Analyse: de slaagkansen van een Vlaamse Netflix

“Dertig jaar geleden waren er ook uitgevers die niet mee wilden stappen in de Vlaamse Televisie Maatschappij. Daar hebben die achteraf meer dan eens spijt van gehad. Soms moet je als ondernemer gewoon durven springen, ook al weet je niet precies waar je terechtkomt.” In de wandelgangen van DPG Media wordt wanneer het over de plannen voor een Vlaamse Netflix gaat graag verwezen naar de opstart van VTM. Ook toen was niet iedereen overtuigd van de slaagkansen van een commerciële televisiezender. Tot die op antenne ging en een doorslaand succes werd. Een scenario waarvan ze aan de Medialaan hopen dat het zich ook met de Vlaamse Netflix zal herhalen.

Die Vlaamse Netflix is al langer een hot topic in televisieland. Een nieuw betalend streamingplatform dat de beste tv-programma’s van eigen bodem bundelt, zou het Vlaamse tv-landschap niet alleen kunnen wapenen tegen buitenlandse concurrentie van Netflix en co. Het zou ook een extra inkomstenstroom op gang kunnen brengen, die de teruglopende advertentie-inkomsten compenseert. 

Maar dat ballonetje werd vorig jaar quasi meteen uit de lucht geschoten door Telenet-CEO John Porter. De Vlaamse televisiemarkt is gewoon te klein om ooit winst te kunnen maken met zo’n Netflix-kloon, concludeerde hij. Ook andere partners waar DPG Media op mikte – zenders en telecombedrijven – vertoonden ernstige vormen van koudwatervrees.

Hervormingsplan

Over en uit, denk je dan. Maar dat is buiten DPG Media gerekend. Het bedrijf pakte deze week uit met een ingrijpend hervormingsplan voor zijn tv-diensten, met een hoofdrol voor die Vlaamse Netflix. Het nieuwe platform komt er sowieso, ook als, zoals het er nu naar uitziet, niemand anders mee aan de kar wil trekken. 

Wie daar vraagtekens bij plaatst, wordt verwezen naar gelijkaardige initiatieven in Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland en het hoge Noorden. In Frankrijk zetten de openbare omroep, TF1 en M6 de schouders onder Salto. Over het kanaal slaan BBC en ITV de handen in elkaar voor Britbox. In Nederland bundelen concurrenten als Talpa TV en RTL de krachten om onlinevideoplatform Videoland een boost te geven. 

Dat zo’n streamingdienst van eigen bodem wel degelijk een tegenwicht kan vormen tegen het Netflix-geweld wordt bewezen in Scandinavië, waar met ViaPlay, TV2 Play en C More meerdere lokale platformen actief zijn. Elders in Europa heeft Netflix gemiddeld 70 procent van de streamingmarkt in handen; in Scandinavië moet het Amerikaanse bedrijf het met 49 procent stellen.

Maar dat maakt de gok van DPG Media niet minder groot. In de eerste plaats omdat het mediabedrijf er alleen voor staat. Telenet was sowieso een koele minnaar en nu dat kabelbedrijf eigenaar is van zenders VIER, VIJF en ZES zijn ook die van de onderhandelingstafel verdwenen.Ook met Proximus is de relatie niet optimaal. Enkel met de openbare omroep wordt momenteel nog gepraat. “Omdat het belangrijk is dat er voor alle spelers in het media-ecosysteem een haalbare oplossing komt”, klinkt het bij de VRT. Achter de schermen valt te horen dat ook de politiek een rol speelt in het langdurige karakter van die gesprekken. In de onderhandelingen over een Vlaams regeerakkoord komt ook de bescherming van het plaatselijke media-ecosysteem aan bod. In het kader daarvan wordt volop gelobbyd, in de hoop dat de politiek de openbare omroep zal verplichten mee te stappen in het Vlaamse Netflix-verhaal. 

Pijnpunt

Het – voorlopige – gebrek aan partners zal zich onvermijdelijk laten voelen in het aanbod. Dat is het grootste pijnpunt van het project. Hoe krijg je mensen zover dat ze willen betalen voor zo’n Netflix-variant? Met programma’s die iedereen wil zien. En die zijn schaars. Zeker als je ze enkel uit eigen catalogus moet halen. 

Bij DPG Media zouden ze in eerste instantie de historische reeks De Bende van Jan De Lichte als breekijzer willen gebruiken. Met onder andere Matteo Simoni, Tom Van Dyck, Stef Aerts en Charlotte Timmers in de hoofdrollen zou die reeks iets moeten zijn waar tv-kijkers voor willen betalen, zo luidt de redenering. Maar de grote vraag is wat daarna komt. Het voorbeeld van Netflix leert dat je enkel met een heel goed gevulde catalogus de verwende kijker kan blijven boeien. 

Bij DPG Media willen ze slim spelen met uitzendmomenten. Dat betekent dat bepaalde reeksen eerst op het nieuwe betaalplatform te zien zullen zijn en pas daarna op VTM. In eerste instantie wordt daarbij aan fictiereeksen gedacht. Maar om het platform aantrekkelijker te maken, zouden ook succesformats als Belgium’s Got Talent of Blind getrouwd eerst op het platform kunnen komen. Alleen wordt het op die manier een wel heel ingewikkelde evenwichtsoefening. Het nieuwe betaalplatform mag namelijk je klassieke zender niet volledig uithollen. Als dat wel gebeurt, dreigen de kijkcijfers en bijbehorende advertentie-inkomsten een duik te nemen.

Bij DPG Media willen ze de catalogus van hun Vlaamse Netflix opvullen met de betere buitenlandse content. Maar het wordt geen sinecure om daar de hand op te leggen. De concurrentiestrijd tussen internationale diensten als Netflix, HBO Max en Disney+ zorgt voor een ongezien opbod voor de rechten op oude reeksen als Friends, Seinfeld en The Big Bang Theory, die tegenwoordig voor honderden miljoenen van eigenaar veranderen. Waarmee meteen het belangrijkste verschil met dertig jaar geleden pijnlijk duidelijk wordt. Toen moest VTM het enkel tegen de toenmalige BRT opnemen. Nu is de hele wereld een concurrent.