Direct naar artikelinhoud
Mali

Hoe deze zanger van Mali het nieuwe kalifaat wil maken

Hamadoun Koufa duikt af en toe op in video’s waarin hij oproept tot de jihad.

Mali in West-Afrika is de volgende haard vanwaaruit het kalifaat kan ontspruiten. Toch als het van Hamadoun Koufa afhangt, een waanzinnig populaire zanger die zich ontpopte tot radicale islamistische leider.

Hamadoun Koufa, een bijna 60-jarige man met verweerde kop en een rood henna sikje, is de Osama bin Laden of de Abu Bakr al-Baghdadi van Mali in de westelijke Sahel. Met dat verschil: Koufa leeft nog, de andere twee niet. Twee keer werd de Malinese jihadistenleider dood verklaard. Twee keer herrees hij.

In West-Afrika zet Koufa de strijd voor een kalifaat, die in Syrië verloren werd, voort. Sinds 2015 is hij de grote geestelijke leider en commandant van de militante islamistische groepering Katiba Macina. 

De Malinese wetenschapper Modibo Galy Cissé deed jaren onderzoek naar Koufa. Hij sprak familie, vrienden, zijn strijdmakkers en de marabout, de religieuze leider, die hem trainde. “Mijn werk is gevaarlijk geworden in Mali. Koufa en zijn manschappen beschouwen me als een spion, omdat ik informatie verzamel en omdat ik goed Frans en Fulani spreek.”

Cissé schreef een portret van Koufa en zijn weg naar de jihad in het boek Biographies of Radicalization, onder redactie van de Leidse hoogleraar Afrikaanse geschiedenis en antropologie Mirjam de Bruijn. 

De Malinese onderzoeker Modibo Galy Cissé en de Leidse hoogleraar Afrikaanse geschiedenis en antropologie Mirjam de Bruijn.Beeld Phil Nijhuis

Getalibaniseerd

Mali is de spil in de westelijke Sahel van de recente radicalisering, legt De Bruijn in een kamer aan de Universiteit van Leiden uit. “Een groot deel van Mali, de zogenaamde delta, wordt sinds 2015 getalibaniseerd.”

“Vroeger kocht ik de cassettebandjes met romantische liedjes van Koufa om meisjes te charmeren”, haakt Cissé in. “Het waren gezongen teksten uit de Koran en herdersliedjes van de Fulani, een nomadisch herdersvolk in West-Afrika. Iedereen luisterde in de jaren negentig naar Koufa’s prachtige stem. Ik hield erg van zijn liedjes.”

Maar zoals Koufa excelleerde in het liefdeslied, zo blonk hij ook uit als leerling aan de koranschool. Hij kende de Koran uit het hoofd en beheerste de inhoud.

Metamorfose

In 2000 was er ineens een nieuwe Koufa, zegt Cissé. Hij werd een prediker op de radio. Hij legde de precieze context van de islam uit, de regels voor het gebed en nog meer praktische zaken. 

“Hij was een begenadigd spreker”, zegt Cissé. “Koufa begon de heersende elite, de vooraanstaande marabouts, aan te pakken. Hij veroordeelde hun gebruik van bedelkinderen. Koufa hekelde de zakat, de verplichte financiële bijdrage van arme boeren. Hij bestreed de autoriteiten en het onrecht in zijn radiopraatjes. Iedereen luisterde naar hem en hij was mateloos populair.” 

Volgens De Bruijn speelde hij in op de sociaal-economische problemen en corruptie in het land, die een goede voedingsbodem waren voor radicalisering en jihadisme. “De overheid in Mali is compleet afwezig.”

Ondanks zijn populariteit was Koufa arm. Hij trok als prediker van dorp naar dorp en werd met open armen ontvangen, zegt Cissé. 

Toen raakte hij onder invloed van de Pakistaanse Dawa Tabligh, een rijke orthodoxe islamitische organisatie die over de hele wereld moskeeën en madrassa’s, koranscholen, financierde. Koufa begon het jihadisme te propageren. 

Graven voor de meer dan 100 doden die vielen in juni dit jaar bij een aanval op een Dogon dorp in Mali waarschijnlijk uitgevoerd door een Fulani-militie.Beeld AFP

Wat hij eerst in felle bewoordingen deed als prediker – de heersende elite bekritiseren – ging nu gepaard met toenemend geweld met zijn Katiba Macina – Macina is de deltaregio waar Koufa en zijn volgelingen sterk staan. Die motorbendes pleegden aanvallen op het Malinese leger, politieposten en autoriteiten. 

Koufa richtte zich ook tegen de Fransen, die al een paar jaar met 4.500 manschappen orde op zaken proberen te stellen in Mali, net als de VN-vredesmacht Minusma en het machteloze interventieleger van vijf Sahellanden, de G5.

De Katiba Macina heeft een cellenstructuur met lokale milities, die enerzijds hun Fulani-dorpen verdedigen in het etnische geweld dat oplaait, en die anderzijds jihadistische aanvallen uitvoeren. Aan het hoofd staat Hamadoun Koufa. 

Sinds 2015 is hij verdwenen. Hij is niet meer in het openbaar gezien. Er duiken wel geregeld geluidsfragmenten en videoboodschappen op waarop Koufa te horen en te zien is en waarin hij oproept tot de jihad. 

Kalifaat vestigen en de sharia invoeren

“Hij communiceert ook via zijn luitenanten. Zo hebben ze de Fulani-chiefs gedwongen de zakat met wel 90 procent te verlagen, om arme boeren lucht te geven”, legt Cissé uit als bewijs van de onverminderde populariteit van Koufa en zijn Katiba Macina. 

Koufa richt zich volgens De Bruijn nu vooral tegen de Franse aanwezigheid en westerse invloeden. Hij wil in een zo groot mogelijk gebied in Afrika het kalifaat vestigen en de sharia invoeren. “Koufa heeft daardoor nu de status van een internationaal gezochte terroristenleider.” 

De Fransen worden door de Malinezen inmiddels ook verantwoordelijk gehouden voor aanvallen van etnische groepen op dorpen, vaak gepleegd door bewapende motorbendes, waarbij telkens veel doden vallen.

Koufa is in het gat gestapt dat ontstond na de burgeroorlog van 2012-2013. Cissé: “De andere stammen, die soms ook vijandig staan tegenover de Fulani en de Katiba Macina, richten zich nu ook tegen het Malinese leger, waardoor er nog nauwelijks of niet sprake is van enig gezag in grote delen van Mali.” 

De facto valt het land uiteen, waarbij Koufa het grootste deel inmiddels in handen heeft: de binnenlandse delta van de Niger.