanden,” aldus Roseann Rife van Amnesty ­International in Oost-Azië. Zij heeft geholpen bij de opstelling van Amnesty’s rapport Serving in Silence. Daarin staan gevallen geboekstaafd van seksuele mishandeling van Zuid-Koreaanse homomilitairen of van militairen die daarvoor worden aangezien. Vooral hun superieuren en medesoldaten maken zich volgens Amnesty schuldig aan dergelijke mishandeling.

Rife: “Het is hoog tijd dat de militaire top ­erkent dat iemands seksuele oriëntatie niets te maken heeft met iemands vermogen om zijn land te dienen.”

Volgens de Zuid-Koreaanse regering is artikel 92 niet bedoeld om iemand te straffen voor zijn seksuele geaardheid, maar om seksueel misbruik in het leger te voorkomen. Daarin dienen bijna uitsluitend mannen. Het Constitutioneel Hof heeft herhaaldelijk bepaald dat het artikel in kwestie wordt gerechtvaardigd door de noodzaak ‘discipline en gevechtskracht te garan­deren’.

Zuid-Korea verkeert officieel nog steeds in staat van oorlog met Noord-Korea. Het leger telt ongeveer 600.000 mensen. Iedere lichamelijk gezonde Zuid-Koreaanse man moet ongeveer twee jaar in militaire dienst.

Wrede ontgroening

Het leger ontkent dat het gays en transgenders wil weren, terwijl het ministerie van Defensie steeds vaker onderricht geeft over de bescherming van de rechten van seksuele minderheden. Er is geen verbod op iemands seksuele identiteit, aldus het leger, maar wel op ‘onfatsoenlijke’ seksuele activiteiten, zoals omschreven in het omstreden wetsartikel.

Steeds vaker wordt dat artikel in stelling gebracht. In 2009 en 2012 werden twee militairen per jaar op basis van ‘92’ aangeklaagd, in 2012 waren het er veertien en in 2017 al 28. In de eerste helft van 2018 overkwam dat tien militairen.

Oud-militairen in Zuid-Korea noemen al ­jaren gevallen van discriminatie tegen homo’s in het leger, evenals mishandelingen op grote schaal. Soldaten worden geslagen, gepest en op wrede wijze ontgroend. De meeste homoseksuele soldaten verzwijgen hun geaardheid uit vrees voor de gevolgen als ze er open over zijn.

In 2016, het jaar dat de eerder genoemde Kim werd ondervraagd, begon de legerleiding een bijzonder agressieve campagne op basis van ­artikel 92: mobiele telefoons van soldaten werden onrechtmatig in beslag genomen en gebruikt om rekruten te dwingen hun homo­kennissen in het leger aan te geven. Die informatie is afkomstig van het Military Human Rights Center, een door burgers opgerichte groep in de hoofdstad Seoel.

Negen militairen in actieve dienst werden aangeklaagd en acht zijn zelfs veroordeeld. Onder hen is een kapitein die een voorwaardelijke straf kreeg. Tal van veroordeelden tekenden ­hoger beroep aan en geen enkele militair ­belandde in de gevangenis, volgens Lim Tae-hoon, directeur van het Militaire Centrum voor Mensenrechten in Korea, dat militairen ­juridische bijstand verleent. Tegen veertien andere militairen liepen onderzoeken, maar kwam het niet tot een klacht. Sommigen, onder wie ‘Kim’, hebben het Constitutioneel Hof ­gevraagd om artikel 92 ongrondwettelijk te ­verklaren.

Zichtbaarder

Zuid-Korea deed er lang over de rechten van seksuele minderheden te erkennen, de kwestie gold in maatschappelijk opzicht niet als een prioriteit. De publiciteit rond de harde aanpak van militairen in 2017 leidde echter tot woedende reacties op een schaal die in het land nog maar zelden was voorgekomen.

De laatste jaren zijn homo’s in Zuid-Korea zichtbaarder geworden. Tegelijkertijd zijn er conservatieve christelijke groeperingen actief, die in de grote steden demonstreren en homomilitairen beschouwen als een bedreiging voor de militaire paraatheid ­tegen het Noorden. Zulke groepen hielpen in het parlement een antidiscriminatiewet te torpederen, die seksuele minderheden dezelfde bescherming biedt als andere minderheden. De Verenigde Naties hadden op zo’n wet aangedrongen.

Amnesty International beschrijft in vaak schrille details hoe de houding tegen homoseksuelen in het leger kan ontsporen in lichamelijk en seksueel misbruik. Een vroegere soldaat vertelde hoe hij werd gedwongen tot orale en anale seks met een andere man, terwijl een van zijn superieuren hem honend toeriep: “Heb je niet liever seks met een meer vrouwelijke man?” ­Anderen werden seksueel misbruikt, omdat ze ‘niet mannelijk genoeg’ waren, ‘verwijfd’ liepen of spraken met een hoge stem.

Amnesty zegt voor het rapport 21 voormalige, huidige en toekomstige soldaten te hebben ­ondervraagd. De meesten gebruikten pseudoniemen, maar een van hen, Jeram Yunghun Kang, vond het goed dat we zijn echte naam noemden. Kang ging in 2008 in het leger. Andere soldaten in zijn eenheid begonnen hem meteen lastig te vallen, vast te pakken, zijn nek te kussen en zijn onderbroek naar beneden te trekken. Hij vertelde een officier dat hij homo was en vroeg om hulp. In plaats daarvan riep de officier de ­hele eenheid bijeen en vertelde dat er een homo onder hen was. Toen vroeg hij Kang: “Wie heb je gisteravond verleid?” Vanaf die dag moest Kang altijd een pin met een ‘smiley face’ op zijn ­kleding dragen.

‘Psychiatrische redenen’

“Ik mocht niet douchen met anderen”, zegt hij in een telefoongesprek vanuit zijn woonplaats Londen. “Ze vonden me vies, een man noch een vrouw, iemand die zich niet naakt mocht vertonen in de aanwezigheid van andere mannen.”

Kang kwam in een psychiatrische kliniek van het leger, waar hij twee maal per dag antidepressiva moest slikken. Het personeel adviseerde hem krankzinnigheid voor te wenden als eerste stap om uit het leger te worden ontslagen.

Kang weigerde. In plaats daarvan deed hij twee maal een zelfmoordpoging. Hij belandde in een isoleercel, waar hij aan een bed werd vastgebonden. In de cel drong geen geluid of licht door. Na 116 dagen in het ziekenhuis werd hij in 2009 uit het leger gezet ‘om psychiatrische ­redenen’.

Zijn moeder, die hem zonder partner heeft opgevoed, verkocht haar huis, zodat hij naar Londen kon gaan om te leven en te studeren in een omgeving die hem niet uitsluit.

Inmiddels is zijn studentenvisum bijna verlopen. Kang is bang naar zijn land terug te keren. “Mijn vertrek uit Zuid-Korea was vooral een vlucht,” zegt hij. “Ik ben doodsbang om terug te gaan. Ik voel me een vluchteling.”

©The New York Times