‘Met zwartste periode in de geschiedenis lach je niet’: Somers vraagt burgemeester Aalst om carnavalisten te overtuigen

Een verbod op karikaturen wil de Open Vld’er niet omdat we in een samenleving leven “die het recht op vrije meningsuiting erg belangrijk vindt”. Maar de minister van Samenleven vindt dat “het lokale bestuur - en in het bijzonder de burgemeester - meer inspanningen moet doen om in dialoog te gaan met de carnavalisten en hen trachten te overtuigen dat je dit moreel en ethisch niet doet”. Van D’Haese vraagt hij “een grotere gevoeligheid”.

“Ik heb alle begrip voor die vraag”, reageert D’Haese bij VRT NWS. Hij roept de carnavalisten op om “de gevoelige onderwerpen uit de weg te gaan.” Van censuur wil hij echter niet weten. “Een beetje censuur bestaat niet”, klinkt het. “Ik ben geen censuurmeester of censuur-burgemeester. En ik zal dat nooit worden.”

Verbod

De discussie rond Aalst carnaval werd vandaag nieuw leven ingeblazen door de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Israel Katz. Die riep op om Aalst carnaval te verbieden. “België zou zich als westerse democratie moeten schamen om zo’n giftige antisemitische vertoning toe te laten”, schrijft hij op Twitter. “Ik roep de autoriteiten op om deze haatdragende parade in Aalst te veroordelen en te bannen.” Katz heeft bij zijn mededeling op Twitter ook een foto van de omstreden praalwagen geplaatst.

De steen des aanstoots voor de Joodse gemeenschap: het afbeelden van Joodse stereotypes op Aalst Carnaval vorig jaar. Een praalwagen met grote poppen met Joodse karikaturen, met onder meer de stereotiepe haakneus, leidde vorig jaar tot veel commotie. De karikaturen gaan terug op een lange antisemitische traditie, zo voerde de Joodse gemeenschap aan. De Unesco, cultuurorgaan van de VN, dreigde met sancties en uiteindelijk liet Aalst zichzelf schrappen van de lijst met immaterieel erfgoed. Katz had dat toen al toegejuicht als een “morele beslissing gebaseerd op principes”.

Polariseren

“De uitlatingen van de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken zijn betreurenswaardig en buitenproportioneel”, reageerde D’Haese eerder vandaag al. “Wat ik nu net als burgemeester probeer te doen is de rust bewaren, maar blijkbaar vinden sommigen het nodig om verder te polariseren.”

Op Aalst Carnaval is “geen plaats voor racisme of antisemitisme”, gaat D’Haese verder.  “Het is een verbindend volksfeest, maar sommigen willen dat per se verhinderen. De mensen in de straat pikken het ook niet dat een andere staat zich komt moeien zonder ook maar de stoet van dit jaar gezien te hebben.”

Als gevolg van de ophef wordt dit jaar gevreesd voor een vloedgolf aan Joodse karikaturen tijdens de stoet. Verschillende carnavalsverenigingen waarschuwden daar al voor: zij willen de vrije meningsuiting verdedigen. Ook D’Haese waarschuwt dat dergelijke vraag om de stoet te verbieden averechts kan werken.

“In de stoet geldt de vrijheid van expressie en ik wil daar niet in tussenkomen. Niet alle wagens winnen de eerste prijs op het vlak van esthetiek, maar dat is ook niet de bedoeling. Al 91 jaar lang trekken de carnavalisten uit, steeds met prominente politici van allerlei kleur in de tribune. Nog nooit heeft iemand geoordeeld dat Aalst carnaval racistisch zou zijn.”

Zelf heeft D’Haese de Israëlische ambassade in ons land nog niet gehoord over de uitspraak van de minister van Buitenlandse Zaken. “Maar het voorbije jaar sprak ik met verschillende joodse organisatie en onder meer ook gelijkekansencentrum Unia.”