Direct naar artikelinhoud
Internationale politiek

De teloorgang van de Parijse socialisten: van herenhuis naar fabriekspand

Yvry-sur-Seine, de nieuwe thuis van de sociaal­democraten in Frankrijk. Beeld Dmitri Kostjoekov/NYT

De Franse Parti Socialiste zit zonder kiezers en zonder geld. Daarom is het partijkantoor verhuisd van een chic herenhuis in het centrum van Parijs naar een omgebouwd fabriekspand langs de Périphérique. 

Decennialang was het hoofdkwartier van de Franse Parti Socialiste (PS) gevestigd in het chique zevende arrondissement van Parijs. In de nabijheid liggen Frankrijks meest prestigieuze onderwijsinstellingen, het Musée d’Orsay en het parlement. In het ‘zevende’ wemelt het van de restaurants met Michelinsterren.

Het contrast met het nieuwe hoofdkwartier van de socialisten kan bijna niet groter: een verbouwde farmaceutische fabriek, niet ver van een handel in oud ijzer en een drankengroothandel. Het ligt net achter de spoorlijn die Parijs verbindt met de voorsteden, de banlieues. In dit geval is dat Ivry-sur-Seine.

De verhuizing vond een jaar geleden plaats, maar dat is zelfs Fransen die vlakbij wonen of werken ontgaan. “Daar wist ik niets van,” zegt Kamrul Islam, de eigenaar van een wokrestaurant. Toch is het voor hem maar twee minuten lopen naar het partijgebouw.

Vrijemarkteconomie

Het zegt veel over de teloorgang van de ooit zo machtige PS, die in 1969 mede werd opgericht door François Mitterrand.

De partij had geen antwoord op de sociale gevolgen van de vrijemarkteconomie, waartegen steeds meer Fransen in verzet kwamen. In dat opzicht heeft de PS veel gemeen met sociaal­democratische partijen elders in Europa. Ook links Frankrijk zag geen kans politiek munt te slaan uit de onvrede over globalisering en de groeiende ongelijkheid. Vaak, zeker in Frankrijk, gingen extreemrechtse populisten daarmee aan de haal.

Sinds 2017 leed de PS dermate rampzalige nederlagen dat haar bestaan inmiddels op het spel staat. President Emmanuel Macron heeft daarvan natuurlijk het meest geprofiteerd. De voormalige bankier was een hoge ambtenaar en later minister van Economische Zaken van de socialistische president François Hollande. Macron was geen lid van de PS en richtte in 2016 zijn eigen middenpartij op, La République en Marche (LRM), waarmee hij een jaar later al de presidents- én parlementsverkiezingen won.

Verwoestende globalisering

Maar ook Macron heeft sindsdien de grootste moeite om aansluiting te vinden bij kiezers uit de arbeidersklasse die ooit massaal stemden op de communisten en, in mindere mate, de socialisten. In plaats daarvan zit Macron opgescheept met het imago van ‘president van de ­rijken’. Zo beschouwen de Gele Hesjes hem in elk geval, die Macron afbeelden als lid van een rijke elite, onverschillig jegens de steeds bredere kloof tussen arm en rijk. Sommige socialisten zien hierin een kans op een politieke terugkeer, en in de verhuizing naar Ivry-sur-Seine het ­ bewijs dat de PS niet de partij is van salonsocialisten.

De echte reden van de verhuizing was echter geldgebrek. Alle verloren verkiezingen zorgden voor een enorme inkomstendaling; de subsidies uit de staatskas voor politieke partijen verschrompelden. Zozeer, dat het ondoenlijk werd het peperdure pand nog langer te bekostigen.

Een plaats als Ivry-sur-Seine, een oostelijke voorstad van Parijs, getuigt volgens sommige socialisten van de felbegeerde terugkeer naar de werkende klasse.

“Het is het symbool dat we zochten, nu bevinden we ons weer onder mensen die we geacht worden te vertegenwoordigen”, aldus Olivier Faure, partijvoorzitter van de PS. “Soms voelden onze aanhangers zich door ons in de steek gelaten als we aan de macht waren.”

Ploeteraars

Tijdens een interview in zijn kantoor met glazen wanden doet de 51-jarige Faure uit de doeken hoe hij van de PS een partij wil maken die weer meetelt. Bijvoorbeeld door te hameren op de volgens hem verwoestende effecten van globalisering en die van de politiek van de vrije markt op mens en milieu.

Zoals zijn partij in het verleden de arbeiders vertegenwoordigde, moet de PS zich volgens hem nu richten op de ploeteraars in de ‘geüberiseerde’ economie. Faure: “In werkelijkheid zijn zij de slaven van algoritmen en meedogenloze managementmethodes.”

Partijleider Olivier Faure in zijn glazen kantoor.Beeld Stéphane de Sakutin/AFP

Zoals alle partijen in Frankrijk zijn ook de socialisten zich sterk bewust van het stijgende belang van het milieu als politiek thema. Volgens Faure zijn de grootste slachtoffers van de klimaatverandering ook de verliezers van de globalisering. Zijn partij heeft als missie voor deze mensen op te komen.

Alleen dan kunnen de sociaaldemocraten volgens hem weer aantrekkelijk worden voor de kiezer. Faure: “De PS moet weer een partij worden die tegen heilige huisjes aanschopt en niet fungeert als de vriendelijke gids van de revolutie van de vrije markt.”

François Hollande

De ‘scheiding’ tussen zijn partij en de arbeidersklasse deed zich volgens hem voor tijdens de termijn van president François Hollande, tussen 2012 en 2017. De traditionele kiezers voelden zich verraden door Hollandes vriendelijke beleid jegens het zakenleven, deels geïnspireerd door toenmalig minister Macron. Ergernis wekte vooral de wetgeving die het voor werkgevers gemakkelijker maakt mensen in dienst te nemen en te ontslaan.

De PS spande zich steeds meer in voor liberale kwesties als het homohuwelijk, zodat de partij vooral aantrekkelijk leek voor de ‘bobo’s’ in de grote steden.

Faure verwijt zijn partij ‘intellectuele luiheid’ door te denken dat het Franse tweepartijenstelsel voor de eeuwigheid was geschapen. Faure: “Leidende figuren zagen niet in dat steeds meer Fransen zich van dat stelsel afkeerden en zich bij rechts, noch bij links thuis voelden.”

Met het gevolg dat zowel de socialisten als traditioneel rechts, met leiders als ex-president ­Nicolas Sarkozy, zich inmiddels in de politieke marge bevinden. De belangrijkste partijen zijn nu de liberaal-rechtse LRM van Macron en het extreemrechtse Rassemblement National van Marine Le Pen. Veel arbeiders stemmen op haar. Le Pen pocht al jaren dat zij aan het hoofd staat van ‘Frankrijks eerste arbeiderspartij’.

Ideologische bondgenoten

Voor de PS is het een schrale troost dat ook sociaaldemocraten elders in Europa het moeilijk hebben, zoals in Duitsland en Italië. In Groot-Brittannië werd vorige maand Labour verpletterend verslagen bij de parlementsverkiezingen.

Jean-Christophe Cambadélis leidde de PS tussen 2014 en 2017. De partij kan, zegt hij, alleen terugkeren aan de macht door akkoorden te sluiten met ideologische bondgenoten. Cambadélis: “Het gaat niet meer over de emancipatie van de arbeidersklasse en andere kwesties uit de jaren 60, maar om niets minder dan de verdediging van de menselijke integriteit in tijden van verbijsterende veranderingen, zoals het ­klimaat en de digitale economie.”

Het oude partijhoofdkwartier van de PS in Parijs.Beeld REUTERS

De toekomst leek stralend toen de PS het oude hoofdkwartier betrok op nummer 10 van de rue de Solférino. Dat was een paar maanden voordat de socialisten met François Mitterrand in mei 1981 voor het eerst de verkiezingen wonnen.

“Destijds moest dat adres uitstralen dat links klaarstond om te regeren”, zegt Faure nu. Maar ook toen al was er kritiek dat de partij van de arbeidersklasse zich vestigde in misschien wel het meest exclusieve deel van Parijs.

De verkoop aan een projectontwikkelaar leverde de PS bijna 46 miljoen euro op, waarmee schulden werden afbetaald en het nieuwe hoofdkantoor werd aangeschaft. De prijs daarvan was 7 miljoen euro, inclusief verbouwing.

‘Rode voorsteden’

Volgens Cambadélis was er geen andere keus. Hij zou liever naar een ander en minder chic deel van Parijs zijn verhuisd, in elk geval in de stad zelf. Nu zijn partijgenoten teleurgesteld dat ‘hun’ gebouw net buiten de Boulevard Périphé­rique staat, de ringweg rond Parijs. Cambadélis: “Voor deze mensen betekende de verhuizing dat ook onze partij in de periferie was beland.”

De PS lijkt zich in Ivry-sur-Seine, met zijn communistische burgemeester, nog niet helemaal thuis te voelen. Laatst werden de flat­gebouwen afgebroken in de Cité Youri Gagarine, naar de Sovjetkosmonaut die de wijk in 1963 kwam openen. Ooit symboliseerde de wijk de macht van de Parti Communiste in de ‘rode voorsteden’ van Parijs. Veel rode bolwerken ­gingen verloren, maar Ivry houdt stand.

De socialisten houden zich in hun nieuwe buurt op de achtergrond. Bewoners zien weinig mensen het gebouw in- of uitgaan. “Er was een receptie kort nadat ze hier hun intrek hadden genomen”, zegt Benjamin Gozlan. “Maar sindsdien merk je weinig van ze.”

© The New York Times