Direct naar artikelinhoud
InterviewAnnelies Van Hove

‘Ik heb het nog nooit zien mislopen bij Wim: hij durft risico’s te nemen, maar hij bouwt geen luchtkastelen’

‘Wim en ik leggen elkaar geen druk op. Als je de drang voelt om je partner te veranderen, dan pas je toch niet bij de ander?’Beeld Marco Mertens

Een kans op Wim Slabbinck (37) – de bevlogen, nooit bullshittende seksuoloog die de blind getrouwden weer laat zien – verkijk je niet. Dat besefte Annelies Vanhove (31) onmiddellijk, toen ze hem negen jaar geleden leerde kennen.

Annelies Vanhove: “Ik zag hem, en ik wist meteen: dáár ga ik achter.

“Op onze eerste afspraakjes had Wim iets licht terughoudends over zich. Hij gaf niet veel prijs, waardoor hij natuurlijk nog aantrekkelijker werd (lacht). Aanvankelijk wist ik niet hoe ik die houding moest interpreteren. Was het voorzichtigheid of desinteresse? Maar op ons derde afspraakje voelde ik: hier zit muziek in. Later heeft hij me verteld dat hij zich niet halsoverkop in iets onzekers wilde storten. Dat typeert hem wel, denk ik: Wim is geen wildebras. Ik in principe nog minder, eigenlijk: ik sta wat bang en afwachtend in het leven. Maar er is één kantje van mezelf dat volledig haaks staat op de rest van mijn persoonlijkheid, iets waar ik zelf met grote ogen naar sta te kijken: zodra het over de liefde gaat, ben ik níét bang, en durf ik risico's te nemen. Toen elke vezel in mijn lijf schreeuwde dat ik voor Wim moest gaan, deed ik dat dus gewoon. En kijk: hier zijn we dan, negen jaar later (lacht).”

Had je meteen in de gaten dat hij naast een lekkere jongen ook een boeiende, intelligente man is?

Vanhove: “Ja, ook al leidde hij toen een heel ander leven dan nu. Hij was in die tijd een muzikant: Wim speelde bij Waxdolls, een electropunkgroep. Maar wat hem fundamenteel bepaalt – zijn rust, zijn zorgzaamheid, zijn alertheid voor hoe anderen zich voelen – was er toen al. Nu goed, op dat moment kon ik dat zo nog niet benoemen. In die eerste periode leef je op de high van de verliefdheid, hè. Dat blijft toch de merkwaardige paradox van onze kijk op relaties: we beschouwen verliefdheid, dat eerste, roezige zweven, als het summum. Terwijl dat welbeschouwd een eerder oppervlakkige periode is: je kent elkaar nog niet écht, en je kunt nog niet in elkaars hoofd kijken. De heuse, diepe band komt pas later, zodra de wilde passie een dutje gaat doen.”

Hij is zes jaar ouder dan jij. Nu is dat een verwaarloosbaar verschil, maar toen was dat misschien wel significant?

Vanhove: “Toch niet. Ik was 22 en zat in mijn laatste jaar op de hogeschool, maar ik ging vooral om met dertigers en veertigers. Daardoor was ik mentaal wat ouder dan m'n werkelijke leeftijd, denk ik, terwijl het bij Wim – 28 toen – net omgekeerd was: hij leidde een muzikantenbestaan en woonde samen met vrienden.

“Nu, emotioneel was hij wél al heel matuur. En dat heeft me toen geweldig geholpen. Als jonge twintiger is het een geweldig comfort om iemand naast je te hebben die je kwetsbaarheid niet afstraft. Ik kon met al mijn emotionele noden bij Wim terecht.”

Dat contrasteert aangenaam met het egocentrisme dat veel muzikanten aangewreven wordt.

Vanhove: “Ik denk dat zijn rock-'n-rolle jaren toen al achter hem lagen. Toen ik Wim leerde kennen, was hij erg bezig met zijn toekomst: hij vond dat hij keuzes moest maken. Waxdolls was een groepje met een fijne aanhang, maar een echte doorbraak zat er niet in, laat staan er financiële zekerheid uit puren. Je kunt dan blijven proberen en moedig de droom levend houden. Maar Wim is er niet de man naar om zijn hele leven in een zolderkamer te wonen, boos op de wereld omdat zijn genialiteit niet erkend wordt. Hij is goed in het omslaan van een bladzijde: Wim heeft nooit gerouwd om het achterlaten van dat muzikantenbestaan.”

Hij werd vervolgens de seksuoloog die we kennen.

Vanhove: “Dat was best een risico, want hij had geen garantie op een gloedvolle toekomst. Hij heeft toen eerst een tijdje thuisgezeten, en tussendoor ergens wat baliewerk gedaan. Maar zijn toekomstplan kreeg ondertussen wel vorm, en hij durfde de eerste stap te zetten: een praktijkruimte huren. Vervolgens zocht hij andere mensen om die praktijk mee gestalte te geven, daarna opende hij een tweede praktijk... En nu werkt hij met een twintigtal collega's, geeft hij lezingen en wordt hij gezien als een expert in zijn vakgebied. Ik heb het nog nooit zien mislopen bij Wim: hij durft risico's te nemen, maar hij bouwt geen luchtkastelen. Alles gaat stap voor stap.”

Wat heb jij hem in die eerste jaren cadeau gedaan?

Vanhove: “Wat stabiliteit misschien? Wim naderde de 30 – typisch zo'n moment waarop je je toekomst in een bepaalde plooi wilt leggen. Dat hij met mij samen was, was misschien het laatste zetje dat hij nodig had. Gaan samenwonen, een carrière opbouwen, financiële stabiliteit zoeken: doordat ik er was, werd een abstract idee plots een volle, concrete mogelijkheid.”

MISSIONARISKANTJE

Jij woonde toen nog maar een paar jaar in Gent. Je bent opgegroeid in Knokke, de badplaats waar zelfs de hondjes de dijk principieel nooit betreden zonder geparfumeerde Burberry-sjaal.

Vanhove: “Klopt, al mag je niet veralgemenen: je vindt er ook mensen die niet aan dat soort ellendige stijvigheid doen. Mijn vader was gewoon een arbeider die later tot ploegbaas opklom, mijn moeder werkte als thuisverpleegster. Knokke was mijn wereld, simpelweg omdat ik geen ándere wereld kende. Maar zodra ik in Gent ging studeren, wist ik dat ik daar zou blijven.”

Je koos voor grafische vormgeving.

Vanhove: “Dat gebeurde nogal argeloos. Ik was enig kind, en onze familie had geen ruime stamboom van mensen die gestudeerd hadden. Ik wist dus niet goed hoe ik dat moest aanpakken, zo'n studiekeuze. Een vriendin die vond dat ik goed kon tekenen, zei me dat die richting iets voor mij zou zijn. En ik dacht: o ja, prima! Achteraf gezien was het misschien beter geweest om eerst een jaar te gaan werken – al dan niet in het buitenland. Ik was in het middelbaar immers al behoorlijk schoolmoe. Zo'n jaar zou me wat rijper hebben gemaakt, denk ik, en me hebben doen inzien waaróm een mens gaat studeren. Nu bleef die desinteresse zeuren: ik was een middelmatige student die er voor zorgde dat-ie telkens net slaagde. Het was de juiste studierichting voor mij, maar niet het juiste moment.”

Wim heeft geschiedenis, antropologie en seksuologie gestudeerd: dat doet dan weer wél een omlijnd idee van de toekomst vermoeden.

Vanhove: “Ja, voor hem waren de dingen duidelijker – denk ik, want we kenden elkaar toen dus nog niet. Hij is altijd heel geïnteresseerd geweest in de mens en zijn wereld, en dus was het logisch dat hij geschiedenis en antropologie ging studeren. Gaandeweg versmalde zijn focus en ontdekte hij dat hij erg geïnteresseerd was in liefde en seksualiteit – en ging hij dus seksuologie studeren.

“Wim had een duidelijker perspectief dan ik, dat zeker. Maar het was niet zo dat hij alles nauwkeurig uitgestippeld had – dan was hij niet eerst muzikant geworden.”

‘Mijn angsten en onzekerheden zouden tot een donkerte kunnen leiden die niet leefbaar meer is. Maar gelukkig ben ik een vrolijke pessimist: humor is mijn medicijn.’Beeld Marco Mertens

In zijn mediaoptredens is hij erg bevlogen. In een interview noemde hij dat zijn 'missionariskantje'.

Vanhove: “Ja, en dat is in zijn vakgebied ook nodig. Alles wat met liefde, seks en relaties te maken heeft, is zo lang verstopt gehouden in een vochtig keldertje. Iedereen kende het, iedereen deed het, iedereen liep op problemen, maar er werd nauwelijks over gepraat. Nu wel, en ik juich die nieuwe openheid toe. En ik ben trots dat Wim eraan bijdraagt.

“Het concept van ‘Blind getrouwd’ springt natuurlijk in het oog. Maar als je goed kijkt, zie je toch dat het perfect past in de boodschap die Wim en zijn collega’s consequent uitdragen: práát over je leven. Praat over wat je verlangt, wat je gelukkig maakt, en wat je frustreert.”

Wim heeft het weleens over ‘het communicatief deficit’ van mannen.

Vanhove: “Gelukkig is dat onevenwicht – vrouwen die praten, mannen die zwijgen – aan het kantelen. Wim is zelf altijd heel open, en durft zich kwetsbaar op te stellen, waardoor andere mannen in zijn vriendenkring dat ook durven. Dat heet evolutie, hè.”

Kijk je naar ‘Over water’, de fictiereeks op Eén?

Vanhove: “Ja?”

Ik vraag het omdat daar een heel interessant mannelijk personage in zit: Carl Dockx, gespeeld door Tom Van Dyck.

Vanhove: “Juist, dat is een goed voorbeeld van wat ik probeer te zeggen: hij is een bonkige kerel van wie een zekere dreiging uitgaat. Maar in wezen is hij een heel gevoelige man die bovendien een groot geheim met zich meedraagt. Eigenlijk is hij eenzaam, maar bij een therapeut leert hij om zichzelf uit te drukken – en zo ontdooit hij langzaam. Ik vind het goed dat zo’n verhaallijn in een populaire fictiereeks wordt ingepast: het leert mensen dat iederéén tot kwetsbaarheid in staat is.”

TWEE POLEN

Ik vroeg Wim wat hij het meest apprecieert aan jullie relatie. Dat hij niet elke dag de opwindendste versie van zichzelf moet zijn, antwoordde hij. ‘Annelies verwacht niet dat alles altijd spetterend en spitant is.’

Vanhove: “Je ziet soms dat er een spagaat ontstaat tussen de verwachtingen van twee mensen in een relatie. Bij ons is dat niet zo. Onze relatie is op een heel natuurlijke manier geëvolueerd. Wij weten wat we willen van de liefde, en dat is niet: elke dag samen de Mount Everest op. Ik verwacht niet van mijn partner dat hij me elke dag in woord en daad verrast. En omgekeerd doet Wim dat ook niet. Toen onze liefde nog pril was, gingen we weleens naar het park met een bakje aardbeien en een fles cava – heel eenvoudig, want meer konden we ons niet veroorloven. Dat was ons geluk, en dat is nog steeds ons geluk: eigenlijk liggen wij nog altijd op onze rug in dat park, domweg tevreden naar de wolken te kijken.”

Nog meer Wim: ‘We halen beiden veel rust uit onze relatie.’

Vanhove: “Ja, omdat we elkaar geen druk opleggen. Als je de drang voelt om je partner te veranderen, dan pas je toch niet bij de ander? De fundamentele basis van liefde is voor mij: een gelijkgestemde vinden, iemand die je aanvaardt. Thuis wil ik balans, geen conflict.”

Waar komt die nuchtere kijk op de liefde vandaan?

Vanhove: “Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 12 was. Dat is op zich niet problematisch geweest: ik heb alles gekregen dat een kind hoort te krijgen, en zowel met mijn moeder als met mijn vader is het contact goed. Maar ik heb dus wel altijd tussen twee polen geleefd, tussen twee werelden die elkaar niet raakten. De notie van het warme, knusse gezin – en dus ook: van die ene, definitieve liefde – ben ik onderweg kwijtgeraakt.

“Wim is iets romantischer dan ik, geloof ik, en dat heeft op zijn beurt te maken met het nest waar hij uit komt. Het is een groot gezin, met ouders die nog altijd samen zijn. De eerste keren dat ik bij hem thuis kwam, werd ik overweldigd door de warmte daar. Vooral zijn mama is een vrouw die gul is met liefde. Ze bevéstigt mensen: na de eerste kennismaking belde ze Wim om te zeggen dat hij toch zo’n mooi en leuk meisje gevonden had. En nog altijd bespaart ze niet op mooie woorden. Wims besef dat de liefde een wispelturig diertje is, dat je van geen enkele relatie met zekerheid kunt zeggen dat ze zal blijven bestaan, is dus niet gegrond in wat hij zelf heeft meegemaakt. Wel in wat hij professioneel ziet, in zijn praktijk.”

Vind je het niet jammer dat je niet gelooft in de grootse, romantische, alles opslorpende liefde?

Vanhove: “Ik heb niet zo’n nood aan een ‘wij tweeën tegen de wereld’-gevoel. Wim en ik hebben een mooie, monogame relatie, maar we koesteren geen van beiden het idee dat we onze levens integraal aan elkaar hebben vastgeklonken. We hebben een gezamenlijk leven, én een stukje dat we voor onszelf houden. Er zijn mensen die het vreemd vinden dat Wim soms alleen op vakantie gaat, en dat ik vaak zonder hem uitga. (Haalt de schouders op) Mij lijkt dat net gezond.”

Je houdt ook van alleen zijn, hoorde ik van één van je beste vriendinnen.

Vanhove: “Ja. Misschien is dat de erfenis die ik als enig kind meegekregen heb: ik ben altijd al vaak alleen geweest. En daar heb ik ook echt nood aan. Ik hoef niet voortdurend mensen om mij heen. Wim gaat geregeld in z'n eentje op fietsreis, en ik stimuleer hem daarin. Een weekje alleen thuis zijn, en gewoon een beetje rondlopen in mijn eigen hoofd: ik vind dat een cadeau.”

Die wederzijdse vrijheid werkt omdat jij absoluut niet jaloers bent, zei Wim.

Vanhove: “Dat vertrouwen is er dankzij hem. We bespreken alles heel open, en we weten dus dat het kán, gevoelens krijgen voor iemand anders, of iemand ontmoeten die het stevig voor jou te pakken krijgt. En vooral: dat zoiets geen bedreiging hoeft te zijn, zolang je er maar met elkaar over kunt praten.

“Plus: ik vertrouw Wim volledig. Zodra er iets speelt, zal hij dat delen met mij, dat weet ik zeker. (Denkt na) Misschien is dat wel de sterkte van onze relatie: we hoeven niet bang te zijn om plots te ontdekken dat de ander niet is wie we dachten dat-ie was. Wij kénnen elkaar.”

‘Gevoelens krijgen voor iemand anders hoeft geen bedreiging te zijn, zolang je erover kunt praten.’Beeld Marco Mertens

Willen jullie kinderen?

Vanhove: “Het is momenteel geen onderwerp waar we het over hebben. Ik heb er geen nood aan, en ook voor Wim hoeft het niet. We kijken het een beetje aan, denk ik: als de behoefte er ooit plots is bij één van ons beiden, zal het zeker bespreekbaar zijn, zoals alles tussen ons bespreekbaar is. Maar in het algemeen zijn we op dit moment niet zo bezig met grote toekomstplannen. De vrijheid om 's ochtends impulsief te beslissen om samen naar de Efteling te gaan, zoals we vorige week hebben gedaan: die volstaat voorlopig voor ons.”

FORZA Vanhove

Ga je vandaag tomaat-garnaal eten?

Vanhove (verbaasd): “Dat heb ik gisteren gegeten.”

Een vriendin van je vertelde me geamuseerd dat je een nogal conservatieve eter bent. ‘Met dimsum moet je bij Annelies niet aankomen. Eigenlijk lust ze maar drie dingen: steak, kreeft en tomaat-garnaal.’

Vanhove: “Ik moet toegeven dat daar een grond van waarheid in zit (lacht). Ik lust heel weinig. In het algemeen ben ik geen avonturier, trouwens, wel heel honkvast. Ik ben op m’n best op bekend terrein: plekken waar ik me veilig en comfortabel voel. Mensen lachen er soms mee dat ik altijd wil afspreken in de Albatros in Gent. Maar ik vind dat comfortabel, een stamcafé hebben: je weet wat je er zult vinden. (Denkt na) Veiligheid is heel belangrijk voor mij. Het is ook wat ik zoek in een relatie – veel meer dan troost of opwinding. Maar veiligheid kan je ook beperken, natuurlijk.”

Zou je avontuurlijker willen zijn?

Vanhove: “Een beetje. Het zou goed zijn om af en toe eens uit mijn comfortzone te stappen. Ik heb bijvoorbeeld last van rijangst: ik heb mijn rijbewijs gehaald, maar sindsdien heb ik nauwelijks nog met de auto gereden. Die angst beperkt me dus, en misschien zou het beter zijn als ik mezelf wat bruuskeer, en gewoon achter dat stuur kruip.”

Maar daar mis je het zelfvertrouwen voor?

Vanhove: “Ik schaal mezelf altijd een trapje lager in dan ik misschien wel verdien – je hoort het al aan hoe voorzichtig ik dat formuleer. Ik kom uit die West-Vlaamse cultuur van stille nederigheid: als kind kreeg ik vooral te horen wat beter kon. Het idee daarachter is natuurlijk dat een mens gestááld moet worden, en dat gemakzucht een doodzonde is. Maar bij mij heeft het tot gevolg gehad dat mijn onzekerheid begon te bloeien. Wim heeft daar geen last van: hij is ondernemend en heeft een klare kijk op zichzelf, zonder dat hij ooit arrogant zal worden.”

Wat zou je fundamenteel vooruit kunnen helpen?

Vanhove: “Een job die me lekker zit en me stabiliteit en structuur geeft. Want het meest komt mijn angst tot uiting in mijn professionele leven. Of liever: het gebrek daaraan. Ik ben al een poos op zoek naar werk, en dat loopt niet zo vlot. Ik wil graag iets met mijn talenten doen – ik teken en fotografeer goed – maar tegelijk heb ik de neiging om die talenten te relativeren. Is het allemaal wel goed genoeg? Moet ik de wereld wel lastigvallen met mijn tekeningetjes en mijn foto's?

“Ik heb wat baantjes in de verkoop gehad, en op een bepaald moment ben ik gaan poetsen. Dat was een heel slechte beslissing. Na minder dan een halfjaar was ik doodvermoeid, terwijl het maar een halftijdse baan was. Het probleem zat 'm niet in de fysieke intensiteit van het poetsen – die viel behoorlijk mee. Het was het onbevredigende van de job dat me naar beneden trok: ik was nuttig voor anderen, maar niet voor mezelf. Mijn fantasie ging dood. Ik verloor gaandeweg alle fut en kwam niet meer buiten. Ik dreigde er volledig onderdoor te gaan, en eind 2017 heb ik ontslag genomen. Ik wist dat ik daardoor geen recht zou hebben op een uitkering, maar die wilde ik ook niet: ik vond niet dat de maatschappij moest opdraaien voor mijn zoeken en twijfelen. Enfin, sindsdien ben ik – met wisselend succes – op zoek.”

Een poos geleden publiceerde je op je Facebook-profiel een kwetsbare getuigenis over de pijn van het werkloos zijn.

Vanhove: “Telkens afgewezen worden is geen opkikker voor m'n zelfbeeld. En zonder baan is het moeilijk om structuur in m'n dagen te krijgen. Nu, op die getuigenis kwamen heel veel mooie, bemoedigende reacties. Ik herinner me een kennis die me op een heel ontroerende manier liet weten hoezeer hij me apprecieert. Hij haastte zich ook om te benadrukken dat dat geen plakkerige smalltalk was. Nee, schreef hij, het grote probleem van mensen is dat ze niet helder naar zichzelf kunnen kijken. 'Als je door de ogen van mensen die om je geven jezelf zag, zag je vast iemand anders, terwijl jij het altijd was.' En dat klopt, denk ik: je ziet mensen fouten maken, en je wuift die galant weg, want fouten horen bij het leven. Maar zodra er in je eigen leven dingen niet lukken, voelt het als schromelijk falen. Minder streng zijn voor mezelf: dat zou me helpen.

“Het klinkt allemaal wat donker, maar ik kom er wel. Ik voel me al veel beter dan toen ik in die poetsjob gevangen zat, en echt niet meer kon functioneren. Bovendien gaat Wim heel teder met me om. Hij motiveert me, maar legt me geen druk op.”

Iedereen die je kent, looft je swingende gevoel voor humor. Je kunt bovendien met jezelf lachen, leer ik uit je Instagram-account.

Vanhove: “Ik vind dat fijn, ja, mezelf op ‘Temptation Island’ fotoshoppen. Of, na het succes van die gluiperds van Forza Ninove, zogenaamd een eigen politieke partij oprichten: ‘Forza Vanhove’. Het is lachen met de werkelijkheid, en vooral ook: met mezelf.

“Mijn angsten en onzekerheden zouden in theorie tot een donkerte kunnen leiden die niet leefbaar meer is. Maar gelukkig ben ik een vrolijke pessimist: humor is mijn medicijn. Net omdat het leven zo fundamenteel ernstig is, moet je er vooral mee lachen. Wat ook helpt, is dat er geen ingebakken melancholie in me zit. Dat het nu wat minder met me gaat, heeft te maken met concrete, benoembare zaken. Dat is een opluchting, want daardoor sta ik 's ochtends op in de wetenschap dat ik gelukkig kán worden. Meer nog: dat ik gelukkig zál worden.”

★★★

Daar komt Wim Slabbinck binnen, de muzikant die seksuoloog werd, en broodjesbezorger – hij heeft lekkers voor ons bij. Tussen het broodje van zijn vriendin zit garnaalsla. ‘En tomaten,’ juicht Vanhove. Geluk zit in tomaat-garnaal.

Slabbinck informeert of ze haar tekeningen al aan me heeft getoond. Neen dus. Schutterig neemt ze een schriftje en schuift het over de tafel. 'Deze heb ik de afgelopen tijd gemaakt. Vind je ze mooi?’

Ik vind ze héél mooi, en dat zeg ik haar ook.

Vanhove: “Dankjewel. En weet je wat? Je hebt gelijk. Ze zíjn mooi.”

Blind getrouwd ,  VTM, zondag, 19.55 uur

© Humo