Direct naar artikelinhoud
Portret

‘Een tikje tragisch hoe ze haar kritische zin heeft laten varen’: literaire watchers over Griet Op de Beeck

‘Een tikje tragisch hoe Griet Op de Beeck haar kritische zin heeft laten varen”, zegt literair recensent Jeroen Vullings.Beeld Gijs Kast

‘Een slecht georkestreerd poppentheater’ of ‘een leesbevorderingsmachine op haar eentje’? Als geen ander weet schrijfster Griet Op de Beeck, die afgelopen week haar nieuwe boek Let op mijn woorden lanceerde, het lezerspubliek te charmeren maar ook te splijten. Hoe komt dat? Literaire watchers aan het woord over het fenomeen Op de Beeck: ‘Ze mikt op hormonale herkenning.’

‘Uw leven is van u’, zo prijkt sloganesk op de website van Griet Op de Beeck, naast een immense close-up van de schrijfster. Op de Beeck vent een zelfredzame boodschap uit, zo lijkt het. Hoeveel kletsen en dreunen een mens ook moet incasseren, toch kun je op elk moment weer rechtkrabbelen en de teugels in handen nemen. Stay positive, ondanks alle ellende. Kijk naar mij, zegt Op de Beeck. Zie waar ik sta. “Ik ben allener geweest dan eender wie ooit zou mogen zijn. Van mijn vijfde tot mijn negende, en lang daarna. (…) Maar evengoed, ik sta hier en heb gedurfd en gekeken en ik ben doorgegaan, en ik ben niet langer alleen.” Zo sprak ze vorig jaar met veel tremolo tijdens haar Frans Kellendonklezing. Titel: ‘Play it fuckin’ loud’.

Toch wil ze haar vallen-en-opstaanmotto liever geen boodschap noemen, zegt ze in een aankondigingsfilmpje voor haar nieuwe roman: “Ik probeer geen boodschap te hebben voor mijn lezers. Dat is voor de priesters in de kerk. Maar het boeiende is dat een boek de facto bij andere mensen andere dingen losmaakt. In die zin bevat een boek honderd boodschappen.”

Ook in Let op mijn woorden is het Op de Beecks ambitie om haar ‘personages zo dicht mogelijk bij de lezer te krijgen’. Vierhonderd pagina’s lang wordt er gewroet in verstoorde familierelaties. Het tweede deel van haar trilogie over daders en slachtoffers van seksueel misbruik, na Het beste wat we hebben (2017), zet de opgroeiende Lise centraal, een zelfdestructieve pleaser die het zwaar voor de kiezen krijgt maar zich toch sterk houdt. Het is een – weliswaar somber – boek waaraan haar idolate fans zich ongetwijfeld de handen zullen warmen. Tegenstanders zullen er opnieuw munitie in vinden om haar klefheid en effectbejag aan te wrijven. Al houdt ze het sentiment dit keer iets ingehoudener en dempt ze het ook met humor. Het blijft opmerkelijk: hoe groter het succes van Op de Beeck – ze verkocht intussen in totaal 800.000 exemplaren van haar romans – hoe kritischer de toon vaak werd bij de recensenten, die ze zelf onlangs wegzette als ‘bullies op de speelplaats’ met hun ‘in stenen tafelen gebeitelde poëtica’.

Humor en luchtigheid

“Aanvankelijk was ik aangenaam verrast door haar eerste roman Vele hemels boven de zevende”, vertelt Jeroen Vullings, literair criticus bij Vrij Nederland. “Vooral omdat er humor en een zekere luchtigheid in schuilde, ja, zelfs ironie. Ze bood een onverwacht en fris perspectief op – grosso modo – de single. Maar nadien werd het allemaal veel zwaarder en melodramatischer. Ik hou ook van Dostojewski (lacht), maar het leed dat Op de Beeck tegenwoordig over ons uitkiepert, dat kan tellen. Bovendien mikt ze te behaagziek op haar lezerspubliek: de ‘niet-lezende vrouwen’, zoals zelfs haar uitgever Mai Spijkers het openlijk stelde. Ze ging voor hormonale herkenning. Het was ook alsof ze plots niet meer liet zien wat ze allemaal kon.”

Volgens Vullings legt Op de Beeck haar lat geleidelijk minder hoog: “Een tikje tragisch hoe ze haar zelfkritische zin heeft laten varen. Dat zie je wel vaker: bestsellerschrijvers die plots kunnen cashen en juichend naar de bank lopen. Dat mag, hoor. Maar dan moet je niet beginnen te zeuren over een succès d’estime dat uitblijft. Ik vind het een tikje flauw dat Op de Beeck nu her en der gaat natrappen naar critici.”

Vullings heeft ook moeite met haar taalgebruik, dat in Nederland wel eens als ‘schattig’ of ‘exotisch’ wordt getaxeerd. “Vergelijk dat eens met het talent van Boon of Claus. Ik kan niet goed de vinger leggen op haar taal: is dat nu echt Vlaams, gewesttaal of half Nederlands? Ook Dimitri Verhulst schrijft een particulier Vlaams idioom. Maar via zijn stijl weet hij tenminste op een sublieme manier ook zijn dunnere boeken op te tillen.”

Walgelijk persoonlijk

‘Walgelijk persoonlijke’ boeken, zo noemde de voormalige journaliste en dramaturge haar romans ooit. Zonder ze evenwel als strikt autobiografisch te typeren. “Het valt op hoe ze de laatste jaren steeds meer details over haar eigen leven begon prijs te geven”, zegt de Nederlandse literatuurwetenschapper Sander Bax, die zonet in het tijdschrift DW B een helder essay publiceerde over haar riskante succesverhaal. “In elk interview ging ze een stapje verder: eerst over haar liefdeloze, moeilijke jeugd, dan over haar anorexiaperiode en tenslotte de klap op de vuurpijl: vertellen in De wereld draait door dat haar vader haar als kind zou hebben misbruikt. Die bekentenissen passen perfect in de heersende mediacultuur waarin ook literatuur zogenaamd ‘echt, authentiek en intiem’ moet zijn. Maar vervolgens raakte ze de controle kwijt. De DWDD-uitzending is in haar gezicht geëxplodeerd. Het moet afschuwelijk voor haar geweest zijn. Toen besefte ze wellicht dat ze een grens had overschreden. Had ze beter moeten nadenken wat ze wel of niet prijsgaf?”

Bax stelt vast dat op de Beeck van meetaf aan ‘geframed’ is als commercieel succesauteur, van wie je de boeken ‘in één ruk’ moest uitlezen. “Zo’n mediahype brengt ook grote kwetsbaarheid mee. Hoe kan ze de succesmythe handhaven?”

Het is geen nieuw mechanisme, aldus Bax. “Ook Jan Wolkers is destijds eerst op het schild gehesen en werd immens populair. Maar op een bepaald moment ging het bergaf en lustten de critici hem totaal niet meer.”

Toch liggen bij Op de Beeck de kaarten anders geschud. Tot de ‘hoge’ literatuur worden haar romans zelden gerekend. Schrijver Christophe van Gerrewey noemde haar debuut ooit zelfs ‘emotioneel winstbejag’ en ‘spectaculair tranerig’.

Onvermoeibaar draaft Op de Beeck stad en land af. Literair criticus Jeroen Vullings: “Ik hou ook van Dostojewski, maar het leed dat Op de Beeck tegenwoordig over ons uitkiepert, dat kan tellen.”Beeld Marcel Krijgsman

“Ze boort met haar boeken een doelgroep aan die anders weinig leest en amper boeken koopt”, vermoedt boekhandelaar Bart Van Aken van het Gentse Paard van Troje. “Ik noem haar romans wel eens opstapliteratuur. Op de Beeck is in haar eentje het grootste Vlaamse leesbevorderingsproject van de laatste jaren. Dat bedoel ik niet denigrerend. Als Griet in columns boeken aanraadt, merken we dat het daarvoor meteen storm loopt in de winkel. Ze is dus ook een influencer. Zo komen haar lezers misschien uit bij andere romans, van Sandro Veronesi of Elena Ferrante.”

Van Aken vindt overigens dat haar boeken er “fantastisch” uitzien. “Let op die covers van Stephan Vanfleteren. Over elk detail is nagedacht.”

Dat Prometheus-uitgeverij Mai Spijkers aan de juiste touwtjes trok om het ‘product Griet’ in de markt te zetten, moet je hem nageven. Bovendien draaft Op de Beeck onvermoeibaar stad en land af. Altijd heeft ze gretig gepraat over haar boeken. Draagt dat verbale talent bij aan haar succesverhaal? Jeroen Vullings denkt van wel: “Dat is ook weer een recente trend: een schrijver die een groot publiek bespeelt door als een theatermaker te werk te gaan. Denk maar aan Arthur Japin. Hij acteert zijn eigen woorden. Griet kan en doet dat ook. Maar bij haar lijkt het oprechter, zoals bij haar incestgetuigenis, waar ik geneigd ben haar te geloven.”

Ook Luc Coorevits van Behoud de Begeerte denkt dat haar verleden als dramaturge haar nu geen windeieren legt. “Toen ik met haar een tournee opzette met Wannes Capelle, merkte ik direct dat ze goed op het podium stond en weinig coaching nodig had. Haar passage in de theaterwereld was van groot nut bij het veroveren van de literaire wereld.”

Naijver

Op de Beeck cultiveert de nauwe banden met haar fans. Dat leidt soms tot merkwaardige taferelen. “Ik zat op de laatste Boekenbeurs naast haar te signeren”, lacht schrijfster Lara Taveirne, die bij dezelfde uitgeverij als Op de Beeck publiceert. “Een vreemde belevenis, waardoor je wel weer enigszins je plaats kent. De rijen bleven maar aangroeien. Je merkt ook dat mensen iets verwachten van haar, alsof ze een goeroe is of therapeutische kracht uitstraalt. Mensen brengen haar kaartjes, vertellen haar hun levensverhaal, maar ze blijft hen geduldig te woord staan. Ze projecteren van alles op haar, misschien omdat ze openlijk over haar eigen leven vertelt. Haar boeken maken iets los wat ze zelf niet altijd meer in de hand heeft.”

Taveirne merkt bij Vlaamse collega-auteurs een venijniger neveneffect van de Op de Beeckmania: “Er bestaat enige vijandigheid, een soort naijver over haar verkoopcijfers, vermoed ik. Met de bedenking: ‘Waarom ik niet en zij wel?’ Alsof ze lezers van hen afneemt. Dat is natuurlijk absurd. Ik gun Griet van harte haar succes.”

“Elke schrijver wil gelezen worden: liever honderd lezers dan tien. Dat is in mijn geval de afgelopen jaren, euh, niet onaardig gelukt”, zegt Op de Beeck deze week zelf in een interview met Humo. “Maar een populaire schrijver wekt in sommige kringen argwaan op: als een boek vlot verkoopt, kan het onmogelijk een goed boek zijn. Dan moet het wel iets pseudoliterairs zijn, een knieval voor de commercie. Ik probeer hard om daarboven te staan, maar dat neemt niet weg dat die dingen toch in mijn hoofd gaan spelen.”

Op de Beecks oeuvre polariseert, zoveel is zeker. Bij de Gentse boekhandel Limerick wekken haar boeken zodanig veel afkeer op dat ze nog steeds consequent uit het assortiment worden geweerd. “We leggen haar nieuwste niet in de winkel”, bevestigt Gert Brouns. “Mensen kunnen het wel bestellen. Noem het dus geen censuur. Maar we laten Griet liever over aan de ketens.” Waarom hij voet bij stuk houdt? “Omdat haar boeken slecht geschreven zijn, tiens, bovendien in een Vlaams idioom waar ik een bloedhekel aan heb. Haar romans zijn een soort slecht georkestreerd poppentheater. Pas op, ik heb geen persoonlijke vete met haar. Maar wij mogen onze klanten toch gewoon coherente kwaliteit aanbieden?”