Direct naar artikelinhoud
Parlement

Alle federale en Vlaamse parlementsleden eisen uittredingsvergoeding op, op één na

Francis Delpérée is de enige ex-volksvertegenwoordiger die zijn uittredingsvergoeding niet opeiste.Beeld Belga

De federale en Vlaamse volksvertegenwoordigers die na de vorige regeerperiode niet meer verkozen werden, hebben allemaal hun uittredingsvergoeding opgeëist. Allemaal behalve één: Francis Delpérée, die in de Kamer zetelde voor cdH.

Door de grote politieke machtsverschuiving bij de federale verkiezingen kreeg de Kamer van Volksvertegenwoordigers een nieuw gelaat. Partijen als CD&V en N-VA leverden flink wat zetels in, terwijl bijvoorbeeld Groen-Ecolo negen zitjes meer kreeg en Vlaams Belang zelfs van drie naar achttien zetels ging. Ook in het Vlaams Parlement was er een stevige stoelendans, met onder meer een grote bonus voor PVDA.

De parlementsleden die niet meer verkozen raakten – of niet deelnamen aan de verkiezingen – hebben recht op een uittredingsvergoeding, afhankelijk van hoelang ze in het parlement zetelden. Daarvoor moeten ze wel binnen drie maanden na het einde van hun mandaat een aanvraag indienen. Alle Vlaamse volksvertegenwoordigers die daar recht op hadden, hebben dat ook gedaan, leert navraag bij het Vlaams Parlement.

Noodzakelijk vangnet

In het federaal parlement zijn 70 afscheidsvergoedingen uitgekeerd, zo bevestigen de diensten van de Kamer. Volgens de krant Le Soir heeft slechts één Kamerlid dat niet gedaan: de 77-jarige Francis Delpérée van het cdH. Hij had recht op zo’n 233.000 euro, gespreid over 24 maanden. De vergoeding is volgens Delpérée bedoeld om jonge parlementsleden die zonder werk vallen te ondersteunen tot ze een nieuwe baan vinden. “Maar ik ben niet op zoek naar een nieuwe job”, zegt hij in Le Soir.

Voor veel anderen is de vergoeding een noodzakelijk vangnet, want parlementsleden maken geen aanspraak op een werkloosheidsvergoeding na hun mandaat. Luk Van Biesen, die in de Kamer zetelde voor Open Vld, raakte niet meer verkozen en bouwt nu zijn accountancybureau opnieuw uit. “De activiteiten stonden vijftien jaar op een laag pitje. Nu is het de bedoeling de job weer leefbaar te maken. Met mijn uittredingsvergoeding kan ik die periode financieel overbruggen.”

Uittredende parlementsleden die aan het einde van hun loopbaan zijn en hun uittredingsvergoeding opvragen, krijgen hun pensioen pas betaald zodra de vergoeding afloopt. 

In 2014 werd de maximumduur van de uittredingsvergoeding teruggeschroefd van 48 naar 24 maanden.