Direct naar artikelinhoud
Zeven artiesten over hun favoriete Raymond-song
Raymond 70

Zeven artiesten over hun favoriete Raymond-song

Beeld Lannoo

Een Valentijnskind van zeventig jaar. Dat verdient zeven maal zeventig kussen. Raymond van het Groenewoud wordt bedacht door zeven vrienden en vriendinnen die hem een muzikaal hart toedragen. 

en

Lara Chedraoui - ‘Je veux de l’amour’

“Wat is geluk? Wat is liefde? Als je de teksten van Raymond leest, voel je voortdurend de contradictie tussen de wereld waarin hij wil leven, en de wereld waarin hij moét leven. Ik kom goed overeen met zijn zoon Leander, die net als zijn papa humor als overlevingsmechanisme lijkt te hebben. Mensen als wij overleven het anders niet.” (lacht)

“Bij de remake van ‘Meisjes’ heb ik Raymond beter leren kennen. Hij bleek ontzettend wereldvreemd, een beetje als professor Gobelijn, die geniaal en lichtjes verstrooid is omgeven door de aanwezigheid van een prettig gestoord vrouwenkoor. En net dat vond ik zo mooi: hij is bijzonder vriendelijk, maar minstens even eigenwijs. In zijn songs merk je dat ook. Waarover hij zingt, is ook pijnlijk herkenbaar: hij wil liefde, maar eindigt strontzat in de goot. (lacht)  Die pijnlijke zelfrelativering deel ik net zo goed met zijn zoon Leander. Zoals zijn pa, maar dan in zijn eigen stijl, maakt hij de realiteit altijd verschrikkelijk herkenbaar. Maar tegelijk hoor je vreselijke dingen op vrolijke deuntjes, waardoor je merkt dat de schrijver niet wil mislukken. Dat hij niet wil falen of dood vallen. Dat is ergens hoopgevend, hoe gek dat ook klinkt. Humor is een manier om te overleven in een maatschappij waarin alles mis loopt. Raymond is goed in een balans op te houden, je voelt je gesterkt als je hoort dat ook hij faalt.” 

Martin Heylen - ‘Brussels by Night’

“Als de regen weer neervalt op de glimmende kasseien, hou ik van ‘Brussels by night’ (lacht, verwijst naar ‘Oostende in the Rain’ van Johan Verminnen; GVA) Er zijn zoveel geweldige nummers van hem, maar ik haal graag de titel van mijn eigen interviewboek met hem aan - In mijn hoofd. Ik kan op dit liedje maar één woord op kleven: uitgepuurd. Dat zegt meteen ook alles over Raymond en zijn integrale werk. Hij is een meester in schrappen, wat toch zowat het moeilijkste is in een mensenleven: al het overtollige weglaten. De humor in zijn nummers vind ik ook prachtig. Hij lijdt wel aan zelfrelativering. Naar mijn aanvoelen te véél, maar dat komt vast uit een bescheidenheid en wijsheid die wij stervelingen niet bezitten. (grinnikt) We modderen allemààl een beetje aan, natuurlijk. We zijn een beetje warrig, chaotisch en bestaan uit verschillende persoonlijkheden. Eén persoonlijkheid weet Raymond als purist perfect te vertalen in één liedje: het is een heel eerlijke en heldere weergave van wie hij is.

“Ik heb de échte Raymond pas echt leren kennen door met hem aan tafel te zitten. Hij is helemaal anders dan ik: als het op genot aankomt, zet hij er meteen zijn tanden in. Ook in de lust en de liefde. Hij is de ultieme hedonist. Raymond vertelde me dat hij een groot voorstander is van een goed gesprek, maar liever éérst de seks en dan het praten.” 

Uit het boek 'Raymond van het Groenewoud - Een leven lang dromen’.Beeld LANNOO

Leander van het Groenewoud - ‘Winterochtend’

“Mijn pa heeft zo’n groot repertoire dat ik niet geneigd ben om ‘Twee Meisjes’ aan te halen. (lacht) Er zitten bovendien zoveel parels tussen, dat ik als zijn zoon liever niét voor een hit kies. Maar de tekst van ‘Winterochtend’ is zo herkenbaar, en een tikkeltje donkerder dan wat je van hem zou verwachten. Mijn vader noemt zichzelf een fatalist, en ik denk dat deze tekst net daarom héél snel op papier stond. Er is niemand die ik ken die meer smacht naar genot dan hij, maar misschien is dit de keerzijde van datzelfde hedonisme. Dat houdt serieuze pieken en dalen in. Ik denk dat die weemoed gewoon van zijn hart moest. Eenzelfde melancholie die ik ook mee heb geërfd. Als artiest probeer je het leven te beschrijven in één song, terwijl je weet dat ditzelfde leven je eigenlijk te machtig is: de tedere liefde, de extravagantie, de vrolijkheid én de duisternis.

“Ik denk dat mijn vader meer dan anderen beseft hoe belangrijk het is om uit te drukken hoe je je voelt. Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat het belangrijk is om dat te delen. Als artiest ben ik niet jaloers op hem. Er is alleen maar bewondering. Het is goud waard, alleen maar om bij hém te zijn. Ik snap echt wat zijn fans voelen. Het is een wolk van muziek waarin je kunt verdwijnen.” 

Johan Verminnen - ‘In m’n Hoofd’

“Raymond woonde in Elsene toen hij zich in 1970 bij de groep voegde als pianist en arrangeur. Dat kwam door de vriendschap tussen zijn vader en mijn manager, Jean Kruger. Ik vond dat geweldig. We waren jongen mannen en deelden echt alles. Ook onze auto, waarmee we samen naar onze concerten reden. Uiteindelijk was hij daar meer mee weg dan ik. Hij reed er mee tot in Amsterdam, dus zelf had ik er niet veel aan.’

“Na vijftig jaar blijft hij nog steeds een rockster voor mij, maar ik ben vooral gek van de gevoeligere nummers à la ‘In mijn Hoofd’. Ik hou wel van een intieme Raymond. Zijn zachte kanten worden te weinig belicht. Of zijn gebrek aan geduld. Tientallen jaren geleden waren we aan het optreden in een zaal in Woluwe. Ik deed een klein babbeltje met het publiek tussen twee liedjes door, maar dat leek wat te lang te duren als ik naar hem keek. Hij begon namelijk een theetje te zetten voor zichzelf. Typisch Raymond. (lacht)

“In onze driejarige samenwerking schreven we al wel eens een songtekst neer, maar iets concreet kwam er nooit uit de bus. Laat ons zeggen dat het niet mijn levensdoel is om samen nog iets te maken, maar als het op mijn pad komt dan zou ik dat zeker doen.”

Tourist LeMC - ‘Geef me vuur’

“Ik was echt net klaar met het refrein voor ‘Spiegel’ te schrijven toen hij de muziekstudio in Antwerpen binnenwandelde. Hij was meteen klaar om zijn koptelefoon op te zetten en zijn deel in te zingen. Daar zaten heel hoge noten in, maar dat ging wel lukken volgens hem. Na de opnames hebben we ons nummer nog een keer live gebracht op Rock Werchter en daarna nog een laatste keer in het Sportpaleis. Dat ging wat moeilijker. Hij vloekte dan wat en vroeg zich af waarom hij zich dit had aangedaan, maar uiteindelijk klonk dat nog steeds goed.

“Na de opnames in de studio moest hij meteen naar huis vertrekken. Zijn vrouw had vis gebakken, dus moest hij er op tijd zijn om te eten. Ja, hij meende dat echt. Hij heeft een cabaretier-gehalte dat ik ook hoor in ‘Geef Me Vuur’. Dat luisterde ik vroeger zo vaak. Er hangt ondertussen echt jeugdsentiment aan vast. Maar als ik moet kiezen tussen dit lied en dat van ons, dan moeten ze de eerste plaats delen.

“Ik heb lang moeten zoeken naar de juiste persoon om het refrein van ‘Spiegel’ te zingen. Uiteindelijk is er niemand die het had kunnen doen zoals hem. Hij is echt een van de grootste Vlaamse artiesten die er bestaan.”

Tourist LeMC - ‘Geef me vuur’
Beeld Lannoo

Charlotte Schoeters - ‘Vrede zal heersen’

“Hoe een sopraan en Raymond van het Groenewoud samen achter een microfoon belandden? Dat kwam waarschijnlijk door mijn oma. Die heeft nog pianoles aan hem gegeven. Hij is naar een concert van mij gekomen waarover mijn grootouders hem hebben verteld. Na afloop zei hij me dat hij een nummer in zijn hoofd had waar mijn stem goed bij zou passen. Hij is zo een puur en integer mens, dus dat klikte gewoon meteen. Ik moest geen twee keer nadenken.

“In zijn appartement in Brugge zongen we, speelden we piano en spraken we wat over het leven. Enkele weken later doken we de studio in met de partituren voor ‘Vrede Zal Heersen’, dat hij volledig zelf schreef. Hij weet zijn eigen puurheid perfect te vertalen naar zijn teksten. Bij ons lied dus ook. Hij zingt dat oorlog er nooit meer zal zijn. Dat idee alleen al vind ik zalig.

“Zo’n authentiek mens als Raymond kom je niet vaak tegen. Ergens in zijn oeuvre zal nog een lied zitten dat me raakt zoals ons nummer, maar momenteel kies ik dus voor deze song als favoriet. Het is fijn om dat na drie jaar nog eens terug te horen. Dat geeft me een goed gevoel.”

Marc Didden - ‘Si tous les gars du monde’

“Ik hou van Raymond als hij beukt en scheurt, en zijn gitaar berijdt als de duivel zijn bok. Maar hij ontroert me het meest met zijn stille nummers. ‘Si tous les gars du monde’ is er zo eentje. Een ware parel. Het stond op de elpee van Brussels by Night, die nooit een cd werd, helaas

“Ik leerde Raymond kennen toen hij een wannabe rockster was en ik een wannabe helemaal niks,” schreef hij onlangs in HUMO. “Wat later bezocht ik hem in een kleine, koude flat in Elsene, waar ik mocht vaststellen dat armoede ook vlak bij de Louizalaan bestond.

“Het repertoire van Raymond is dan weer zo rijk dat het niet moeilijk is een jaar lang iedere dag een ‘beste song’ te kiezen. En dat doe ik dan ook bijna dagelijks dankzij de in mijn schrijfmachine ingebouwde jukebox. Ik kom dan vaak uit bij “wijd en zijd” en “wachten in de wagen” en andere “bleke Lena’s”. Raymond is echt een artiest, een eretitel waar we zuinig mee moeten zijn.

“Onze vriendschapsband houdt nu al een halve eeuw stand. Dat is niet iets vanzelfsprekends. En het is vooral zijn verdienste. Ik ben niet zo’n goede vriend. Ik bel nooit iemand, vergeet voortdurend verjaardagen en beantwoord nauwelijks mails. Maar Raymond houdt het vuur in de vriendschap. Ook in drukke en donkere dagen maakt hij tijd voor het juiste woord op het juiste moment.” 

Speel van Raymond van het Groenewoud komt vandaag uit bij Warner. Vandaag begint ook de tour Raymond 70 in De Roma. Het boek Raymond van het Groenewoud - Een leven lang dromen verscheen bij Lannoo.