De kostprijs van het coronavirus: welke internationale bedrijven nemen maatregelen in China?
Steeds meer grote bedrijven beperken hun activiteiten in China om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Dat zal wellicht een flinke hap wegnemen uit de economische activiteit in China, net zoals tijdens het SARS-virus 18 jaar geleden.
British Airways was vandaag de eerste grote luchtvaartmaatschappij die al haar vluchten naar China opschort. Kort daarop volgden United en American Airlines (VS), Air Canada, Air India, Finnair, Cathay Pacific (Hongkong), Korean Air, maar ook goedkope maatschappijen, zoals Air Seoul (Zuid-Korea) en Lion Air (Indonesië) en Jetstar Asia (Singapore).
Zij schrappen hun vluchten naar China of perken die fors in, deels uit voorzorg, deels ook omdat veel passagiers niet meer naar China willen vliegen. Ook het Duitse Lufthansa en de filialen Swiss en Austrian Airlines schrappen de vluchten tot 9 februari. (Lees verder onder de foto).
Wuhan, de stad waar het virus voor het eerst is aangetroffen, is een een belangrijke industriestad met veel buitenlandse vestigingen, maar de gevolgen zijn niet beperkt tot die stad of de provincie Hubei.
De Amerikaanse autogigant General Motors en het Japanse Nissan zullen hun fabrieken in China gesloten houden tot zeker 9 februari. Het gaat dan om een verlenging van de vakantie voor Chinees Nieuwjaar. Ford en Toyota sluiten sommige vestigingen, maar geven niet meer details. De Franse autogroep PSA (Peugeot-Citroën-Opel) heeft 2.000 werknemers in dienst in Wuhan maar heeft nog geen beslissing genomen, behalve dat een veertigtal "expats" naar Europa worden teruggebracht. (Lees verder onder de foto).
Ook andere industriële sectoren en financiële groepen treffen maatregelen. Bedrijven zoals het VS-concern Honeywell of het agentschap Bloomberg beperken zakenreizen van hun werknemers van en naar China. IT-gigant Apple zoekt "alternatieve leveranciers voor onderdelen", nu de traditionele Taiwanese onderaannemer Foxconn de fabrieken in China tijdelijk gesloten houdt.
Hamburgerketen McDonald's en koffiegroep Starbucks sluiten ongeveer de helft van hun winkels in China. Dat gaat telkens om duizenden vestigingen. Starbucks waarschuwt bovendien dat de sluiting fors zal wegen op de kwartaalresultaten. De Zweedse meubelgroep Ikea sluit de helft van de 30 Chinese winkels. Die in Wuhan is al een week gesloten.
Toerisme en luxesector delen in de klappen
De luchtvaart en het toerisme hebben de eerste klappen gekregen, maar hier heeft China zelf het initiatief genomen. Zo werden grote toeristische trekpleisters zoals de Grote Muur nabij Badaling, de graven van de Ming-keizers en het keizerlijke paleis in Peking gesloten, evenals Disneyland in Shanghai. Chinese touroperators mogen al sinds vorige week geen reizen meer aanbieden. (Lees verder onder de foto).
Dat heeft niet enkel gevolgen voor China zelf: The New York Times meldt dat Chinese toeristen jaarlijks ongeveer 258 miljard dollar uitgeven op buitenlandse reizen. Dat kan niet anders dan een forse impact hebben. In Japan en Thailand is China goed voor bijna een derde van alle buitenlandse toeristen. Ook in Europa en de Verenigde Staten zijn er veel, maar het is moeilijk om de kostprijs daarvan in te schatten.
Wat Europa betreft, zal zeker de sector van luxegoederen fors minder vraag uit China krijgen en omgekeerd zal de vraag naar bestellingen zoals bij onlinewarenhuizen als Alibaba wellicht dalen omdat mensen voor besmetting vrezen, ook al is die kans erg klein.
Crisis komt bovenop andere in China
Zeker is dat de Chinese economie een forse tik zal krijgen. Shanghai, het financiële centrum van de Volksrepubliek, ligt zeker tot 10 februari stil. Volgens een belangrijk econoom van de overheid, Zhang Ming, zou de economische groei in het eerste kwartaal tot onder de 5 procent kunnen vallen, een schatting die deels overeenkomt met die van de Amerikaanse grootbank Morgan Stanley.
Impact op Chinese economie zou veel groter kunnen zijn dan bij SARS-epidemie van 2002
Analisten verwijzen daarbij naar de beruchte SARS-epidemie van 2002 en 2003. Toen viel de groei terug van 10 procent naar 3,5 procent, maar nadien herstelde de economie zich opnieuw sterk. Volgens sommige waarnemers, waaronder Zhang, zou de impact van de huidige crisis evenwel groter kunnen zijn omdat de Chinese economie nu veel meer dan toen afhankelijk is van de dienstensector en van consumptie.
Bovendien trof het SARS-virus de Chinese economie op een hoogtepunt en komt het huidige coronavirus bovenop andere problemen. Zo groeide de Chinese economie vorig jaar met 6,1 procent en dat was het laagste percentage in bijna 30 jaar. De Chinese economie lijdt al langer onder de handelsoorlog met de Verenigde Staten, het volksprotest in Hongkong en varkenspest waardoor miljoenen varkens moesten worden opgeruimd.
Na SARS en na de financiële crisis van 2008 pompten de Chinese overheid en de centrale bank massaal geld in de economie om die op te krikken. Dat heeft geleid tot grote schuldenbergen en die recepten zijn daarom nu veel minder efficiënt.
