Direct naar artikelinhoud
Bedrijven

Hoe een Japans postbedrijfje eigenaar werd van Eneco

Turbine in een elektriciteitscentrale van Mitsubishi in Tokyo.Beeld Bloomberg via Getty Images

Niet Shell, niet Rabobank, maar Mitsubishi neemt energiebedrijf Eneco over, zo werd maandag bekend. Die aankoop lijkt te passen binnen de koersverlegging van het Japanse megabedrijf.

Toen Takehiko Kakiuchi in 2016 als kersverse CEO van Mitsubishi Corporation een blik in de boeken wierp, schrok hij zich een hoedje. Uitgerekend dat jaar zou het megabedrijf rode cijfers gaan schrijven, vooral als gevolg van de kelderende olie- en metaalprijzen. De schade: ruim 1 miljard euro.

Kakiuchi beloofde het roer drastisch om te gooien, door het bedrijf minder afhankelijk te maken van ruwe grondstoffen. “We moeten pijlsnel onze handelsportfolio omgooien”, zei hij tegen de Engelstalige krant Japan Times.

De aankoop van het Nederlandse energiebedrijf Eneco, die maandag werd aangekondigd, is wellicht indirect het gevolg van deze koersverlegging. De handelsgigant investeert tegenwoordig miljarden in niet-fossiele energiebronnen en wil “een wereldspeler” worden op het gebied van de energietransitie.

Oogappels

Strategisch vooruitdenken en investeren in nieuwe technologie zijn altijd al essentieel geweest voor het Japanse bedrijf, dat voortkomt uit de in 1871 opgerichte Mitsubishi Stoomschip Firma, die pakketjes vervoerde tussen Yokohama en Shanghai.

Als een van de uitverkoren oogappels van de Japanse regering kreeg Yataro Iwasaki, een voormalige samoerai, goedkoop kredieten om zijn firma uit te breiden. Het postbedrijfje groeide uit tot een conglomeraat dat handelde in onder meer verzekeringen, kolen en de scheepsbouw. Een van de vele dochterondernemingen, Mitsubishi Heavy Industries, werd het vlaggenschip van de Japanse oorlogsindustrie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Na de Japanse overgave dwong de Amerikaanse bezettingsmacht Mitsubishi en andere zaibatsu (conglomeraten) zich op te splitsen. Mitsubishi verkruimelde in honderd kleinere bedrijven. In de jaren vijftig werden de regels alweer versoepeld en uit de kleine deeltjes ontstonden weer grote Mitsubishi-bedrijven, zoals Mitsubishi Bank, Mitsubishi de autofabrikant en, in 1954, handelsmaatschappij Mitsubishi Corporation. Deze bedrijven opereerden formeel onafhankelijk van elkaar, maar op de befaamde vrijdaglunches in Tokio werden door de managers meer dan eens zaken op elkaar afgestemd. Tegenwoordig is dat, na kritiek van buitenlandse aandeelhouders, minder het geval.

Energieproductie

Op de golven van de wonderlijke naoorlogse groei van Japan werd Mitsubishi Corporation een van de grootste handelsfirma’s van Japan. Je kunt het zo gek niet bedenken of het bedrijf produceert het of investeert erin: van banken en chemiebedrijven tot voedselproductie en infrastructuur. Verspreid over 90 landen en meer dan duizend dochterbedrijven staan 75.000 mensen op de loonlijst. De beurswaarde is een slordige 28 miljard euro.

Het meeste geld wordt verdiend met energieproductie: kolencentrales, petrochemie, booreilanden, schaliegas. Een koning van de hernieuwbare energie is het bedrijf dan ook moeilijk te noemen, al gaat er steeds meer geld naar “de energietransitie”. CEO Kakiuchi zegt zelfs dat hij “koploper wil zijn in de energietransitie op de Europese markt”. De acquisitie van Eneco “sluit daar perfect bij aan”. Samen met de Nederlandse firma ontwikkelde het megaconcern al drie offshore windprojecten. Ook bouwde het concern voor Eneco Europa’s grootste batterij in Noord-Duitsland.

Recentelijk heeft Mitsubishi zijn zinnen gezet op de energiemarkt van Noordwest-Europa. Zo kocht het een belang van 20 procent in het Engelse energiedetailhandel- en technologiebedrijf OVO. De komende vijf jaar zal het bedrijf nog eens een miljard investeren in hernieuwbare productiebronnen in Nederland, Duitsland en België, zo liet Eneco gisteren weten.