Direct naar artikelinhoud
Essay

N-VA is de FC De Kampioenen van de politiek

FC De Kampioenen: comeback van een identiteitsproduct.Beeld vrt

De VRT heeft werk. Véél werk. De openbare omroep wordt niet alleen geacht de Vlaamse identiteit te versterken, ook de ideologische diversiteit moet groter. Minister-president Jambon vindt dat zelfs klimaatontkenners aan het woord moeten komen. Wat is hier aan de hand en hoe zorgwekkend is dat? Een essay van Joël De Ceulaer.

Toen Bart De Wever zijn laatste boekje Over identiteit publiceerde, sprak hij de hoop uit dat de elite binnen zijn partij dat grondig zou lezen. Siegfried Bracke – toen nog partijlid, nu nog slechts fellow traveller, zoals hij dat zelf noemt – heeft die raad mogelijkerwijze ter harte genomen, maar is daarna blijkbaar toch snel vergeten wat er allemaal in stond. Dat durf ik af te leiden uit zijn reactie op de deze week aangekondigde comeback van FC De Kampioenen. Op Twitter kon Bracke een smalende grijns niet verstoppen: “Vlaamse identiteit bij de VRT? Dat is dan bij deze opgelost, met de Grote Sprong Voorwaarts: acht nieuwe afleveringen van FC De Kampioenen. En kom nu niet meer klagen en zagen.”

Die spottende toon is hem gegund – Bracke zal niet de enige zijn die graag lacherig doet over de bekendste voetbalploeg van het tv-scherm – maar in het universum van Bart De Wever wordt die toon als zeer ongepast ervaren. Wat lezen wij immers in Over identiteit, op pagina 22? Dat Thuis en FC De Kampioenen “identiteitsproducten” zijn die hun kracht halen uit “herkenbaarheid: mensen kunnen zich er gemakkelijk mee identificeren”. Toch zijn het juist die programma’s, schrijft De Wever, waar “de sociale en culturele elite graag smalend op neerkijkt”. Laat Bracke het dus in zijn oren knopen: de comeback van FC De Kampioenen is niet om te lachen, het is de comeback van een identiteitsproduct.

Joël De Ceulaer.Beeld Eric de Mildt

Wie wij zijn

De Wever voegt daar nog iets aan toe in zijn boek – een beetje omslachtig geformuleerd, maar cruciaal om zijn visie op de relatie tussen media en identiteit goed te begrijpen: “De massamedia bepalen dus niet wie wij zijn, ze houden ons hoogstens een beeld voor waarbij ze moeten mikken op wie wij zijn. Als de leden van de gemeenschap zich niet (meer) herkennen in de voorgehouden spiegel of als ze het beeld dat naar voren komt vervormd of bedrieglijk vinden, ontstaat er een conflict.”

Met andere woorden: de media, en zéker de openbare omroep, moeten mikken op ‘wie wij zijn’ en dat als het ware ‘reflecteren’, zodat wij ons daarin ‘herkennen’. Die passage uit zijn boek heeft De Wever geprobeerd te vertalen in de opdracht die de VRT krijgt in het Vlaamse regeerakkoord: “De VRT moet meer dan ooit focussen op haar publieke karakter en het versterken van de Vlaamse identiteit. Vlaanderen wordt gekenmerkt door een divers ideologisch landschap. Het is belangrijk dat de VRT hiervoor aandacht heeft en die diversiteit meeneemt in haar aanbod.”

Bredere waaier

We zullen het nooit zeker weten, want het kan ook toeval zijn, maar het valt niet uit te sluiten dat De Wever met de terugkeer van FC De Kampioenen deze week alvast op zijn wenken werd bediend. Maar daarmee zit het er voor onze collega’s aan de Reyerslaan niet op.

Behalve meer ‘identiteitsproducten’ maken, moeten ze ook een bredere waaier aan opinies aan het woord laten, want momenteel is het blijkbaar allemaal te eenzijdig. Twee weken geleden ging De Morgen al in op de politieke betekenis van die onvrede met de openbare omroep. Vooral De afspraak blijkt kop van Jut: de fichebak van de VRT moet worden uitgebreid met andere stemmen, die meningen vertolken die nu niet aan bod komen. In De zevende dag verklaarde minister-president Jan Jambon dat zijn regering er zowat eigenhandig op zal toezien dat de VRT die opdracht naar behoren vervult. Toen Humo hem dinsdag vroeg of dat verlangen naar meer ideologische diversiteit betekent dat ook een klimaatontkenner aan het woord kan komen in een duidingsprogramma van de VRT, was het volmondige antwoord van Jambon: “Ja.”

Dat klinkt behoorlijk zorgwekkend.

Het rijke leven

Maar eerst die identiteit. Uit een mail waarop De Tijd de hand kon leggen, bleek dat VRT-baas Paul Lembrechts bij de Vlaamse regeringsonderhandelaars heeft gepleit voor meer middelen, met als argument dat de openbare omroep begaan is met het uitdragen van de Vlaamse identiteit. Dat klopt, uiteraard. Het staat letterlijk in de beheersovereenkomst, die nog tot volgend jaar loopt en de komende maanden zal worden heronderhandeld: de VRT “stimuleert” de Vlaamse identiteit en “draagt” die ook “uit”.

Maar het mag iets meer zijn. In een interview met Knack betreurde Marius Meremans, N-VA-mediaspecialist in het Vlaams Parlement, het afgelopen woensdag dat de VRT “toch nog te veel op twee benen hinkt”. Gevraagd naar iets meer tekst en uitleg, laat Meremans weten dat de VRT het blijkbaar moeilijk heeft met het “versterken” van die identiteit, en moet die opdracht in de volgende beheersovereenkomst duidelijker en explicieter.

‘In de Gloria’ (2000-2001), ‘den draad’.Beeld Joost De Bock

Daarbij duikt een risico op. De VRT zou – met de klemtoon op ‘zou’ – met zichzelf in de knoop kunnen geraken. Wat CEO Lembrechts in die mail aan de onderhandelaars schreef, klopt immers: de openbare omroep draagt de Vlaamse identiteit sowieso uit. Dat is iets wat organisch gebeurt, zonder dat daar al te diep over moet worden nagedacht. Als je programmamakers de vrije hand geeft, en laat zoeken naar formats en programma’s die succes hebben bij het brede publiek, dan komt de Vlaamse identiteit vanzelf naar boven.

‘Dagelijkse kost’ met Jeroen Meus (sinds 2010).Beeld rv

Een snelle blik op het rijke verleden toont dat aan. Wat was of is er Vlaamser dan nonkel Bob, de flauwe mopjes van wijlen Armand Pien, de geniale ministerie-serie De collega’s, de avonturen van Kapitein Zeppos, de humor van Bart Peeters en Hugo Matthysen, Alles kan beter van Mark Uytterhoeven, In de Gloria van Jan Eelen, maar ook Samson en Gert, Kraakje van wijlen Tante Terry, de kookkunsten van Jeroen Meus – en, uiteraard: Thuis en FC De Kampioenen? Antwoord: weinig of niets. Allemaal typisch Vlaams.

Wees spontaan!

Het bijzondere van al deze programma’s is dat ze geen van alle expliciet de bedoeling hadden of hebben om een Vlaamse identiteit tot stand te brengen of te versterken. De vorming van een identiteit is een proces, geen procedure. Het is iets dat vrijwel spontaan gebeurt, bijna zonder dat de betrokkenen zich daar altijd van bewust zijn. En spontaan zijn lukt niet op bevel. Toch is dat de opdracht waarmee de Vlaamse regering nu de VRT zal opzadelen: ‘Wees spontaan!’ De mail van CEO Paul Lembrechts bevatte een correcte boodschap, maar de slotsom is enigszins tragisch: hij krijgt niet meer, maar minder geld om niet gewoon te doen wat hij sowieso deed, maar om dat explicieter en duidelijker te doen – zo duidelijk dat het nieuwe Vlaamse bewind straks, samen met Bart De Wever, tevreden zal kunnen vaststellen dat “de leden van de gemeenschap” zich “herkennen in de spiegel die hen voorgehouden wordt”.

Het doet wat denken aan die man met zijn lange baard die elke nacht sliep als een roos. Tot iemand hem vroeg of hij die baard ’s nachts boven of onder het laken legde – want daar had de man nog nooit bij stilgestaan of over nagedacht. De avond nadat hem die vraag was gesteld, kroop hij in bed, legde bij vol bewustzijn de baard op het laken, maar kon de slaap niet vatten. Hij legde dan maar de baard ónder het laken, maar kon ook toen de slaap niet vatten – en alle daaropvolgende nachten evenmin; het gepieker over die baard hield hem de rest van zijn leven uit zijn slaap.

Om maar te zeggen: uiteraard krijgt de VRT een opdracht van haar aandeelhouders, maar deze opdracht kan fnuikend werken voor de creativiteit. Een organisatie die begint te piekeren, kan in het slechtste geval het noorden kwijtraken.

Journaal in geel-zwart

Er is, bij de vertaling van de VRT-passages uit het boek van De Wever naar het Vlaamse regeerakkoord, trouwens een denkfout opgetreden. In Over identiteit schrijft de N-VA-voorzitter dat de media moeten “reflecteren wie wij zijn”, en dat er “een conflict” onstaat zodra wij ons daarin niet meer “herkennen”. Dat is natuurlijk vintage De Wever, die als conservatief niet gelooft in de maakbaarheid van de samenleving, en dus zeker niet in de strikte maakbaarheid van een identiteit. Toch is het dát wat N-VA van de VRT verwacht: de versterking van de Vlaamse identiteit. Kijkcijfers spelen daarbij minder dan ooit een rol, wat ook al merkwaardig is. Hoe weet je als medium immers dat je reflecteert wie wij zijn als je geen rekening houdt met de kijkcijfers? Hoe meer mensen kijken, hoe beter de reflectie, niet? Kortom, hier klopt iets niet, en daar bestaan twee mogelijke verklaringen voor, die allebei correct kunnen zijn. Eén: de commerciële spelers hebben veel beter gelobbyd dan Lembrechts, en vinden een VRT met minder geld én minder kijkcijfers een uitstekende zaak. Twee: het gaat de Vlaamse regering niet om de Vlaamse identiteit, maar om de Vlaams-nationalistische identiteit. De N-VA, dominant in deze regering, wil geen reflectie van ‘wie wij zijn’, maar van ‘wie wij’ volgens haar ‘moeten zijn’.

Met ‘Kinderen van de kolonie’ (foto) en ‘Kinderen van het verzet’ doet de VRT sowieso al beter dan ooit wat ze moet doen. Deze programma’s openen stuk voor stuk een belangrijk venster, zoals dat heet, op cruciale periodes in onze geschiedenis.Beeld RV

Als dat het geval is, zal het gepieker zich pas echt meester maken van de bewoners van de hoogste verdiepingen in de VRT-gebouwen. Er zijn de voorbije weken al veel grappen over gemaakt, maar de N-VA zal bij wijze van spreken niet rusten tot, na verkeerslichten en burgemeesterslint, ook het decor van Het journaal geel-zwart wordt geverfd – met Martine Tanghe in bijbehorende outfit. Dit dossier overstijgt de gewone politiek, dit is een cultuurstrijd, die eerder al op Pukkelpop werd gevoerd: Vlaams-nationalisten willen erkenning, ze willen erbij horen, ze willen niet langer dat “de culturele en sociale elite smalend op hen neerkijkt” – ja, Vlaams-nationalisten voelen zich de FC De Kampioenen van de politiek: populairder dan ooit, maar nog altijd een tikje miskend.

Een partijtje Kumbaya

Die miskenning speelt tot in de kleinste details: dat u op Eén vrijdag het feest voor de verjaardag van kroonprinses Elisabeth kon volgen, schoot bij N-VA’er Koen Daniëls in het verkeerde keelgat: hij vindt het “schaamteloos” dat de leden van het koningshuis op die manier “live” “in ons gezicht duwen” hoe ze “al ons belastinggeld” “op feesten”. Het is inderdaad soms onnozel hoe de VRT het koningshuis opvoert – denk aan de gastrollen van vorst en vorstin bij respectievelijk Philippe Geubels en Bart Peeters – maar we mogen ervan uitgaan dat we zulke fratsen steeds minder vaak zullen zien.

Vraagje: hoelang zal de VRT de koninklijke kerstboodschap nog in primetime uitzenden, om aldus kwansuis onze Belgische identiteit te versterken? De weddenschappen zijn geopend.

Dat geforceerde opdrachten nefast zijn voor de kwaliteit, werd in 2005 al bewezen met Allemaal Sam, gepresenteerd door Andrea Croonenberghs en Kathy Lindekens.

Dat programma had het expliciete voornemen om de samenhorigheid in Vlaanderen te “versterken”, en verviel juist daarom in een gênant partijtje Kumbaya. Een programma dat de samenhorigheid wil versterken, mag dat vooral niet expliciet doen, want dan lukt het niet. Wie iemand uit eten vraagt in de hoop dat die persoon daarna mee de koffer in wil duiken, vraagt dat ook niet expliciet, maar bewandelt best een creatieve omweg. Zo is dat ook met programma’s over samenhorigheid en identiteit.

De klacht van Hermans

Het identiteitsdebat sluit nauw aan bij dat over de veelbesproken Vlaamse canon, die de Vlaamse regering wil laten samenstellen door een panel van experts. Ook op dat vlak doet de VRT sowieso al beter dan ooit wat zij moet doen: series zoals Kinderen van de collaboratie, Kinderen van de kolonie en het deze week begonnen Kinderen van het verzet openen stuk voor stuk een belangrijk venster, zoals dat heet, op cruciale periodes in onze geschiedenis. Daar had Canvas de Vlaamse regering niet voor nodig, wel historici en programmamakers die relevantie kunnen verzoenen met toptelevisie. De volgende serie in dat rijtje is overigens al bekend: Kinderen van de Holocaust. En te hopen valt dat het niet te lang duurt voor Canvas ook Kinderen van de migratie maakt.

Over migratie gesproken: ook het debat over diversiteit stelt de VRT voor lastige keuzes. Als het over diversiteit gaat, bestaan er twee invalshoeken. Op de links-progressieve flank vindt men het belangrijk dat vrouwen, Vlamingen met een migratieachtergrond en andere minderheden beter vertegenwoordigd zijn – zowel in de programma’s als in de cockpit van de media. Redacties en directies, zo luidt hier de klacht, zijn nog altijd veel te wit. Die klacht is niet onterecht. Een opiniestuk van Dalilla Hermans, waarin ze uithaalde naar het “disrespect” dat ze naar eigen zeggen al te vaak op de VRT heeft ondervonden, leidde deze week nog tot een fel debat, onder meer over diversiteit.

Sluimerend conflict

Op de rechts-conservatieve flank is men ook erg begaan met diversiteit, maar dan niet zozeer met diversiteit qua gender of etnische afkomst, maar met diversiteit aan opinies. Het is die ideologische diversiteit die de Vlaamse regering beter wil vertegenwoordigd zien in de duidingsprogramma’s van de VRT. Om het met Bart De Wever in de eerder al geciteerde passage uit Over identiteit te zeggen: “Als de leden van de gemeenschap zich niet (meer) herkennen in de voorgehouden spiegel of als ze het beeld dat naar voren komt vervormd of bedrieglijk vinden, ontstaat er een conflict.”

Dat conflict sluimert al lang, omdat die klacht al lang bestaat. En ook die klacht is niet echt onterecht. Ze geldt trouwens voor de meeste mainstreammedia: journalisten gebruiken een nogal kleine fichebak, die een relatief beperkte bandbreedte aan opinies bevat. Wat de omvang van de fichebak betreft: kent iemand onder ons een andere kinderpsychiater dan Peter Adriaenssens, een andere toxicoloog dan Jan Tytgat, en een andere kerkjurist dan Rik Torfs? Kerkjuristen zijn allicht niet dik gezaaid, misschien hebben we er maar één, maar ook in andere disciplines zijn het telkens dezelfde namen die terugkeren.

Wat de bandbreedte aan opinies betreft: die is relatief smal en grosso modo links-progressief georiënteerd. Toegegeven, ik schrijf dit lichtjes op gevoel en met de natte vinger, maar het zou mij stérk verbazen mocht een grondig onderzoek het tegendeel aantonen. Eén veelzeggend voorbeeld: met Waarover men niet spreekt, een vuistdik schotschrift tegen de islam dat door wijlen Etienne Vermeersch met een woord van lof op de cover werd aangeprezen, kreeg auteur Wim van Rooy welgeteld nul seconden aandacht op de VRT – geen enkele radio- of tv-zender deed iets met dat boek, dat een bestseller werd. Terwijl er wel in onder meer Knack, De Standaard en De Morgen over werd geschreven.

Wetenschap en democratie

Er is beterschap, er wordt aan gewerkt – zo zijn Vlaams-nationalistische opiniemakers zoals Karl Drabbe en Pieter Bauwens van de website Doorbraak.be regelmatig te gast in duidingsprogramma’s, maar toch blijft de Vlaamse rechterzijde zich misdeeld voelen, zoals deze verzuchting uit het rechts-conservatieve weekblad ’t Pallieterke illustreert: “Van een openbare omroep mag meer billijkheid worden verwacht. Of het nu gaat over het communautaire, over identiteit, over Trump of Johnson, over sociale ongelijkheid, migratie of racisme, over MeToo of over het klimaat: verkiezingen bewijzen dat de modale burger niet zo te vinden is voor overdreven progressief gekwaak. Integendeel. In duidingsprogramma’s past meer dialoog. Nu overheerst de progressieve minderheid. Daar toch. De behoudsgezinde, conservatieve of rechtse burger hoeft niet te slikken dat hij permanent op de kast wordt gejaagd.”

Joël De Ceulaer: “In Vlaanderen spreekt haast niemand nog mooi Nederlands. Laat Vlaams minister-president Jan Jambon zelf maar het goede voorbeeld geven.”Beeld BELGA

De regering-Jambon wil die misnoegde burger, die zijn electorale overwicht niet vertaald ziet op televisie, graag van de kast halen. Zo graag dat de minister-president dinsdag in Humo een uitspraak deed die men van een degelijk bestuurder niet verwacht. Toen collega Raf Liekens hem vroeg of alle meningen aan bod moeten komen op de VRT, ook die van klimaatontkenners, antwoordde Jambon, zoals eerder gezegd, doodleuk: “Ja.” En daarmee gaat hij uit de bocht. Als ik zo baldadig mag zijn om te verwijzen naar mijn boek Hoera! De democratie is niet perfect: er bestaat een groot verschil tussen wetenschap en democratie. In een democratie moeten meningen maximaal geuit kunnen worden. In een wetenschappelijk debat niet. Wetenschap is een methode om aan waarheidsvinding te doen. Ideeën en inzichten die manifest onjuist zijn, verdienen geen plaats meer in het debat. Wie beweert dat de mens geen geëvolueerde diersoort is, dat de aarde plat is, dat vaccins slecht zijn voor kinderen, dat het klimaat niet opwarmt door toedoen van de mens – wie zoiets beweert, mogen journalisten, conform hun deontologie, niet meer zomaar aan het woord laten. Als Jan Jambon vindt dat de openbare omroep dat wél moet doen, dan slaat hij daarmee een bijzonder mal figuur.

Geen gewone partij

Iets anders is het als een programma bijvoorbeeld Jean-Marie Dedecker aan het woord laat. Dat mag uiteraard wel, de heer Dedecker is politicus en strijdt met ideeën om de stem van de kiezer. Niemand kan hem ook verhinderen om onzin te verkopen over het klimaat. Maar, heel belangrijk: dan moet de interviewende journalist hem erop wijzen dat hij onzin verkoopt. En dat mag zonder veel omhaal, recht voor de raap, om het op z’n Dedeckers te zeggen. Journalisten moeten proberen om leugens te ontmaskeren. Een politicus die zegt dat één plus één drie is, mag worden terechtgewezen.

Terzijde: dat de Vlaamse overheid wil dat het ideologisch spectrum zo breed mogelijk aan bod komt in duidingsprogramma’s op de VRT, is ook een radicale breuk met de wat verkrampte omgang die de openbare omroep – en de rest van de Vlaamse journalistiek – altijd heeft gehad met Vlaams Blok en daarna Vlaams Belang. In 2001 kwam in de schoot van de VRT-nieuwsdienst een nota tot stand met als titel: ‘De VRT en de democratische samenleving’. Daarin stond, ik parafraseer, dat de VRT de democratie moest beschermen en dus het Vlaams Blok niet mocht behandelen als een gewone partij. In 2005, na de veroordeling van het Blok en de geboorte van het Belang, werd die nota licht aangepast, maar nog altijd mochten VRT-journalisten VB’ers niet behandelen als gewone politici – al deed toenmalig VRT-journalist Siegfried Bracke dat stiekem al een hele tijd wel.

Ook die Vlaams-rechtse misnoegdheid klinkt mee door in wat het regeerakkoord van de VRT verlangt. Ironisch genoeg is het de gematigde, christendemocratische nieuwkomer Benjamin Dalle die een en ander als minister van Media zal moeten afdwingen.

Vlaanderen Vlaams!

Er is, tot slot, nóg een puntje op de verlanglijst voor de VRT dat opvalt in het Vlaamse regeerakkoord. Dat luidt zo: “De VRT hecht het hoogste belang aan de Nederlandse standaardtaal en brengt dit tot uiting in haar aanbod.” Dat is, met permissie gezegd, een compleet misplaatste vraag. Als er in Vlaanderen nog honderd mensen zijn die in staat zijn om mooi, soepel, vlekkeloos en accentloos Nederlands te spreken, dan werken er zeker negentig van hen voor de VRT. Akkoord, wielercommentator José De Cauwer, op wie sommige N-VA’ers het blijkbaar onder meer gemunt hebben, spreekt iets dat men met veel goede wil hoogstens Tussentaal kan noemen. En ook Jeroen Meus is nog niet waar hij zou moeten zijn. Maar als Bart De Wever, de architect van het Vlaamse regeerakkoord en auteur van Over identiteit, echt wil dat mensen zich moeten kunnen identificeren met wat ze zien, en dat massamedia moeten mikken op wie wij zijn, dan is mooi Nederlands op de VRT wel het laatste van zijn zorgen.

De treurige waarheid is immers deze: mooi Nederlands staat tot nader order haaks op de Vlaamse identiteit. Als hij dat wil veranderen, moet minister-president Jan Jambon eerst zélf maar eens het goede voorbeeld geven, zoals zijn voorganger Geert Bourgeois dat tenminste probeerde te doen. Een tip in dat verband: bij het onderhandelen van een nieuwe beheersovereenkomst mag VRT-baas Paul Lembrechts tegen Jan Jambon zeggen: “Al wa da ge wilt, Jan, we kunne klappe over identitaat en ideologie, maar da van da Nederlands, da gade gij ni bepale.”