Direct naar artikelinhoud
SpanjeUpdate

Extreemrechts zorgt voor aardverschuiving bij verkiezingen Spanje, socialisten blijven grootste

Santiago Abascal, voorzitter van de rechts-populistische partij Vox.Beeld REUTERS

De socialistische PSOE van leider Pedro Sánchez heeft zondag de verkiezingen in Spanje gewonnen. De verkiezingsuitslag is in grote lijnen gelijk aan die van een half jaar geleden, met één belangrijk verschil: het ultrarechtse Vox is nu de derde partij van het land.

Tijdens de vorige verkiezingen in april van dit jaar behaalde Sánchez een onverwacht grote zege. Terwijl iedereen verwachtte dat de PSOE en Podemos samen een linkse coalitie zouden vormen, stuurde de partij van Sánchez echter aan op een herhaling van de verkiezingen. Hij hoopte op extra zetels, zodat zijn premierschap onontkoombaar zou worden.

Het blijkt een misrekening. Na deze nieuwe verkiezingsronde is het voor Sánchez moeilijker een coalitie te vormen dan voorheen, vooral door het verlies van Podemos. Bij 99 procent getelde stemmen hadden de linkse partijen PSOE, Podemos en Más País samen 158 van de 350 zetels. Dat is meer dan de 150 zetels die het rechterblok, PP, Vox en Ciudadanos, gezamenlijk behaalden. Anderzijds is het zonder de steun van regionale partijen, uit Baskenland en Catalonië, onmogelijk het land te regeren.

Sánchez verkondigde tijdens deze verkiezingsronde dat hij de enige was die Spanje stabiliteit kon bieden, gezien de versplintering van de partijen op rechts. Een gewaagde boodschap, op een moment dat politie en betogers in Catalonië in straatgevechten waren verwikkeld. Toch blijkt Sánchez het vertrouwen van de kiezer niet te hebben verspeeld.

De socialistische partij van Spaans premier Pedro Sanchez blijft de grootste maar gaat licht achteruit.Beeld AP

Opkomst van rechts

Tegelijkertijd herstelt de conservatieve PP zich: de vorige keer haalde de partij het slechtste verkiezingsresultaat ooit, nu is ze weer de onbetwiste tweede partij. PP-leider Pablo Casado onderging onmiddellijk na het echec in april een ideologische gedaanteverwisseling. Hij ging niet langer de concurrentie aan met Vox om de ultrarechtse kiezer, maar koos een veel gematigder toon. Tijdens de campagne hamerde hij vooral op de economische rampspoed die met de socialisten over het land zou komen.

Minstens zo opmerkelijk is de opkomst van Vox. Tot voor kort had Spanje geen partij die zich zo sterk tegen immigranten, vrouwen en de Europese Unie keerde. Pas dit jaar wist de partij zetels in het parlement te veroveren, vooral door het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven de grond in te boren.

Vox-lijsttrekker Santiago Abascal mocht deze ronde voor het eerst meedoen aan het enige tv-debat dat werd gehouden. Hij keerde zich bij die gelegenheid tegen immigranten (behalve die uit Latijns-Amerika), die zouden verkrachten en de gezondheidszorg zouden verstoppen. Ook bekritiseerde hij, steeds op rustige toon, de bureaucratie van de Europese Unie. ‘Viva España’, eindigde hij zijn optreden. Het maakte hem salonfähig onder een grotere groep kiezers dan voorheen.

De groei van Vox is voor linkse kiezers een reden geweest om toch weer naar de stembus te gaan. Bij de PSOE hadden ze daarop gerekend. “Spanjaarden zijn dol op stemmen”, benadrukte de partijtop enigszins laatdunkend – en wetende dat de Spanjaarden nog niet vergeten zijn dat hun land tot 1975 een dictatuur was.

Niettemin lijkt het aanzien van de politiek door de verkiezingen van zondag een deuk te hebben opgelopen. Sommige Spanjaarden pasten ervoor om na de mislukte coalitievorming opnieuw te gaan stemmen. De opkomst was zondag lager dan die in april.